zondag 8 september 2024

Verrassingen


 Augustus was dit jaar voor mij de maand van de boomkikkers
Tijgerspinnen heb ik niet zo veel gezien, wel regelmatig libellen. 
Vlinders helaas nog steeds in kleine aantallen. 
Maar verrassingen heeft de natuur ook deze maand weer voor mij gehad. 
Kijk bijvoorbeeld maar eens naar dit piepkleine boomkikkertje. 
Nauwelijks meer dan 1 cm groot, niet op een boomtak, maar op een rietstengel! 
Ze houden wel van variatie zoals zal blijken.

Nauwelijks aangekomen op de plek waar ik boomkikkers hoopte te vinden, 
voelde ik dat ik niet alleen was.
Er stond een vos achter me!
Nieuwsgierig ging ze even snuffelen aan mijn rugtas, waarna ze zich uitgebreid ging zitten krabben.

Toen ze doorhad dat er niets te halen was liep ze verder het bos in, waarbij ik een stukje meeliep. 
Ze had blijkbaar jeuk aan haar achterwerk, 
want ze ging net als een hond een stukje met haar achterwerk over de grond schuren.
Toen er een vogel opvloog keek ze omhoog.

Nieuwsgierig bleef ze een tijdje omhoog kijken voordat ze weer verder liep.

Bij een boomkikker dacht ik, voordat ik ze gevonden had, altijd dat ik ze op takken van bomen of struiken moest zoeken.
Namen kunnen je op een verkeerd spoor zetten, denk maar eens aan libellensoorten als glazenmaker en paardenbijter.
Inmiddels weet ik dat hun terrein veel gevarieerder kan zijn.

Ik vond er een tweetal op rietstengels, waar ik ze nog nooit eerder had gezien.

Het silhouet van een boomkikker, zo had ik een boomkikker nog nooit gezien.
Ik heb iets vergelijkbaars wel eens in de tropen gezien maar voor Nederland was dit voor mij uniek.

Nieuwsgierig werd mijn gedrag gevolgd.

Over nieuwsgierig gesproken, zij was er weer.
Ze zocht een weg tussen de varens en was zo nu en dan goed zichtbaar.

Hier is het bewijs dat boomkikkers ook echt wel op boomtakken gevonden kunnen worden.

Met mondjesmaat was er ook nog een aantal vlinders te vinden, 
de ene soort wat talrijker dan de andere.
Achtereenvolgens:
een argusvlinder, een keizersmantel, een atalanta en een kleine vuurvlinder.

Deze zuringspanner was voor mij de vlinder van de maand en mag daarom in het groot bewonderd worden.

Een julikever, in augustus!
Daar reken je al helemaal niet op,
zeker omdat ik er ooit slechts één keer een gezien had.

Ik kreeg uitgebreid de kans om er een paar plaatjes van te maken.
Ze bleef onbeweeglijk zitten.

Hoe kan het ook anders, ze was dood.
Logisch, want het was tenslotte al augustus.
Desondanks was ik blij dat ik er weer eens een gezien had.

Weer terug naar het gebied van de boomkikkers.
Als het warm is en je begint te zweten dan komen er direct gewone goudoogdazen op je af.
Je wordt gegarandeerd gestoken als je niet oplet.
Na een halfuurtje is de jeuk bij mij voorbij, er blijft ook geen hinderlijke bult achter.

De piepkleine jonge kikkertjes klimmen regelmatig langs stengels van pitrus naar een geschikte plek om te zonnen.

Je moet natuurlijk oppassen dat je niet steeds hetzelfde soort foto's van de kikkers maakt.
Ik probeer in ieder geval te variëren, zoals met dit nieuwsgierige kleintje.

Soms zie je ze wat dieper tussen de planten op hun weg omhoog.

Zo zie ik ze meestal, op een varenblad, zich opwarmend in de zon.

Als je 's morgens te vroeg komt dan zijn ze nog niet actief.
Als de zon flink schijnt heb je ook al niet veel kans. 
Ze zijn dan opgewarmd en moeten dan weer oppassen voor oververhitting.
Alle koudbloedige dieren vertonen ditzelfde gedrag.

Ik zei het al, libellen waren er nog genoeg te zien.
Hier zijn het achtereenvolgens:
een bruinrode heidelibel, een vuurlibel en een gewone pantserjuffer.

Bruinrode heidelibellen waren het talrijkst.
Behalve de genoemde soorten waren er nog wel enkele andere soorten, 
maar deze waren in de meerderheid.

Helaas let niet iedere libel goed op.
De draden van een spinnenweb zijn soms nauwelijks te zien.

Het lijkt zo een mooi vliegbeeld, maar het is het begin van het einde voor deze heidelibel.

Boomkikkers zitten graag in bramenstruiken, zoals hier goed te zien is.
Op een dag had ik alleen mijn macrolens mee.
Als je dan een foto maakt zie je pas goed hoe klein ze zijn.

In de vroege ochtend, met macrolens, krijg je dan een heel ander beeld.
Bovendien mooi warm licht. 

En toen, voor het eerst sinds vele jaren, zag ik een boomkikker op een braam.

Het leverde mij de gewenste plaat op om mee te besluiten.

Het is duidelijk dat boomkikkers zich op heel verschillende soorten vegetatie thuis voelen. 
Ooit zag ik ze ook in duindoorns.
Ieder jaar vind ik het weer een sport om ze te vinden.
De kleintjes zijn het makkelijkst omdat die beweeglijker zijn. 
Ik heb dit jaar slechts één volwassen boomkikker gevonden.
Het totale aantal was weer wat groter dan vorig jaar. 
Hopelijk zet dit door.

zaterdag 24 augustus 2024

Boomkikkers en egels

Soms is er sprake van een bijzonder toeval. 
In de vorige aflevering op mijn blog besloot ik met een egel die in mijn terugblik op de maand juli zou voorkomen. 
René wees mij in zijn reactie op deze post dat we in 2013 samen ook een keer een egel in de AWD waren tegengekomen. 
Ik kon mij dat nog goed herinneren en heb dat gelijk in mijn archief opgezocht. 
En jawel, in juni 2013 gingen we samen op zoek naar boomkikkers, die ik nog nooit eerder had gezien. 
We vonden ze inderdaad. 
Later die morgen zagen we een egel, vrij ongebruikelijk zo rond het middaguur.
Dit jaar had ik op 15 juli opnieuw boomkikkers gefotografeerd. 
Toen ik daar wegliep kwam mij op het smalle bospaadje een egel tegemoet!
De kring was rond, al had het wel 11 jaar geduurd.

Hier volgt nu mijn (uitgebreide) overzicht van de maand juli.

Het spreekt voor zich dat ik moet beginnen met boomkikkers.
Ze waren nog piepklein - volwassen boomkikkers heb ik niet gezien -  en dus behoorlijk lastig om te vinden.

Ze zaten niet op boomtakken maar op de bladeren van varens. 
Groen op groen (ton-sur-ton voor de liefhebbers) en daardoor lastig om er een aansprekende plaat van te maken.

Een nieuwsgierige zandhagedis klom tussen de varens en bleef als het ware rustig kijken waar ik mee bezig was. 
Ik heb ook deze plaat met mijn macrolens gemaakt, zonder te croppen.

Maar er waren nog meer nieuwsgierigen.  
Grote groene sabelsprinkhanen  had ik voor het laatst gezien in 2021.
Nu vond ik er een aantal, zowel mannetjes als vrouwtjes.

De eerste twee platen laten een mannetje zien. 
Ze zijn makkelijk te herkennen omdat ze geen grote legboor hebben.
Met tegenlicht wordt er van alles zichtbaar wat anders niet opvalt.
Met een beetje geduld krijg je ze wel zó voor je lens dat je de platen kan maken die je wilt. 
Geduld is wel nodig want ze houden ook wel van verstoppertje spelen.
Hier is goed te zien dat de legboor van de vrouwtjes een flink formaat heeft.

In de vegetatie leefde nog veel meer, meer dan ik op de plaat heb gezet. 
Links zie je een rietkruisspin, rechtsboven een gewone pendelvlieg en rechtsonder de bekende tijgerspin.

Toen ik in dat gebiedje genoeg had gezien ging ik verder, 
waarbij vrijwel direct mijn aandacht getrokken werd door deze egel die mij tegemoet kwam.

Toen er een vogel overvloog werd zijn/haar aandacht direct getrokken, 
waarbij ik zowaar de tanden kon zien (in de vergroting).
Dat was nieuw voor mij.

Nog een laatste blik, waarna we beiden onze eigen weg gingen.
Een dag kan slechter beginnen.

De volgende beelden zijn verspreid over de maand juli gemaakt.

Allereerst een vuurlibel.

Niet alle vuurlibellen hadden goed opgelet, tot genoegen van spinnen zoals de tijgerspin.
Ze waren behoorlijk talrijk.
Het schijnt dat door de klimaatopwarming hun aantal de laatste jaren aanzienlijk is toegenomen.

Betrapt, een vrouwelijke grote keizerlibel.

Het verschil tussen beide seksen is duidelijk.

Deze scène heeft geen uitleg nodig.

Natuurlijk waren er ook vlinders, al waren de hoeveelheden wat aan de magere kant.
Allereerst een dagpauwoog.
Een korte periode, halverwege juli, zag ik er behoorlijk veel. 

Linksboven: een distelvlinder
Rechtsboven: een kleine vuurvlinder
Linksonder: een kleine parelmoervlinder
Rechtsonder: een gewoon dikkopje

De distelvlinder heb ik bij ons in de tuin gefotografeerd.

Na de st. jakobsvlinders in het voorjaar is het in juli de beurt aan de st. jansvlinders.
Ze hebben dezelfde kleuren, maar een ander patroon.


Ook st. jansvlinders zijn er met hun kop niet altijd bij en laten zich vangen in het web van een tijgerspin.

Wellicht had de vorige vlinder wel een aantrekkelijke partner gezien en onvoldoende opgelet.
Ze waren er in ieder geval wel druk mee.

Nogmaals

Juli is de maand van de keizersmantels.

In één van hun favoriete terreinen liepen enkele damherten met hun mooie zomervacht en bastgewei.

Aanvankelijk geen vlinders, een beetje te vroeg en niet warm genoeg blijkbaar, maar wel een sprinkhaantje of krekel uit de Chorthippus Biguttulus groep (sorry, ik verzin die namen niet).
Blijkbaar lijken de leden van de groep zoveel op elkaar dat naamgeving lastig is.
Deze kleine zal het een zorg geweest zijn.

Hier kwam ik voor, de keizersmantel.

In totaal zag ik er 7.
Dat is wel eens meer geweest, maar het is bekend dat vlinders het niet makkelijk hebben.
Bloemen genoeg, maar toch wilden deze twee een keer samen van dezelfde bloem genieten.

Qua vogels was het voor mij weer een rustige maand.
Deze blauwe reiger verdient hier wel een plaats.

En dan toch weer zonnedauw.

Voor de variatie had dit lantaarntje belangstelling voor de bloemknoppen van de zonnedauw.

Omdat de kleuren rood en blauw zo'n mooie combinatie opleverden laat ik toch een juffertje in het rood zien.

Tenslotte een onverwacht toetje.
Toen ik in mijn archief aan het zoeken was kwam ik een dino tegen.


Iemand was in 2013 creatief geweest met het skelet van een damhert, met dit als resultaat.
Omdat het zo bijzonder is sluit ik met deze plaat af.

Ik wil iedereen bedanken voor het geduld om deze post tot het eind te bekijken.
Daarnaast is mijn dank groot aan iedereen die mijn blog regelmatig bekijkt en er eventueel ook nog op gereageerd heeft.