vrijdag 23 september 2022

AWD - Nazomer 2022

In de maanden augustus en september zie je in het duingebied het aantal vlinders en libellen afnemen. 
Veel trekvogels zijn al aan hun reis begonnen en wat vogels betreft zie je daardoor voornamelijk de gebruikelijke bewoners. 
Bij deze maanden horen ook spinnen, waarbij mijn aandacht zoals ieder jaar vooral uitgaat naar tijgerspinnen.
In augustus ging ik op zoek naar boomkikkers, maar die vond ik aanvankelijk niet.
Op een boomtak zat wel een bruin kikkertje (Rana temporaria) met naast zich een insect dat veel lijkt op een eendagsvlieg. 
Ook al heet hij bruine kikker, hij toonde zich een echte boomkikker.
In de steeds krachtiger wordende zonnestralen zat hij zich op te warmen.
En jawel, er waren toch nog enkele echte boomkikkers (Hyla arborea).
Ik vond er een drietal.
Al met al heb ik er dit jaar erg weinig gezien.
En nu maar gissen naar de verklaring.
Zuidelijke spitskopjes (Conocephalus fuscus) daarentegen waren volop aanwezig, 
in tegenstelling tot hun grote familielid de grote groene sabelsprinkhaan.
Het voelde toch wat verontrustend dat er zo weinig grote sprinkhanen te zien waren.
Bij de spitskopjes verbaas ik mij telkens weer over de in verhouding enorm lange voelsprieten.
Sommige soorten leren het nooit. 
Juffers laten zich telkens weer verleiden door zonnedauw. 
Deze watersnuffel (Enallagma cyathigerum) had een voorkeur voor de bloemknoppen van de ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia).
Enkele juffers en libellen horen echt bij de nazomer, 
zoals heidelibellen en de hier afgebeelde bruine winterjuffer (Sympecma fusca).
En daar is zij dan, een vrouwelijke tijgerspin (Argiope bruennichi).
In de AWD gedijen ze goed.
Het is altijd boeiend om te zien hoe ze een prooi vangen en in hoog tempo inpakken.
Eenmaal gevangen heeft een juffer of sprinkhaan geen schijn van kans.
Ik heb ze in de loop der jaren vaak gefotografeerd, maar steeds ben ik weer op zoek naar een originele plaat.
Of mij dat gelukt is betwijfel ik.
Ik had op 8 augustus een plek gevonden waar niet alleen veel spinnen waren maar zelfs al enkele cocons. 
Ook teken (Ixodida) vonden het een aantrekkelijke habitat want thuisgekomen vond ik er 11 op mijn lijf.
Gelukkig had ik dat snel door en heb er geen last van gehad.
Het scheelt wel als je er alert op bent en ze binnen 24 uur verwijderd,
 als ze nog nauwelijks groter dan een speldenknop zijn.
Roodborsttapuiten (Saxicola rubicola) horen echt bij het duingebied. 
Alleen in de wintermaanden zie ik ze weinig.
Als een blauwvleugelsprinkhaan (Oedipoda caerulescens) zijn vleugels spreidt bij een sprong,
 zie je pas hoe mooi hij is.
Het is mij helaas nog nooit gelukt om die blauwe vleugels op de foto te krijgen.
Icarusblauwtjes heb ik de laatste tijd wel vaker laten zien.
Ze behoren tot de weinige vlinders die ik regelmatig ben tegengekomen.
Hier heb ik al jaren op lopen azen: een tijgerspin bij haar cocon.
Het maken van zo'n cocon is een geweldige prestatie van de spin.
Ze bewoog nog maar heel traag en zal ongetwijfeld vlakbij het eind van haar leven zijn geweest.
Deze plaat heb ik in 2014 gemaakt.
Ik had mij toen niet gerealiseerd hoe bijzonder het was.
De spin is waarschijnlijk ergens door gestoord geweest en heeft haar werk onderbroken, 
waardoor de oranje eitjes zichtbaar waren.
Een dag later zag ik dat ze haar werk niet had afgemaakt.
Ik heb dit nooit meer gezien.
Er volgen nu enkele platen van de vaste bewoners van de AWD, om te beginnen een blauwe reiger.
Het zijn echte standvogels die je vaak in het gebied ziet.
Jonge futen zag ik in augustus en  september regelmatig in het Zwarteveldkanaal.
Ze bedelden voortdurend bij hun ouders om voedsel, terwijl ze dat ongetwijfeld zelf ook wel konden vinden.
In september waren ze vaak alleen op stap, steeds verder bij hun ouders vandaan.
Tafeleenden (Aythya ferina) zijn meestal in gezelschap van krakeenden, kuifeenden en meerkoeten te vinden.
Het lukte mij dit jaar redelijk om jonge dodaarsjes op de plaat te krijgen.
Deze kleine was helemaal alleen en dook regelmatig onder zoals het een dodaars betaamt.
Een andere jonge dodaars zocht hem/haar op een gegeven moment op. 
Waarschijnlijk zijn ze uit hetzelfde legsel afkomstig.


Met een bijzonder en opvallend beeld sluit ik deze editie af.
Waternet, de beheerder van de AWD, heeft in september bodemonderzoek gedaan met behulp van een helikopter waaronder meetapparatuur hing.
Het doel was op innovatieve wijze de bodem in kaart te brengen en na analyse geschikte locaties te vinden voor uitbreiding van de drinkwatervoorziening.
Daarnaast heeft het onderzoek ten doel om vanuit de lucht nieuwe kansen voor natuurontwikkeling te onderzoeken.
De laatste meetdatum was op 13 september, toevallig de dag dat ik dit gezien heb.
De helikopter vloog volgens een bepaald patroon over het gebied en ik heb hem dan ook meerdere keren over zien vliegen.


Voor geïnteresseerden is op deze website hierover meer te lezen:

https://awd.waternet.nl/beheer/projecten/65-bodemonderzoek-met-helikopter/#/




















 

vrijdag 9 september 2022

Europese hoornaar

De Europese hoornaar (Vespa cabro) jaagt veel mensen schrik aan, zeker als ze al bang zijn voor wespen.
Het zijn dan ook flinke insecten die tot 2,5 cm groot kunnen worden.
Hun koningin schopt het zelfs tot 3,5 cm, een forse dame dus. 
De meer bekende wesp wordt slechts 1-1,5 cm groot.
Hoornaars hebben over het algemeen geen belangstelling voor mensen, laat staan dat ze een bedreiging vormen.
Als ze zich zelf door mensen bedreigd voelen, bijvoorbeeld als je te dicht bij hun nest komt of hun aanvliegroutes blokkeert, gaan ze in de aanval.
Toen mijn aandacht een keer door hoornaars getrokken werd - en dat gebeurt eigenlijk altijd - zag ik dat ze in en uit vlogen bij een opening in een oude boomstronk.
Vrijwel voortdurend zat er één bij de opening, als het ware als de portier.
Met enige fantasie zou je kunnen zeggen dat hier een bezoeker gecontroleerd wordt.
Zou de toegang geweigerd zijn?
Het lijkt wel of de rechter hoornaar zich uit de voeten maakt, achterna gezeten door de ander.
Het gedrag is intrigerend, want hier zou je kunnen zeggen dat er een soort worsteling te zien is, 
terwijl een andere hoornaar de opening verlaat.
Uit de opening in het hout kwam een hoornaar tevoorschijn met een stukje hout in zijn bek.
Hoornaars maken van cellulosevezels een papje dat ze gebruiken als bouwmateriaal voor hun nest.
Maar wordt hier een nest gemaakt, waarvoor hout verwijderd moet worden om in de stam een holte te maken, 
of wordt hier bouwmateriaal geoogst om elders een nest te maken?
Dit is nog maar één van de vragen die de hoornaars bij mij opriepen.
Ook de rechter hoornaar sleept met een stukje hout, al is dat hier moeilijker te zien.
Het was een voortdurend komen en gaan, 
waarbij ik geen enkele keer heb gezien dat er voedsel naar binnen werd gebracht.
Dat is natuurlijk niet vreemd als er (nog) geen larven zijn.
Volwassen hoornaars eten zelf uitsluitend suikerhoudende sappen die uitgescheiden worden door hun larven of die ze als het ware aftappen uit beschadigde bomen.
Ze jagen op vlinders, vliegen, muggen, spinnen en soortgelijke insecten. 
De prooien dienen uitsluitend als voedsel voor de larven.
Zelfs libellen zijn niet veilig voor een hoornaar zoals ik ooit heb gezien toen een hoornaar een grote keizerlibel te pakken had genomen.
Opnieuw wordt hier iets, in mijn ogen ondefinieerbaars, afgevoerd.
En daar hield het niet mee op.
Werden er resten van dode larven afgevoerd?
Hebben ze in de holte van de stronk een in de stronk wonend insect te pakken genomen en brengen ze nu de onbruikbare resten weg?
Navraag bij het EIS Kenniscentrum Insecten (European Invertebrate Survey), dat verbonden is aan Naturalis, 
leverde niet een eenduidig antwoord op.
Het zou om een dode pop kunnen gaan of om in het hout wonende insectenlarven. 
Qua vorm deed het mij denken aan gevulde wijnbladeren, die in werkelijkheid natuurlijk aanzienlijk groter zijn.
Behalve zo'n vermoedelijk dode pop vervoerde de hoornaar hier nog meer, 
maar ik heb nog steeds geen idee wat.
Het lijkt erop dat men al veel van de hoornaars weet, maar dat er ook nog veel te leren valt.
Op deze zonnige ochtend bruiste het van de activiteit.
Langzaam maar zeker was ik dichterbij gekomen, tot op ca 3 meter van de stronk.
De hoornaars keurden mij geen blik waardig, ik vormde duidelijk geen bedreiging.
Ik vermoed dat als er sprake van een nest geweest zou zijn, dat ik dan te dichtbij het nest zou zijn gekomen.
Hoeveel zorgen moet je je maken als je door een hoornaar gestoken wordt?
Net als bij wespen wordt het een probleem als je allergisch voor het gif bent.
Medische hulp is dan noodzakelijk.
De angel is glad en dat betekent dat de hoornaar de angel weer uit de prooi of mensenhuid kan terugtrekken en er opnieuw mee kan steken.
Het wordt dan ook een serieus probleem als je aangevallen wordt door meerdere hoornaars.
Zoals gezegd zijn hoornaars geduchte rovers, 
die onophoudelijk op jacht zijn en in flink tempo over en tussen de begroeiing vliegen.
Spectaculair is het om te zien als ze een flinke prooi in de vlucht te pakken krijgen.
Ik zag ooit een distelvlinder ten prooi vallen aan een hoornaar die een bliksemaanval succesvol uitvoerde.
Ik vind het schitterende insecten, die je met respect moet benaderen.
Het helpt wel als je kennis hebt van hun gedrag en gewoonten.
Dat is niets nieuws, want dat geldt eigenlijk voor vrijwel alle diersoorten.
Hoornaars zijn niet alleen rovers maar er zijn ook dieren die graag een hoornaar op het menu hebben, zoals de wespendief, een roofvogel die 's zomers in Nederland verblijft.

Een aantal platen is misschien niet duidelijk genoeg om alles goed te kunnen zien wat ik heb waargenomen.
Ze in de vergroting bekijken geeft veel meer details.
Ik had echter geen zin om als een malle te gaan croppen, omdat dit ten koste kan gaan van de kwaliteit van de platen.


De laatste jaren worden er ook waarnemingen gemeld van de Aziatische hoornaar, die niet in Europa thuishoort.
Deze soort is wat agressiever en vormt vooral een bedreiging voor bijen.

Er valt nog veel meer over de hoornaar te vertellen, bijvoorbeeld over de bijzondere bouw, 
maar dat komt misschien nog wel eens een andere keer.