dinsdag 26 maart 2019

Haarlemmerliede

Lepelaars (Platalea leucorodia) nestelen meestal op de grond, 
maar in Haarlemmerliede is sinds 15 jaar een kolonie lepelaars in bomen te zien.
Tot 2018 kon je de vogels alleen vanaf de ernaast liggende weg bekijken maar dit jaar kan je ze ook volgen via een tweetal webcams: https://www.landschapnoordholland.nl/beleef-de-lente/webcam .
In één van de nesten waren de afgelopen week al twee eieren te zien via één van de webcams.
In deze post gaat het uitsluitend over de voorbereidende bezigheden van de vogels.
Met dit beeld wil ik laten zien dat het geen eenvoudige opgave voor de vogels was om met een snavel vol takken het nest te bereiken.
De weg werd ook wel eens versperd.
In de eerste helft van maart heeft het vaak hard gewaaid.
Er is daardoor zelfs een nest uit een boom gevallen.
In de harde wind is het natuurlijk lastig manoeuvreren en balanceren.
De kuif stond niet omhoog door opwinding maar uitsluitend door de wind.
Hier gaat het natuurlijk om.
De ene vogel broedt, de andere brengt takken om het nest te verstevigen.
Ze kunnen natuurlijk wel een nest bouwen, maar er is ook ander werk aan de winkel.
Enigszins verscholen achter de talloze takken werd gepoogd voor nageslacht te zorgen.
Dit stel slaagde erin datgene te doen wat er voor nodig was, voor zo ver ik dat kon zien.
Ik zag ook een poging waarbij het mannetje van de rug van zijn partner kukelde.
Onhandigheid, gebrek aan ervaring of was het toch de harde wind?
Hij zal ongetwijfeld zijn geluk nogmaals geprobeerd hebben.
Al dat zoeken naar geschikte takken was geen eenvoudige klus.
Lepelaars zijn echt ware evenwichtskunstenaars.
Ze mooi op de foto krijgen is in zo'n takkenrijke omgeving ook nog een hele toer.
In de nabije omgeving gingen ze op zoek naar voedsel.
Meestal kwamen ze terug met een portie takken in hun snavel geklemd.
Één lepelaar probeerde in een vlakbij gelegen weiland geschikt nestmateriaal te vinden.
In de periode dat nesten moesten worden gebouwd of gefatsoeneerd was dit een steeds terugkerend beeld.
Als nesten gefatsoeneerd moeten worden gaat het vaak om verlaten reigernesten. 
Er nestelen naast en in de lepelaarskolonie ook blauwe reigers.
Met tegenlicht krijg je een heel ander beeld.
En dan volgt na de terugkeer een nieuwe uitdaging: zonder achter een tak te haken een veilige landing maken.
Het was een voortdurende aaneenschakeling van takken brengen en snel weer op weg gaan voor nieuw nestmateriaal.
De rennende beweging in de lucht geeft goed weer dat het een haastklus was.
Er waren zoveel takken rond het nest dat de slimmeriken daar gebruik van maakten bij het zoeken naar nieuw nestmateriaal.
Het viel niet mee om een vrije doorgang te vinden om weer weg te vliegen.
Een foto maken van een lepelaar die niet teveel verscholen gaat achter takken was een voortdurende puzzel.
Hoog in de bomen naar geschikte takken zoeken was voor de lepelaar lastiger door de grotere invloed van de wind,  
maar voor de kijkers en fotografen is zo'n positie natuurlijk veel mooier.
De lepelaar had zo hoog een heel wankel evenwicht.
De vleugels waren hard nodig bij het bewaren van de balans, maar valpartijen heb ik niet gezien.
In volle actie.
Nu is het wachten tot de jongen geboren worden.
Het is dan ook weer afwachten hoe goed de opgroeiende jongen te zien zullen zijn.
Via de webcams zal het zeker lukken.


dinsdag 19 maart 2019

Tierra del Fuego (Vuurland) - watervogels

Tierra del Fuego (Vuurland) sprak altijd al tot mijn verbeelding.
Tijdens onze reis naar Patagonië kwam het er eindelijk van om Vuurland eens te bezoeken, een wens ging in vervulling.
We bezochten onder meer Ushuaia, het zuidelijkste stadje ter wereld en vertrekpunt voor reizen naar Antarctica.
In de haven van Ushuaia zagen we een aantal zuidelijke reuzenstormvogels (Macronectus giganteus).
Sommige vogels zochten naar voedsel langs de rotsige oever van de haven.
Het zijn onverschrokken rovers die graag in kolonies pinguïns op zoek gaan naar eieren en kuikens.
Deze reigersoort had ik in de haven niet verwacht: een kwak (Nycticorax nycticorax).
Ik vond de kleuren toch niet helemaal lijken op wat ik gewend was.
Er blijken echter enkele ondersoorten te bestaan, waarvan de Zuid-Amerikaanse soort N.N. obscurus genoemd wordt.
In het wild heb ik een volwassen kwak nog nooit van zo dichtbij gezien.
In iedere haven tref je wel meeuwen aan, zo ook in Ushuaia.
Deze meeuwensoort was nieuw voor mij: een dolfijnmeeuw (Leucophaeus scoresbii).
De meesten lagen in het zonnetje op een grasveldje langs het water, een enkeling vond een plek op de stenen langs de oever.
Vanuit de haven van Ushuaia hebben we een boottocht gemaakt over het Beaglekanaal.
 Beagle is de naam van het zeilschip dat vooral bekend is van de reis om de wereld die Charles Darwin vanuit Engeland maakte via Patagonië, de Galapagos eilanden, Australië en Zuid-Afrika weer terug naar Engeland.
Op enkele eilandjes waar we langzaam langs voeren zagen we kolonies magelhaenaalscholvers (Phalacrocorax magellanicus).
Deze beelden van de aalscholver in lentestemming had ik al eerder gemaakt in de buurt van Puerto Madryn, 
een stuk noordelijker aan de oostkust.
De mannetjes houden ervan om in de lente een mooie show op te voeren om de vrouwtjes te imponeren.
Het was geweldig om te zien.
Dit stelletje is wél bij het Beaglekanaal vereeuwigd,  op de richel waarop ze nestelden.
Samen geven ze een mooi beeld van deze aalscholversoort.
Bij een eilandje mochten we even aan land. 
Erg bijzonder was dit niet, de Chileense grote jager (Stercorarius chilensis) was de enige goede reden om aan land te gaan.
Op het eilandje zagen we maar één Chileense grote jager, maar in de lucht en op het water waren er meer.
Aan aalscholvers geen gebrek.
Ik stel u voor aan de keizeraalscholver (Phalacrocorax atriceps).
Er waren grote kolonies die uit de verte leken op kolonies pinguïns. 
Vanaf het dek van de boot was het een sport om ze te fotograferen als ze uit het water omhoog kwamen en langs ons vlogen.
Vaak hadden ze een snavel vol met plantaardig materiaal, waarschijnlijk voor het zeer bescheiden nest.
Vuurland leent zich ook prima voor wandeltochten.
Als je het treft kom je dan grijskopganzen (Chloephaga poliocephala) tegen.
De ene keer waren ze wat meer benaderbaar dan de andere.
Dit type meeuw doet denken aan een mantelmeeuw.
Het is echter een kelpmeeuw (Larus dominicanus).
Ze zijn gek op seafood.
Ik zag hoe ze een schelp mee de lucht in namen waarna ze deze stuk lieten vallen op de rotsen.
Weer een mooi voorbeeld van de slimheid van dieren.
Dit tweetal reuzenbooteenden (Tachyeres pteneres) had lentekriebels.
Het mannetje klom op het vrouwtje en dwong haar de onderwaterwereld te bekijken, ze was nauwelijks zichtbaar meer.
Ze zat er duidelijk niet mee, het ritueel werd gewoon voortgezet, waarbij ze op het oog in extase raakte.
We werden onthaald op een fraaie show.
Zwartmaskeribissen (Theristicus melanopis) zijn schitterende vogels die tijdens de wandeling wat op afstand bleven.
Omdat ze ook bij deze omgeving horen laat ik hier een paar platen zien die ik al eerder had gemaakt.
Het zijn prachtig gekleurde vogels die we op verschillende plaatsen in het land gezien hebben, 
zelfs nestelend in de boomtoppen van de bomen in de grootste straat van een stadje waar we enige tijd verbleven.
Deze schoonheid vind ik een waardige afsluiter van deze post.

dinsdag 12 maart 2019

Haarrijnseplas

Van Maria kreeg ik door dat er een parelduiker in de omgeving van de Haarrijnseplas was neergestreken.
Aanvankelijk lukte het mij niet om daar eens heen te gaan maar op 26 februari was het dan zo ver.
Tot mijn geluk was de vogel er nog steeds, gelukkig ook in het toevoerkanaal naar de plas. 
Dus voilá:  een parelduiker (Gavia arctica).
Hij was nieuwsgierig, hoewel hij wel wat gewend moest zijn na de aandacht van de afgelopen weken.
Duiken deed hij vaak, waardoor het steeds weer een gok was waar hij weer boven water zou komen.
Ik kreeg hem in volle glorie te zien.
Niet veel later ging hij de plas op waardoor hij te ver weg zwom om er nog behoorlijke plaatjes van te kunnen maken.
Later die morgen zag ik hem opnieuw,  maar toen had ik last van tegenlicht en bleef hij wat te ver weg naar mijn zin.
De aandacht verschoof naar een witte kwikstaart (Motacilla alba),  de eerste die ik in 2019 zag.
Gelukkig was hij niet al te schuw waardoor ik de kans kreeg om hem op de plaat te krijgen met een mooi laag standpunt.
Het was een mooie, zonnige dag.
De kwikstaart had het prima naar zijn zin en floot er lustig op los.
Aalscholvers (Phalacrocorax carbo) kan je er ook regelmatig zien.
Zijn vleugels spreiden deed hij alleen toen we nog op wat grotere afstand waren.
In de plas zag ik ook nog een aantal geoorde futen (Podiceps nigricollis).
De plaatjes die ik heb geschoten leken nogal op elkaar dus ik volsta met één afbeelding.
Een kuifduiker (Podiceps auritus) bleef wat te ver weg om er fatsoenlijke plaatjes van te kunnen maken.
Bovendien had ik ook weer last van tegenlicht.

Dan kan ik maar beter een exoot laten zien:
In de bollenvelden bij De Zilk was een kleine trap (Tetrax tetrax) neergestreken.
Bijna heel vogelminnend Nederland was in rep en roer en kwam massaal op de vogel af.
Ook de regionale krant Haarlems Dagblad wijdde er een artikel aan.
Maar helaas, de vogel bleef op nogal grote afstand (ook al omdat er een vaart tussen de weg en de bollenvelden lag), waardoor volgens mij iedereen moest volstaan met een gecropt bewijsplaatje.
Deze plaat is ook flink gecropt, meer zat er niet in.

Tijdens het observeren van de kleine trap zwom een fuut (Podiceps cristatusvoorbij die zijn best deed om de aandacht te trekken.
Dat is gelukt: