woensdag 26 februari 2020

Zuidpier 2019/2020

In de wintermaanden ga ik regelmatig naar de Zuidpier en het erbij horende strand.
Het gebeurt regelmatig dat je er interessante soorten vogels ziet of dat er iets te zien is dat je om een andere reden boeit.
Helaas waait het de laatste tijd veel en vooral hard.
Dan wil je er niet zijn, bovendien is de pier dan vaak gesloten omdat het daar te gevaarlijk wordt.
In deze post laat ik een aantal platen zien die ik daar in de maanden oktober t/m februari gemaakt heb.
Sneeuwgorzen ontbreken: ze komen later apart aan de beurt.

Het is vervelend dat de lightbox niet werkt.
Als iemand weet hoe je dat kan oplossen dan hoor ik het graag.

In oktober ging ik voor het eerst in het najaar naar de Zuidpier: gesloten i.v.m. werkzaamheden!
Als je er dan toch bent maak je er maar het beste van. 
Deze kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus), ook wel kapmeeuw genoemd, was daar aan het vissen.
Het was voor mij de sport om er een paar aansprekende plaatjes van te maken.
Deze vond ik wel geslaagd, vooral de bijna 100% symmetrie.
Op het strand liep een aantal grote mantelmeeuwen (Larus marinus) in het water en langs de waterlijn.
Het kostte de meeuw wat moeite om op te stijgen.
De vergelijking met een kolossale Boeing is dan snel gemaakt.
Even later scheerde hij voorbij.
Meeuwen zijn gek op seafood.
De zilvermeeuw (Larus argentatus) was bezig om een "scheermes" leeg te peuteren, 
waarbij hij gezelschap kreeg van een drieteenstrandloper die voortdurend om hem heen liep.
Het bleef niet bij kijken. 
Even later liep de meeuw weg en zag het 3-teentje zijn kans schoon.
Na afloop wilde hij ook nog wel even poseren.
De zilvermeeuw kon natuurlijk niet achterblijven.
Op een andere dag was deze aalscholver bereid om rustig te blijven zitten terwijl hij zijn vleugels in de wind liet drogen.
Er dook zelfs een zeekoet (Uria aalge) op, helaas zoals zo vaak niet dichtbij de pier.
Bijna ieder jaar zie ik er wel een keer rotganzen (Branta bernicla).
Dit was een egotripper.
Erg schuw was hij niet, want hij zwom niet weg maar at rustig verder.
In januari was er gratis seafood voor deze steenloper.
De krab was ongetwijfeld meegebracht door de zilvermeeuw, die nu even pauze nam.
Een krab vangen zal de steenloper niet lukken, maar hem leegpeuzelen als hij klaar ligt kostte geen moeite.
De zilvermeeuw eiste zijn prooi al gauw weer op.
Vol overgave ging de meeuw met de maaltijd aan de slag.
Het is toch een hele prestatie van de meeuw om zo'n krab te vangen en mee te nemen naar een plek waar hij hem kan gaan opeten.
Bij de pier worden regelmatig kuifaalscholvers (Phalacrocorax aristotelis) waargenomen.
Een vogelkenner wees mij op dit exemplaar.
Aan drieteenstrandlopers geen gebrek.
Ik hoefde geen positie laag bij de grond te kiezen, maar kon profiteren van een strandlopertje dat op een van de grote betonblokken, 
die dienen als versteviging van de pier, naar voedsel zocht.
Oeverpiepers (Anthus petrosus) werken maar sporadisch mee.
Zij zijn heel beweeglijk en gaan graag op voor fotografen onmogelijke plaatsen zitten.
Paarse strandlopers zijn mij de afgelopen maanden gunstig gezind geweest.
Ze gingen vaak op aantrekkelijke plekken zitten.
Bij de pier wordt ook veel gevist en niet alleen met hengels.
De vlucht vogels maakt duidelijk dat het vissen in volle gang was.
Het beeld werd bij het voorbij varen volkomen anders.
Ik vind het een mooi gezicht waar ik wel vaker plaatjes van schiet.
 De vissersbootjes zijn veel minder indrukwekkend dan vrachtboten die je op weg naar de haven van IJmuiden ook wel ziet passeren.
Foto's daarvan passen hier wat minder goed.


woensdag 19 februari 2020

Vledder - Steenmarter, bunzing en zwerfkat

Zoals beloofd zal ik nog meer beelden laten zien van mijn bezoek aan een observatiehut in Vledder.
Uit de titel blijkt al dat ik de das een eigen editie gun, die ik over enkele weken zal publiceren.
De steenmarter was één van de hoofddoelen, dus daarom open ik met een plaat van deze schoonheid.

Het is vervelend dat de lightbox niet werkt.
Als iemand weet hoe je dat kan oplossen dan hoor ik het graag.

Bunzings lieten zich regelmatig zien, 
maar meestal verplaatsten ze zich razendsnel of ze doken op een plaats op waar we niet op gerekend hadden.
Vooral bij deze snelle roofdiertjes waren de beperkingen van mijn apparatuur merkbaar.
Gelukkig werkten ze soms wel goed mee, zoals bij deze holle boomstam.
Er waren eieren in verstopt, waar bunzings stapelgek op zijn.
Ze letten bij het uit de holte tevoorschijn komen steeds goed op, want hun prooi aan een concurrent verliezen wilden ze vanzelfsprekend niet.
Ik vind al deze roofdiertjes fascinerend, waar nog bij komt dat je ze allesbehalve makkelijk voor je lens kunt krijgen.
Op een gegeven moment dook deze rare snuiter op. 
Daar hadden we absoluut niet op gerekend.
Maar deze zwerfkat was hier duidelijk vaker geweest.
Hier in volle glorie.
Zij wist duidelijk waar ze naar voedsel moest zoeken.
Ondervoed was ze beslist niet.
De marters storen zich volgens zeggen niet aan deze kat, maar wachten rustig hun beurt af.
Bunzings, steenmarters en dassen zagen we ook geen enkele keer tegelijkertijd.
Hier kwamen we voor, een steenmarter.
Heel behoedzaam kwam hij in beeld.
Hij wist waar hij het zoeken moest.
Ik had de foto staand moeten nemen, maar daarvoor was ik te laat.
Net als de bunzing wist hij/zij waar hij/zij moest zijn.
Het was wel goed zichtbaar dat alleen de gedachte aan een lekker hapje  het water in de bek deed lopen.
We weten niet hoeveel verschillende steenmarters we gezien hebben, maar het waren er minstens twee.
De neuzen bijvoorbeeld hadden niet steeds dezelfde kleur.
In totaal verscheen er vier keer een steenmarter goed in beeld.
Het licht viel er niet telkens op dezelfde manier op.
Hier was het licht mooier en daardoor was ook de sluitertijd korter.
Dat kwam de opname natuurlijk wel ten goede.
Het gaf mij een heel mystiek gevoel als de marter uit het donker achter de stam opdook.
Ook al zag je ze uit de begroeiing aankomen, ze verdwenen vaak weer achter de liggende stam.
De spanning steeg dan, want je wist nooit waar hij zich zou laten zien.
Toen hij dan uiteindelijk zó te zien was waren we uitermate tevreden.
Een hoge ISO waarde deerde ons niet.
Je weet dat het nog beter kan, maar niet met onze apparatuur.

Het was jammer dat er niet even een boommarter kwam kijken.
We hadden dan het verschil tussen de twee soorten kunnen zien.
Wellicht gaan we nog eens in de herhaling, want het smaakte beslist naar meer.

woensdag 12 februari 2020

AWD - Januari 2020

Het overzicht van de maand januari 2020 blijft beperkt tot slechts drie soorten en wel grote zaagbekken (zie boven), brilduikers en krooneenden.
Er was af en toe wel wat meer te zien maar dat leverde geen plaatjes op die ik hier wil laten zien.

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.
De lightbox in Google werkt om een voor mij onduidelijke reden helaas niet.
Met Firefox of Internet Explorer lukt het wel.


Brilduikers waren er nog steeds.
Ik heb voortdurend het gevoel dat het er vergeleken met vorig jaar veel minder waren.
In het overzicht van december heb ik ze ook al opgenomen.
Ik vind het mooie vogels die het je niet makkelijk maken om ze mooi te fotograferen.
In een kanaaltje trof ik een zestal grote zaagbekken.
Je moet geluk hebben dat ze niet alleen op beschaduwde plekken zwemmen, maar ook de zon opzoeken. 
De kleuren kunnen dan tenslotte veel mooier uitkomen .

Zoals hierboven te zien is hebben zelfs grote zaagbekken ook wel eens jeuk.
De vrouwtjes gingen vooral hun eigen gang, de mannetjes verdroegen elkaar maar matig.
Na het poetsen kwamen ze even omhoog om met de vleugels te wapperen.
Deze pose vond ik wel aardig voor de afwisseling.
Zij dacht "Bekijk het maar, maken jullie je maar mooi en vooral druk.
Jullie moeten meer te bieden hebben" en zwom weg van de drukte.
En druk maakten de mannen zich.
Dit mannetje ging niet razendsnel achter het vrouwtje aan, maar werd weggejaagd door een jaloerse mededinger.
Concurrenten moesten uiteraard weggejaagd worden en bovendien moesten de vrouwtjes geïmponeerd worden.
Er waren drie mannetjes en drie vrouwtjes, maar blijkbaar waren het nog niet drie paartjes.
Zij zocht de rust op.
Hij volgde na een tijdje.
Krooneenden (Netta rufina) kreeg ik op een mooie zonnige morgen goed in beeld.
Een grote groep had een rustige uithoek opgezocht, waarbij zoals zo vaak de mannetjes het meest opvielen.
De eenden hebben de gewoonte zich soms in het riet terug te trekken.
Dit tweetal was op weg.
Dit paartje had het zelfde plan.
Het aantal op het water kan dan na een tijdje sterk verminderd zijn, 
waardoor je de indruk krijgt dat er maar weinig leven is op de plas.
Zonder aanwijsbare reden  komen ze na een tijdje weer tevoorschijn.
Intussen was het mij gelukt een betere plek langs de oever te vinden waarbij ik een behoorlijk vrij zicht had op het water.
Zó wil je ze vanzelfsprekend graag zien.
Waar ze ook zwemmen, het zijn schitterende eenden.
Zo zie je ze niet vaak, ik in ieder geval niet.
Het is een mooie plaat om januari mee te besluiten.