vrijdag 31 maart 2017

Red, yellow and blue

Who's afraid of Red, Yellow and Blue?
De naam van de wereldberoemde reeks van vier schilderijen van Barnett Newman (1905-1970) schoot mij te binnen toen ik op een mooie lentedag - 21 maart - niet alleen de bovenstaande kelkzwam, maar ook  het gele speenkruid en blauwe Oosterse sterhyacintjes op het landgoed Woestduin  vond.
Ik was  niet bang voor de drie kleuren maar heb er wel een geheel eigen interpretatie aan gegeven.
Krulhaarkelkzwam of rode kelkzwam?
That 's the question.
Coby (natuurkieker.blogspot.nl) had recent op haar blog beelden laten zien van krulhaarkelkzwammen.
De rode lijken hier zóveel op, dat ze alleen m.b.v. een microscoop met zekerheid zijn te determineren.
Omdat ze rood zijn houd ik het toch maar op rode kelkzwammen totdat het tegendeel blijkt.
Beide zijn heel zeldzaam, dus een mooie vondst was het hoe dan ook.
Ze groeiden op een al gedeeltelijk verteerde tak die tussen het gevallen blad lag.
Een aantal zwammen was ook enigszins door die bladeren bedekt.
Ik schat dat er zeker zo'n vijftiental zwammen op de tak groeiden, soms alleen, soms met tweetallen en een keer in een groepje van een stuk of zes.
Door de tak een beetje te verplaatsen en de blaadjes eraf te halen kon ik een flink aantal platen maken van deze bijzondere zwammensoort.

Dit was de eerste vondst van de dag, een geweldige binnenkomer.
Toen Red, Yellow and Blue spontaan in mijn gedachten opkwam dacht ik aan de kleine blauwe bloemetjes die ik onderweg al had gezien.
Als ik nu nog gele zou kunnen vinden, anders dan de er veel voorkomende narcissen, dan zou ik toch ook iets met die blauwe kunnen doen.
En ja hoor, er groeide speenkruid, een echte voorjaarsbloeier.
Ik weer op mijn knieën toen ik een mooi exemplaar gevonden had.
Ze komen zo weer heel anders over dan wanneer je al wandelend ze bijvoorbeeld langs de paden ziet groeien.
Door wat te spelen met de positie en het diafragma kan je van één klein bloemetje toch heel verschillende platen maken.
Voorbijgangers zullen zich wel eens afgevraagd hebben waarom ik daar in het bos op mijn knieën zat.

Barnet Newman gaf de gekleurde vlakken op zijn schilderijen niet steeds dezelfde afmetingen.
Ik kan daarin meegaan door van de drie onderwerpen  een verschillend aantal beelden te laten zien, namelijk respectievelijk 6, 5 en 4.
Een Oosterse sterhyacint is de gewenste blauwe soort geworden.
Toen ik ze eerder onderweg tegenkwam had ik niet het idee dat ik er iets mee kon.
Als je vluchtig kijkt lijken ze qua grootte en vorm op blauwe sneeuwklokjes.
Soms groeien ze met meerdere bloemetjes aan dezelfde steel.
Ik heb mij tot dit exemplaar beperkt.
Variëren met vooral diafragma en plaats leverde een aantal beelden op die toch wel veel op elkaar leken.
Welke je uiteindelijk de mooiste vindt is dan een kwestie van smaak.

vrijdag 24 maart 2017

Zuidpier 1e kwartaal

Het ene jaar is het andere niet.
Dit jaar is het bij de Zuidpier in IJmuiden wat betreft waarnemingen en de kans om aansprekende foto's te maken voor mij wat minder geweest dan vorig jaar.
Aalscholvers zie je er altijd wel, als het een beetje meezit vissend vlakbij de pier.
Het blijft verbluffend om te zien hoeveel vis zij in korte tijd weten te bemachtigen.
Ook steenlopers zie je daar in de wintermaanden altijd, soms in grote groepen.
Voor mij was een parelduiker een bijzondere waarneming.
Helaas kwam ik net te laat op de plek waar hij even hiervoor prachtig te zien was geweest.
Een ijseend zag ik alleen op te grote afstand van de pier dobberen, bovendien met tegenlicht.
Geen plaatje dus.
Op het strand zag ik in februari een vijftal sneeuwgorzen.
Bovenstaande plaat is de beste die ik kon maken.
Dat is wel eens beter geweest.
Als je op waarneming.nl kijkt naar de meldingen zie je dat er vooral veel vogels voorbij vliegen.
De vogels op het bovenstaande beeld horen echter bij de stamgasten van de Zuidpier en omgeving.
Drieteenstrandlopers vlogen in maart soms in grote groepen langs, waarna ze bij de waterlijn van de pier gingen foerageren.
De vogel die mij de meeste kansen en het meeste plezier bood was een eenzame rotgans.
Hij zwom voorál in het relatief rustige water, met de pier als bescherming tegen de wind.
Aanvankelijk zwom hij wat heen en weer, een beetje onrustig.
Hij deed mij een plezier door zich eens lekker uit te strekken en met zijn vleugels te wapperen.
Inmiddels was ik over de rand van het loopgebied van de pier geklommen om een wat lager standpunt te zoeken.
De gans hield mij steeds goed in de gaten, maar bleef wel in de buurt.
Na een tijdje klom hij op de kant, op zoek naar voedsel.
Ik stond hier verscholen achter een groot rotsblok, de gans was vlakbij.
Ook al at hij geen schelpdieren, voor een vegetariër was er meer dan voldoende te eten.
Op zijn gemak stilde hij zijn honger, mij uitgebreid de kans gevend om hem te vereeuwigen.
Zo kreeg ik hem in beeld toen ik mijn zoomlens op 400 mm instelde.
Een beetje minder inzoomen en een beetje meer ruimte rond de vogel leverde deze slotplaat op.


zaterdag 18 maart 2017

Hormoon gestuurd gedrag

Het voorjaar kan voor mannelijke vogels een zware tijd zijn.
Een futen man bijvoorbeeld moet eerst een aantrekkelijke partner zien te vinden, waarna hij haar ten dans vraagt.
Als de dans bij beiden in de smaak valt krijgt hij daarna de hoofdprijs.
Hij moet zich echter ook vaak nog concurrenten van het lijf houden, als het meezit samen met zijn partner.
Vrouwelijke futen laten zich eerst door een mogelijke partner verwennen, met vis en waterplanten,
waarna ze met hem een bijzondere paringsdans uitvoert.
Valt haar partner in de smaak dan zal zij zijn paringsgedrag moeten ondergaan
Na het leggen van de eieren en het uitbroeden ervan zorgen ze samen voor hun kroost.
Het voorjaar is dus voor de vrouwtjes zo mogelijk een nog grotere belasting.
Broedende vogels en vogels met jongen moeten onder andere oppassen voor meeuwen.
De rode vlek op de snavel van de mantelmeeuw wekt bij mij steeds weer de indruk dat hij zojuist een jonge vogel verslonden heeft.
In de waterrijke omgeving waar ik rondgekeken heb vormen waterhoentjes voor andere vogels geen bedreiging. 
Ik heb ze nog niet zien nestelen, in tegenstelling tot meerkoeten en ganzen.
Futen hebben behoorlijk wat concurrentie van aalscholvers, beide soorten zijn namelijk bedreven vissers.
Ze rusten vaak aan de oevers van de waterpartijen in woonwijken.
Ze zijn soms zelfs zo goed te benaderen dat je ze van tamelijk dichtbij hun vleugels kunt zien drogen.
Terug naar de futen.
Ik heb hun paringsritueel vorig jaar uitgebreider kunnen zien dan dit jaar maar het blijft boeiend om hun gedrag te bekijken.
Het elkaar benaderen en dan volgens een bepaald patroon met hun koppen bewegen  hoort bij de eerste fase.
Een aantal keren zag ik een belangstellende vrijgezel naderbij sluipen.
Het bedreigde mannetje joeg alle uitdagers voortvarend weg, meestal gadegeslagen door zijn partner die natuurlijk graag zag dat haar man lef toonde en zich als de door haar gewenste man gedroeg.
Het leek wel of hij zich hier achter zijn oren krabde bij de gedachte of het de moeite waard was om in actie te komen.
Het vrouwtje liet een aantal keren duidelijk merken dat ze klaar was voor de volgende fase.
Ze stond op haar stoeinest, schudde met haar kop en ging er vervolgens op liggen.
Het mannetje was maar een slome duikelaar, want hij zwom er wel een paar keer naartoe, maar keerde ook steeds weer om.
Je hoorde haar bij wijze van spreken denken : "Waar wacht je op?"
Hij trof het dat zijn partner geduldig was, want uiteindelijk sprong hij toch luid "kirrend" bovenop haar.
Na zijn hoogtepunt kreeg zij haar dieptepunt, toen hij over haar heen bovenop haar kop sprong.
Het liep goed af.
Even later kwam hij op de proppen met een bosje waterplanten, alsof hij haar direct weer wilde verleiden.
Was het hem goed bevallen of had hij nog iets goed te maken?
Zij ging er echter vandoor, naar bleek op zoek naar voedsel.
In korte tijd verorberde zij enkele vissen.
Dat futen goede vissers zijn is bekend.
Hier is nog een voorbeeld van een flinke vangst.
Vorig jaar had ik in de zomer gezien dat zij ook van rivierkreeft houden.
Geef ze eens ongelijk.
Ter afronding nog enkele beelden van een tweede paring.
Deze futen kwamen samen aanzwemmen, heel doelgericht naar een nauwelijks opvallend stoeinest.
Hij verknoeide geen tijd: zij ging liggen, hij er vrijwel direct bovenop.
De klus was geklaard, hij maakte zich klaar voor de afsprong.
De sprong mocht er zijn, zij boog haar kop diep voor hem.
De beelden heb ik gemaakt op verschillende dagen met heel verschillende lichtomstandigheden.
Het maakte het plezier om alles te volgen er niet minder om.