Het is geen nieuws dat het in de afgelopen maanden veel geregend heeft.
Nieuw is wel dat het landschap in sommige delen van de Amsterdamse Waterleidingduinen ingrijpend veranderd is.
Het lijkt er in ieder geval op dat er hier geen tekorten aan water zullen ontstaan.
Ik kom er later in deze post nog op terug.
Een paartje brilduikers (Bucephala clangula) was op een vroege, rustige morgen druk bezig met voedsel opduiken, maar had bovendien oog voor elkaar.
Hier lijkt het alsof het mannetje wat verlegen naar het vrouwtje toe zwemt.
Een dergelijk beeld wilde ik graag maken.
Een brilduiker die gaat duiken waarbij de punt van de snavel net het wateroppervlak raakt.
Het is mij bijna gelukt.
Het mannetje pakte het wat anders aan.
Zo'n uitnodigend gebaar moet voor het mannetje onweerstaanbaar zijn, zou je zeggen.
Maar wat doet hij?
Duiken!
Het is toch nog goed gekomen.
In het nagenoeg vlakke water zwom zij naar hem toe.
En hij zwom naar haar toe.
Onder de lenteachtige omstandigheden kon baltsgedrag natuurlijk niet uitblijven.
Toen er een tweede paartje in de buurt kwam moest duidelijk gemaakt worden
dat dit vrouwtje niet meer beschikbaar was.
Het andere stel moest hun plaats wel weten: zij werden weggejaagd.
Samen sta je sterk(er).
Dit was al een schitterend begin van de dag.
Er was ook nog een kuifeend (Aythya fuligula) in de buurt.
Geen concurrent voor het stel, dus zijn aanwezigheid werd getolereerd.
Alleen onder aantrekkelijke omstandigheden maak ik foto's van dit eendje.
De kleur van het water wordt bepaald door de plaats waar de vogel zwemt,
dichtbij het riet zoals hier, of meer op het open water.
Duiken kunnen ze als de beste.
Met deze plaat was ik heel tevreden.
Meestal zie je ze in groepen, vaak in het gezelschap van andere soorten zoals tafeleenden.
En dan de ingrijpende verandering in het zuidwestelijke deel van de AWD.
Door de vele regen is ook hier een duinmeer ontstaan.
Iemand die hier regelmatig komt weet dat er aan de rechterkant onder normale omstandigheden
alleen een smalle sloot te zien is, de rest is groen.
Zo'n indrukwekkende waterplas zorgt voor een absolute metamorfose.
In de vergroting is te zien dat er in het midden van het gebied een bank is.
Deze is nu alleen te bereiken door voorzichtig over het ondergelopen pad met laarzen aan te lopen.
Met hoge wandelschoenen krijg je natte voeten.
Omdat je in de AWD van de paden af mag gaan is het aantrekkelijk
om een alternatieve route om deze watermassa heen te zoeken.
Het is een onverwacht paradijs voor water- en weidevogels geworden.
Zelf heb ik er grauwe ganzen, Canadese ganzen, kieviten, meerkoeten, kuifeenden,
kleine plevieren en zelfs zomertalingen gezien.
Van een vogelaar hoorde ik dat zij er al groenpootruiters, bosruiters en zwarte ruiters had gezien.
Een bos dat wat verderop ligt is veranderd in een soort mangrovebos, alleen zonder getijdenwerking.
Het oogt mystiek en wat dreigend.
Het is nauwelijks voor te stellen dat hier in de zomer geen water te zien is.
In de herfst is het hier droog.
Ik ken het als het gebied waar tijdens de bronst van de damherten flink geknokt wordt om de hindes.
Er moet dus nog wel wat veranderen in de komende maanden.
Door al dat water wordt het gebied er in mijn ogen ook aantrekkelijker door.
Voor de natuur zal het bovendien een zegen zijn, want allerlei planten die het onder droge omstandigheden moeilijk hebben krijgen nu veel meer kans om te groeien en wellicht te bloeien.
Ook hier heb ik een spectaculair gevecht tussen twee damherten gezien op een volkomen droog terrein.
Nog een laatste plaat van een onherkenbaar stuk duinen.
Voor wie het gebied niet kent is het minder spectaculair.
Het Nationaal Park Zuid-Kennemerland heeft de media gehaald
omdat daar vergelijkbare veranderingen in het landschap zijn.
Grote zilverreigers (Ardea alba) doen het goed in de duinen, zeker nu er nog meer waterrijk gebied is ontstaan.
Deze kleine futensoort is nu in zomerkleed en druk bezig met paarvorming.
Ik had nog nooit een fazant (Phasianus colchicus) in de AWD gezien.
Lang geleden (in de vorige eeuw) had ik er wel eens één gehoord,
maar daar is het bij gebleven.
Eerst hoorde ik tot mijn verbazing zijn kenmerkende geluid.
Later verraste ik hem, waarbij hij zich achter en tussen struiken kon verschuilen,maar niet veel later liep hij op het open veld.
Hij zat rustig op een boomstam waar ik tussen de bomen door mijn laatste plaatje van hem maakte.
Ook al heb ik er in het verleden mooiere platen van gemaakt, het was nu een bijzondere ervaring.
Dit soort vogels zet ik graag op de plaat.