maandag 21 december 2020

Leyduin 2020 deel 3 (Oktober)

Naast Groenendaal en de AWD is Leyduin het gebied waar ik in het najaar heel wat uurtjes doorbreng, 
in dit geval speciaal op zoek naar paddenstoelen en zwammen.
Zoals bekend zal je in het westen van het land vaak andere soorten tegenkomen dan elders.

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.

Maar…… de lightbox werkt bij mij in Google Chrome niet. 

Als je ze toch groter wilt zien moet je stuk voor stuk op elke foto klikken.

Bloggers wegen zijn nog steeds ondoorgrondelijk.

 

Dit jaar heb ik behoorlijk veel kleine stinkzwammen (Mutinus caninus) gevonden. 
Het viel echter niet mee om mooie exemplaren te vinden, want de meesten lagen al plat op de grond, 
zonder hun mooie glanzende hoed.
Obsidentify stelt voor dit zwammetje met 40% waarschijnlijkheid de volgende naam voor: 
melkzwam p.p. (Lactarius spec.)
Over deze flink uit de kluiten gewassen zwam bestaat geen twijfel.
Het is een kastanjeboleet (Xerocomus badius).
Er stonden er behoorlijk veel, soms deels bedekt met een laagje water zoals dat ook bij deze het geval is.
Dit is vermoedelijk een helmmycena (Mycena galericulata), 
maar het ging mij hierbij vooral om de lichtval en dus de sfeer.
Dit zou een grote molenaar (Clitopulus prunulus) moeten zijn.
Er waren meerdere molenaars in de buurt van dit exemplaar.
Ik verbaasde mij niet voor het eerst over de naam.
Tja, nu wordt het weer moeilijk met de naamgeving.
Obsidentify stelt voor, met 65% zekerheid, dat dit  een gewone krulzoom (Paxillus involutus) is.
Ik twijfel nog steeds, omdat andere zwammetjes die volgens mij van het zelfde soort zijn weer een andere naam of een lager percentage waarschijnlijkheid kregen.
Het maakt echter niet zo veel uit als het je vooral om de sfeer gaat.
Ik dacht aanvankelijk dat dit een soortgelijke zwam was, maar nu is het voorstel dat het met 48 % waarschijnlijkheid een gewone zwavelkop (Hypholoma fasciculare) is ........
Ik vind het in ieder geval een mooi exemplaar.
Kijk, dat vind ik nu prettig.
Het is met 99,9 % zekerheid een groene anijstrechterzwam (Clitocybe odora), 
ook al lijkt hij behoorlijk veel op de grote molenaar.
Dit zwammetje krijgt van mij geen naam.
 Obsidentify had teveel verschillende suggesties voor dit zwammetje dat ik van verschillende kanten had gefotografeerd.
Mycologen hebben geen eenvoudige hobby.
Dit is een mooi gaaf exemplaar van een gele knolamaniet (Amanita citrina), een soort die je in Leyduin veel ziet.
Rodekoolzwammetjes, ook wel amethistzwam genoemd (Laccaria amethystina), waren er genoeg te vinden, 
al moest je op sommige plekken wel goed opletten.
Deze zag je al van verre staan.
Een ander exemplaar stond op een mooie plek, voor de verandering eens niet in de schaduw.
Nog een voorbeeld.
Over  de naam van deze zwam bestaat absoluut geen twijfel : 
met 100% zekerheid een biefstukzwam (Fistulina hepatica).
Wel wat laag bij de grond, waardoor je geen mooie achtergrond kon krijgen, maar wel een heel gaaf exemplaar.
Rare, medium of well-done?
Het maakt niet uit, want opeten is er bij mij niet bij.
Het kan overigens wel, recepten zijn voor de liefhebbers te vinden op het internet .
Ook dit is een melkzwammetje (Lactarius spec.), maar welke precies is wat onzeker (kruidig of bitterzoet), misschien wel door de bovenaanblik.
Dit soort minipaddenstoeltjes komt in Leyduin veel voor.
Ze behoren tot de mycena-familie.
Opvallend door zijn gelige steel en de oranjerode ring om de hoed is de roodsteelfluweelboleet
(Xerocomus chrysenteron sl), die in verschillende varianten voorkomt.
Na al dit zwammengeweld is het even tijd voor wat anders.
Ik zag iemand geïnteresseerd naar een paal kijken en er vervolgens foto's van maken.
Ik was nieuwsgierig en hoorde van de man dat dit een restant van het omhulsel van de rups van een 
donker brandnetelkapje (Abrostola triplasia) is.
Ik had nog nooit van deze nachtvlinder gehoord.
Iets verderop liep een aantal vuurwantsen (Pyrrhocoris apterus).
Hun schild ziet er in mijn ogen uit als het schild van stammen 
die in de strijd met hun tegenstanders hun vijand willen intimideren met deze aanblik.
Wellicht profiteren de vuurwantsen hier ook van.
Tijd voor een rariteit: een zwarte kluifzwam (Helvella lacunosa).
Het loonde de moeite om via waarneming.nl/fieldwork/observations/create te kijken welke suggesties er voor deze vreemde zwam gedaan worden.
Achtereenvolgens: zwarte kluifzwam (25%), kraailook, mol en veelvraat!
Ik schoot er wel door in de lach, wetend dat het absoluut zeker een zwarte kluifzwam was.
Nog een voorbeeld, nu van een wat ouder maar nog zeker niet volgroeid exemplaar.
Hier had Obsidentify overigens geen moeite met de naamgeving.
Het is wel een bizar model.
De fraaisteelmycena's (Mycena inclinata) zijn een stuk eleganter en doen veel meer aan paddenstoelen denken.
Van de andere kant bekeken krijg je weer een heel ander beeld, zoals zo vaak.
Tot besluit nog twee platen van rodekoolzwammetjes, genomen op een andere dag dan het drietal hierboven.
Een waardig besluit van de maand oktober in Leyduin.

Leyduin heeft weer genoeg materiaal opgeleverd voor een lange post op mijn blog.
Ik hoop dat het in de smaak gevallen is.

Bij deze wens ik iedereen 

PRETTIGE KERSTDAGEN

waarbij ik hoop dat de lockdown niet te hinderlijk zal zijn.








zondag 13 december 2020

AWD - November 2020

November, een maand waarin meestal niet veel te beleven valt in de AWD.
Daarnaast werkten de weersomstandigheden vaak niet mee, veel regen en wind.
De natuur komt in deze maand geleidelijk aan tot rust.
Als het meezit komen er al wintergasten om je af te leiden en bezig te houden, maar dat is mij in 2020 niet overkomen.
Er waren nog wel wat zwammetjes, er was ook nog een restje damhertenbronst.

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.

Maar…… de lightbox werkt bij mij in Google Chrome niet. 

Als je ze toch groter wilt zien moet je stuk voor stuk op elke foto klikken.

Bloggers wegen zijn nog steeds ondoorgrondelijk.


Een enkele vogel was mij redelijk gunstig gezind, zoals deze torenvalk (Falco tinnunculus).
Andere vogels bleven vooral op veilige afstand.
Ik ben deze maand slechts vier keer in het duingebied geweest, waarbij ik niet iedere keer een camera bij mij had.
Deze plaat heb ik gemaakt met mijn telefoon, vooral om te achterhalen welke zwam dit is. 
Het is een prachtvlamhoed (Gymnopilus junonius).
Een grote stinkzwam (Phallus impudicus) had ik niet meer verwacht in november.
Hij had zijn beste tijd wel gehad, er waren ook geen vliegen in hem geïnteresseerd.
Dit zwammetje had mijn speciale belangstelling.
Ik wist van voorafgaande jaren waar ik een kans zou hebben om ze te vinden.
Ik vond begin november een kleine, gedeeltelijk vergane tak waarop een aantal van deze piepkleine zwammetjes groeiden.
Het zijn kopergroene bekerzwammetjes (Chlorociboria aeruginosa).
Bij deze opnamen heb ik weer gebruik gemaakt van mijn macrolens en één of meerdere tussenringen.
Omdat het een losliggende tak was kon ik hem in verschillende standen leggen of neerzetten om zo toch wat verschillende beelden te krijgen.
Nog een laatste om aan te geven hoe verschillend de platen kunnen worden.
En dan was er nog deze hinde.
Zij stond op een zonnige morgen rustig tussen de hoge grassen.
Normaal gesproken zou ik haar niet gefotografeerd hebben, maar ja, het was geen gewone dag voor haar.
Ze was zojuist gedekt door haar partner.
Dat overkomt een hinde ook niet iedere dag.
De bronst was op dat moment nagenoeg voorbij, af en toe hoorde ik nog wat geburl in de verte.
En dan een dekking, volstrekt onverwacht.
Ik had dit nog nooit eerder gezien.
Ze hadden weliswaar wat dekking, gedeeltelijk aan het oog onttrokken dus, maar dat mocht de pret niet drukken.
Het was grappig om te zien hoe hij haar eerst over haar linkerschouder likte,
daarna over haar rechterschouder, voordat hij haar besteeg.

De volgende keer nog een laatste post over Leyduin, waarin zwammen de hoofdrol krijgen. 
Het jaar rond ik dan af met mijn jaaroverzicht.














vrijdag 4 december 2020

Groenendaal 2020 deel 3

 

Als je nu naar buiten kijkt is het duidelijk dat de herfst voorbij is. 
Ook wat paddenstoelen betreft is er nu niet veel meer te beleven. 
Een terugblik op oktober en november laat zien dat er op een relatief klein oppervlak toch veel te vinden was.

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.

Maar…… de lightbox werkt bij mij in Google Chrome niet. 

Als je ze toch groter wilt zien moet je stuk voor stuk op elke foto klikken.

Bloggers wegen zijn nog steeds ondoorgrondelijk.

7 OKTOBER
Als je alleen kijkt naar wat er is afgebeeld is dit geen bijzondere plaat, maar ik was blij dat het mij gelukt was.  
Deze beukenkorrelkopjes (Phleogena faginea) zijn belachelijk klein, slechts enkele mm groot.  
Het kostte mij heel wat moeite om met behulp van een drietal tussenringen deze plaat te maken.
Geweizwammetjes kwam ik dit najaar op veel plaatsen tegen, zoals ik al eerder heb laten zien.  
Deze vond ik toch mooi genoeg om in dit verslag op te nemen.
Een soort die ik andere jaren ook wel in Groenendaal heb gevonden zag ik begin oktober dit jaar voor het eerst:
 de paarse knoopzwam (Ascocoryne sarcoides).
Het zwammetje groeide op dezelfde houtstapel als een groot aantal van de hierna volgende soorten.
De "volwassen" knoopzwammen werden vergezeld door een groot aantal jong grut.
Het rosse buikkussentje (Tubifera ferruginosa) had ik dit jaar nog veel mooier in Leyduin gezien, 
maar het trok ook hier mijn aandacht.
In een tamelijk donker gedeelte van het landgoed sprong de oranje kleur er nadrukkelijk uit.
Toen zat er voor mij maar één ding op: het resultaat is hier te zien.
Terug naar de houtstapel.
Spekzwoerdzwammen (Merulius tremellosus) groeiden daar volop.
Het was wel een puzzel om de juiste zwam eruit te kiezen, zonder dat andere zwammen ook deels in beeld kwamen.
Het is en blijft voor mij een merkwaardige soort.
Een uitdagende soort vind ik het waaiertje (Schyzophyllum commune) dat in verschillende vormen van ontwikkeling te zien was.
Zo gaan ze er na verloop van tijd uitzien.
Het stond er op die houtstapel vol van.
De laatste bijzondere soort van deze dag waren wieltjes (Marasmius rotula).
Ze zijn piepklein, dus mijn tussenringen waren weer nodig om ze goed vast te kunnen leggen.
Een opvallend detail is de gedraaide steel.
Je moet heel goed opletten om ze te vinden, je moet er echt op uit zijn om deze minizwammetjes op te sporen.
Het werken met de tussenringen komt erg precies want onscherpte ligt op de loer.
Een statief of rijstzak en een zelfontspanner zijn onmisbaar.

Tussen dit bezoek en het volgende ben ik meerdere keren in Leyduin geweest.
Daar komt later nog een overzicht van.

4 NOVEMBER


Deze soort heb ik eigenlijk alleen maar gefotografeerd omdat ik geen idee had wat het was.
Ik dacht dat er wellicht met behulp van waarneming.nl duidelijkheid zou komen.
Welnu, het is een klontjestrilzwam (Exidia nucleata).
Zo zie je maar weer, zwammen kunnen de meest onverwachte vormen aannemen.
Het ziet er wel vreemd uit want het lijken net klodders slijm.
Toen ik deze zwam zag dacht ik dat het een variant op de spekzwoerdzwam was.
Het blijkt een oranje aderzwam (Phlebia radiata) te zijn.
In Groenendaal ligt veel gekapt hout, ook omgevallen bomen laat men liggen waar dit mogelijk is.
Het blijkt daardoor voor veel zwammen een paradijs te zijn.

Toen ik de naam van dit zwammetje opzocht via waarneming.nl kreeg ik de suggestie 
witte satijnvezelkop  (Inocybe geophylla).
Het ging mij hier echter vooral om het sfeerplaatje.
De laatste soort die ik laat zien is opnieuw het waaiertje.
Deze groeide op een losliggende tak die ik heb meegenomen naar een geschikte plaats in het bos.
De vorige en deze plaat laten hetzelfde zwammetje zien met een verschillende achtergrond.
Omdat ik kiezen lastig vond laat ik ze allebei zien.
Ik ben begonnen met een waaiertje en ik eindig er ook mee.
Ik vind ze heel fotogeniek.

Voor 2020 is dit mijn "oogst" in Groenendaal.
Het zal geen verrassing zijn als ik daar volgend jaar in de herfst opnieuw te vinden zal zijn.