vrijdag 18 november 2022

Gevarieerd assortiment zwammen

Na een lange, droge zomer is het altijd maar afwachten of er in het najaar paddenstoelen te vinden zijn.
In de afgelopen maanden is blijkbaar toch voldoende neerslag gevallen, want paddenstoelen waren weer overal te vinden.
Ik heb een selectie gemaakt van soorten die niet allemaal tot de meest gangbare behoren.
Om te beginnen is er de witte kluifzwam (Helvella crispa) die ik bij mij in de buurt in VENNEPERHOUT vond.
Deze kluifzwammen vallen op door hun grillige vormen, waardoor ze bij paddenstoelenliefhebbers toch niet populair zijn.
Je krijgt toch enigszins het idee dat er een genetisch defect is, 
maar bij de zwarte kluifzwammen krijg je dezelfde bizarre vormen.
Het hoort dus echt bij kluifzwammen.
Ik vind het een uitdaging om er opvallende platen van te maken.
Of mij dat gelukt is,  is ter beoordeling aan anderen.
Er was keus genoeg, want ik denk dat er door het hele gebied zeker 100 te vinden waren.
Geen enkele kluifzwam leek op de andere.
Nog een laatste om de kluifzwammen mee te besluiten.
Hierna komen de meer vertrouwde soorten.

Als eerste komt LEYDUIN aan de beurt.
Het kleverig koraalzwammetje (Calocera viscosa) kent iedereen wel.
Dit jaar stond het er minder florissant bij vergeleken met de hieraan voorafgaande jaren.
Sombere honingzwammen (Armillaria ostoyae) trokken eveneens mijn aandacht. 
Het is mij een raadsel waarom ze somber genoemd worden.
Ik heb om de een of andere reden iets met stinkzwammen.
Ik was daarom natuurlijk blij dat ik deze kleinste vertegenwoordiger van de stinkzwammen weer vond.
Het valt niet mee om er behoorlijke platen van te maken want ze hebben meestal de vorm die op de afbeeldingen te zien is.
Bovendien staan ze nogal eens op onmogelijke plaatsen.

De oogst was tamelijk mager, dus in november heb ik het nog een keer geprobeerd.
Wat ik toen gezien heb komt in een andere post.

Het volgende gebied is GROENENDAAL.
Geweizwammetjes (Xylaria hypoxylon) waren overal te zien, 
maar vaak valt het niet mee om een rustige compositie te vinden.
Dit was het beste resultaat.
Ieder jaar komen op een grote omgewaaide stam pruikzwammen (Hericium erinaceus)  tevoorschijn.
Dat komt mooi uit want meestal zie je ze tamelijk hoog in beuken, waar ze het meest op groeien.
 Erinaceus betekent in het Latijns "egel".
 De naam is dus niet toevallig gekozen want de lange stekels doen blijkbaar denken aan een egel.
Pruikzwammen worden ook wel eens apenkop genoemd. 
Daar heb ik nog wel uitleg bij nodig.
In het Engels heten ze lion's mane mushroom.
Dat snap ik dan weer wel.
En of je het gelooft of niet: ze zijn eetbaar!
Nog zo'n merkwaardige zwam: een zwavelzwam (Laetiporus sulphureus).
Hij viel mij al van een afstand op door de witte kleur.
Ze kunnen nog veel groter worden zoals ik in november in de AWD zag.
Even een stapje terug naar een ieniemienie zwammetje.
Het is een soort mycena, waarschijnlijk een suikermycena (mycena adscendens),
 zoals waarneming.nl met 70% zekerheid voorstelt.
Tussen de vele grotere soorten mogen de kleintjes niet overgeslagen worden.
Hoe maak je onderscheidende plaatjes als je een porseleinzwam (Oudemansiella mucida) wilt vereeuwigen?
Waarschijnlijk is dat een kansloze missie, maar je kan er in ieder geval voor jezelf iets moois van maken.
Het is niet moeilijk voor te stellen waarom ze populair zijn.
Ze zijn bijzonder fotogeniek.
Ook insecten komen graag even buurten.
Ten overvloede nog een bewijs dat ze bij mens en insect in de smaak vallen.

En dan blijft er deze keer nog één gebied over, waarbij ik onvermijdelijk moet denken aan de nog niet vergeten blogger Dick Vermey, die ruim 1½ jaar geleden overleed.
Leyduin, Groenendaal en de "woestijn" in de AWD waren voor ons beiden gebieden waar we graag kwamen en waarover we onze ervaringen uitwisselden.

De "woestijn" in de AWD is dan ook het laatste gebied dat nu in beeld komt.
Een zeer gangbare soort in dit gebied is de duinfranjehoed (Psathyrella ammophyla), 
waar ik deze keer toch niet naar op zoek ben geweest.
Ze horen er echter wel bij.
Ik ging onder andere voor de duinstinkzwam (Phallus hadriani), maar aanvankelijk zag het ernaar uit dat ik te laat was.
Gelukkig vond ik een duivelsei, waaruit ze groeien.
Ook al weet je dat ze zich in een aantal uren flink kunnen ontwikkelen ging het mij net iets te ver om daarop te wachten.
Helemaal enthousiast was ik toen ik dit exemplaar vond.
Er lag weliswaar een aantal zwammen die hun beste tijd al ruimschoots gehad hadden, 
maar ik wilde natuurlijk ook een min of meer vers exemplaar vinden en fotograferen.
Mijn wens kwam uit.
Een ander doel was het zandtulpje (Peziza ammophila).
2022 was blijkbaar een goed zandtulpenjaar want ik vond er meer dan ooit tevoren, zeker honderd.
Ze komen als een bolletje uit het zand tevoorschijn en vouwen zich langzaam maar zeker open.
Hier heb je zelfs een tweetal, met een beetje fantasie moeder en kind.
Zandtulpjes zijn saprofyten.
Ze groeien in duingebieden op dood organisch materiaal en afgestorven helm, dat onder het zand verscholen ligt.
In deze vorm doen ze aan een bloem denken.
De grootste had een diameter van 5-6 cm.
Ze hebben een soort steel die heel kwetsbaar is.
De steel zal dan ook nooit boven het zand uitkomen.

Ik had niet het idee dat ik dit jaar hier nog een aanvulling op zou kunnen geven.
De natuur heeft mij echter zoals zo vaak weer verrast, waardoor ik met een vervolg kan komen in een latere post.

Deze post besluit ik op passende wijze.
De insiders weten wel waarom ik juist dit beeld gekozen heb.


zaterdag 5 november 2022

Damhertenbronst 2022


De bronst van de damherten behoort tot de bijzondere gebeurtenissen in de Amsterdamse Waterleidingduinen. 
Natuurlijk maak je het ene jaar meer spectaculaire momenten mee dan het andere.
Een belevenis is het echter iedere keer.

Het burlende damhert op de startfoto stond behoorlijk dichtbij mij.
(de foto is niet gecropt, brandpuntsafstand 250 mm, 100-400 mm lens)

Hij wilde indruk maken met zijn krachtige postuur en zijn stemvolume.
Dat lukte hem helemaal.

Daarna ging hij iets verderop rustig liggen!
Hij zag dat ik geen bedreiging voor hem was.

Toen ik op 4 oktober onderweg was naar mij favoriete bronstplek zag ik al enkele herten die elkaar de maat namen.
 Niet veel later stond er één uitgebreid te vlaggen.
Een geurtje achterlaten om je territorium af te bakenen hoort er tenslotte bij.
Op de bij de herten populaire plek deden twee stoere mannen net of ze elkaar niet zagen.
Even later knalden de geweien op elkaar, maar dat speelde zich vooral af tussen de bomen.
Het was verbazingwekkend om te zien hoeveel herten hier een bronstkuil hadden.
Ze lieten zich zo vaak horen, dat het leek alsof het van alle kanten op mij af kwam.
Wat een geluid!
Dit hert was ergens ontevreden over, gelet op de stand van zijn staart.
Even daarvoor had hij een flinke hoeveelheid "dropjes" laten vallen.
Op 7 oktober was ik er weer.
Het eerste dat opviel was dit statige hert dat een strategische positie had uitgekozen.
Hij kon alle concurrenten zo overal zien.
In tegenstelling tot de vorige keer zag ik nu een aantal hindes.
Zoals te verwachten was met zoveel hitsige mannen om hen heen waren ze heel erg oplettend.
Met zijn vieren omringd door tientallen opgewonden herten werd hun te veel.
Wegwezen dus, en wel zo snel mogelijk.
Hij had het nakijken, sneu.
Hij had zich toch zo goed voorbereid.
Zijn gewei was mooi geveegd, zijn nek was een stuk gespierder dan in de zomer.
Hij was op zijn mooist en sterkst, maar zijn geduld werd nog meer op de proef gesteld.
Gevechten zag ik deze dag wel, maar steeds op afstand of teveel tussen de begroeiing.
Hoewel de meeste herten hun gewei aan lagere struiken vegen had dit hert voor een alternatieve aanpak gekozen.
Zo zie je een damhert niet zo vaak.
Op 12 oktober ging ik er voor de derde keer heen.
Vanaf een duintop zag ik een tweetal aan het bakkeleien, zo te zien met een scheidsrechter erbij.
Er bestond geen twijfel over de afloop.
Het was nog een beetje fris in de vroege ochtend.
Dit hert hoefde niet eens te burlen om een dampwolkje te produceren.
Ademen was al voldoende.
Er was weer overal geburl, er werd weer overal onrustig heen en weer gerend.
Ook nu was de adem van het hert goed te zien.
Net als vorig jaar had ik het rijk alleen.
Geen hert had last van mijn aanwezigheid, zeker omdat ik meestal ergens rustig stond of zat.
Maar wat waren er veel herten.
Niet zoveel op een kluit als ik jaren geleden in een vroegere periode van het jaar zag (let bijvoorbeeld op de bastgeweien), maar het waren er minstens 50 om mij heen en zeker 100 als ik de cirkel nog wat ruimer schatte.
Allemaal onrustig, want waar bleven de hindes?
Het was voor 100 % een mannenwereld, dus het was voorspelbaar wat er ging gebeuren.
Elkaar uitdagen en vechten!
Het linker- en rechterhert hadden kort hiervoor elkaars krachten gemeten, 
waarbij het middelste hert zich beperkte tot toekijken.
Toen het rechterhert wegrende bemoeide het middelste hert zich er ook nog even mee en wilde een potje meevechten.
Het werd zo wel wat chaotisch. 
Even snel als het begonnen was keerde de rust bij dit drietal weer terug.
In een meer beschaduwd gedeelte deden twee herten opnieuw of ze elkaar niet zagen.
Ze wisten allebei wel beter.
Ze moeten toch wát als er geen hindes in de buurt zijn. 
Met een lijf vol testosteron en met zorgvuldig opgebouwde spieren moeten ze toch af kunnen reageren.
Grazen en rustig in hun geurende bronstkuil liggen is in deze tijd voor hen ook niet de gewenste dagbesteding.

Gevechten heb ik ook deze dag volop gezien, maar wat minder van dichtbij dan in andere jaren.
Wellicht dat ze in de dagen hierna nog wel meer kansen geboden hebben, maar ik vond het mooi geweest voor dit jaar.

Teruglopend keerde de rust langzaam maar zeker terug, 
al bleef het geluid van het burlen op de achtergrond wel hoorbaar.
Op veilige afstand van al die drukte en onrust liep dit hertje.
Over een jaar is zij waarschijnlijk ook actiever betrokken bij het hele gebeuren.
Dit tweetal zal er dit jaar nog wel wat van gaan merken.
Als de hinde er klaar voor is zoekt zij ongetwijfeld een geschikte partner, haar kalf dan een tijdje alleen latend.
Klagende kalfjes zijn er altijd wel rond de bronstplekken te vinden, 
zich geen raad wetend met het onverwachte gedrag van hun moeder die dan even geen aandacht voor haar kind heeft.
Het hert waar ik dit verslag mee begonnen ben mag ook zorgen voor een passende afscheidsgroet.