zaterdag 31 oktober 2020

Marters

Het heeft wat langer geduurd dan ik had verwacht maar hier zijn ze dan:
 de steenmarter en de boommarter.
Het is en blijft een bijzondere ervaring om in het donker wild te observeren en te fotograferen.
Ik kan het iedereen aanraden, al is het wel wat kostbaar vergeleken met andere hutten (info: Wildernistrek )
Fotograferen is daar een kunst op zich.
Er wordt weliswaar verlicht, maar ik heb voornamelijk gefotografeerd met ISO 6400 - net als bij de beelden van de egel en kerkuil in een vorige post - en bovendien enkele stops onderbelichting om een geschikte sluitertijd te krijgen.
In de nabewerking kan je wel weer corrigeren voor de onderbelichting.
Het speelt natuurlijk bovendien een rol hoe gevoelig je lens is. 
Mijn maximale diafragma was overigens 5,6.
  

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.

Maar…… de lightbox werkt bij mij in Google Chrome niet. 

Als je ze toch groter wilt zien moet je stuk voor stuk op elke foto klikken.

Bloggers wegen zijn nog steeds ondoorgrondelijk.


Ik ben begonnen met een steenmarter.
Hier is dan de boommarter (Martes martes) die ik nog nooit eerder had gezien.
 De oren zijn duidelijk groter dan van de steenmarter en daarnaast is de gelere borstvlek een goed middel om ze te onderscheiden.
Marters en bunzings zijn gek op eieren.
Er zijn er daarom een aantal verstopt.
De marters weten natuurlijk precies waar ze moeten zijn, want ze komen hier dagelijks.
Toen wij net gekomen waren zagen we in de schemer bunzings heen en weer schieten.
Toen de verlichting aan ging zagen we nog één keer een bunzing snel verdwijnen, maar terugkomen was er niet meer bij,
in tegenstelling tot bij een eerder bezoek.
Voordat de boommarters zich lieten zien hield een egel ons een tijdje bezig, zoals ik in een eerdere post al heb beschreven.
Maar als er dan een boommarter prachtig in beeld komt is het duidelijk waarom je gekomen bent.
Wat een schitterende dieren.
Nadat de boommarters weer verdwenen waren  bleven egels actief, 
terwijl er ook nog als volstrekte verrassing een kerkuil opdook, zoals ik al eerder heb laten zien.
Maar ook de steenmarters (Martes foina) kwamen op het voer af.
Ze zochten naar eieren en naar ander verstopt lekkers.
Je weet nooit wanneer ze komen maar ze schijnen werkelijk iedere avond te verschijnen.
Gelijk hebben ze, want er is altijd iets te eten.
Ook dassen zijn er regelmatig te zien, maar niet op deze avond.
De marters waren heel erg waakzaam en watervlug.
Onverwacht doken ze uit de duisternis op, waarbij hun kop en borst mooi verlicht werd.
Het kon soms een flinke tijd duren voordat er weer een marter opdook.
Geduld werd echter keer op keer beloond.
Egels, ratten en de kerkuil zorgden voor zoveel afleiding dat je toch geen kans kreeg om je te vervelen.
Waakzaam moest je uiteraard voortdurend zijn.
De neus van steenmarters is wat meer vleeskleurig terwijl die van volwassen boommarters zwart is. 
Om het makkelijk te maken is de neus van jonge boommarters ook vleeskleurig.
Je hoeft natuurlijk niet iedere keer maximaal in te zoomen.
Het verschil tussen beide soorten marters is zo mooi te zien.
Na een tijdje zonder actie was er ineens weer een boommarter, 
op zoek naar iets eetbaars in de holle boomstam waar ook steenmarters en bunzings graag zochten.
Ze scharrelden ook even vóór de boomstam.
Op een gegeven moment dook er één net naast het venster van de hut op, vlakbij dus, 
maar zo onverwacht dat het niet lukte om er een plaatje van te maken.
Zo krijg je weer een heel ander beeld, als je de omgeving er meer bij betrekt.
Je kan aan de kop goed zien dat het geduchte roofdieren zijn.
Ze worden niet bedreigd, maar er kan flink op gejaagd worden als ze overlast veroorzaken.
Wat een bijzonder moment als er twee tegelijk verschijnen. 
Je hoopt dan dat ze op hetzelfde moment onze kant op kijken maar dat zat er niet in.
Uiteindelijk werd het erg rustig en werd het tijd om naar ons vakantieverblijf te gaan dat gelukkig in de buurt lag.
In de omgeving was het al flink mistig geworden maar daar hadden we in de hut niets van gemerkt.

Het was opnieuw een bijzondere avond geworden.



zaterdag 24 oktober 2020

Groenendaal en Leyduin deel 2

Bij het zoeken naar en fotograferen van paddenstoeltjes krijg je soms onverwachte belangstelling. 
Zo gebeurt het soms dat voorbijgangers zich afvragen wat ik aan het doen ben.
Soms kunnen ze niet zien wat het onderwerp is omdat het erg klein is.
 Ze vragen zich dan ongetwijfeld wel eens af of het wel goed met mij gaat omdat het net lijkt dat ik bijvoorbeeld door mijn camera naar een stuk hout zit te kijken.
In het bijzonder als ik een tijdje vrijwel roerloos op mijn knieën voor dat stuk hout zit maakt het mensen nieuwsgierig.
Natuurlijk komt het ook voor dat ze niet goed kijken.
Tenslotte zijn er mensen op wie het bovenstaande niet van toepassing is en die oprecht geïnteresseerd zijn en wel eens interessante tips hebben.
Het overkwam mij ook dat een bosmuis zich geen raad wist met dat vreemde schepsel dat vlakbij haar hol bezig was.
Ze keek het even aan, rende wat heen en weer, bekeek mij een paar keer vanuit de dekking en rende uiteindelijk weg met een jong in haar bek!
Het kan ook een meidoornkielwants (volgens waarneming.nl) zijn die je even indringend aankijkt.
Ik dacht trouwens zelf dat het een  roodpootschildwants was.
Kortom, je blijft niet onopgemerkt. 

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.

Maar…… de lightbox werkt bij mij in Google Chrome niet. 

Als je ze toch groter wilt zien moet je stuk voor stuk op elke foto klikken.

Bloggers wegen zijn nog steeds ondoorgrondelijk.

 

Ik begin deze keer met GROENENDAAL.

Op een omgevallen vermolmde boomstam trof ik deze gele hoorntjes (Calocera cornea) aan.
Ze worden hooguit 1 cm hoog.
Op een bemoste vermolmde boomstam groeide dit esdoornhoutknotszwammetje (Xylaria longipes).
Wellicht niet moeders mooiste, wel opvallend ondanks zijn geringe lengte.
Om dit zwammetje te vinden moest ik goed opletten.
Het is vermoedelijk een suikermycena (Mycena adscendens).
Zonder tussenringen zou ik hier een wel heel erg klein zwammetje laten zien.
Ook in dit geval gaat het ongetwijfeld om een soort mycena.
Ik heb echter geen idee welke soort het is en ik maak mij daar eerlijk gezegd ook niet druk om.
Een mooie compositie was hier tenslotte het hoofddoel.
Deze soort kent volgens mij iedereen die op zoek gaat naar paddenstoelen.
Ze waren ruim vertegenwoordigd, al moet je natuurlijk wel goed kijken om een geschikt exemplaar te vinden om te fotograferen.
Het zijn geweizwammetjes (Xylaria hypoxylon).
Ook nu bewezen mijn tussenringen hun waarde.
Het zonlicht was in de schaduwrijke omgeving net mooi tussen het gebladerte doorgedrongen.
En daar is hij dan nog een keer (met 99% zekerheid volgens waarneming.nl),
de meidoornkielwants (Acanthosoma haemorrhoidale).
Hij klauterde over het hout en over de geweizwammetjes.
Het bewijsplaatje dat hij over de zwammetjes klom haalde deze post niet.
Hier was ik die middag naar op zoek: gewone wimperzwammetjes.
Gewapend met macrolens en tussenringen ging ik aan de slag om deze slechts enkele mm grote zwammetjes fatsoenlijk op de plaat te krijgen.
Ik vond een geschikte plek, waar ze iets groter bleken te zijn dan bij een eerder bezoek.
Uiteindelijk werd dit het mooiste resultaat.
Door gebruik van tussenringen is het nagenoeg niet te doen om scherpere opnames te krijgen, in ieder geval niet voor mij.
De scherptediepte is nu eenmaal tamelijk gering bij gebruik van tussenringen.
Je moet dan een andere list verzinnen.
Veel bloggers weten wel wie deze list beheerst😃
Je kan natuurlijk ook een wat groter onderwerp kiezen.
Op dezelfde boomstam als vorig jaar groeiden nu twee pruikzwammen (Hericium erinaceus)
Het bizarre is dat ze ruim een week later volledig verdwenen waren.
Geen spoor meer van te zien.
Het blijkt dat de vruchtlichamen eetbaar en medicinaal zijn, dus vermoedelijk heeft iemand ze geoogst.

Het tweede deel van deze post gaat over LEYDUIN.
Als eerste trok deze gele aardappelbovist (Scleroderma citrinum) mijn aandacht. 
Bovisten komen op het landgoed veel voor.
Dit exemplaar lag mooi vrij.
Een gewoon elfenbankje (Trametes versicolor) wordt niet vaak in een blog opgenomen. 
Af en toe vind ik dat ze bij mij wel een plaatsje verdienen.
Zo nu en dan duikt er een soort zwam op waarvan je niet weet wat je ervan moet denken.
Ook met behulp van waarneming.nl ontstond er geen duidelijkheid.
Dit is een echt judasoor  (Auricularia auricula-judae), ook al heeft waarneming.nl er moeite mee.
Meerdere oortjes groeiden op een losliggende tak waardoor ik een plek kon vinden om hem zo te fotograferen als ik wilde.
Met deze zeer merkwaardige zwam heb ik waarneming.nl helemaal van slag gemaakt.
Wat moet je denken van de volgende suggestie voor de naam: grote lisdodde!
Hiermee houdt het nog niet op😀.
Waarneming.nl geeft met ruim 17% waarschijnlijkheid aan dat dit een bruine rat is!
Naamgeving van paddenstoelen/zwammen is niet eenvoudig maar op deze suggesties had ik niet gerekend.
Wat ik nu wel gezien heb blijft een raadsel.
Voor deze beschimmelde zwammen stelt waarneming.nl de naam waaiertje voor.
Bij een waaiertje denk ik toch aan een ander, veel kleiner zwammetje.
Het zal wel duidelijk zijn dat de natuur het ons niet eenvoudig maakt om te determineren.
Het software programma van waarneming.nl heeft mij al vaak geholpen maar soms weet het programma er geen raad mee.
Met gekraagde aardsterren heeft het programma geen moeite.
Op dezelfde plek als vorig jaar groeide opnieuw een tiental aardsterren (Geastrum triplex).
Tot besluit heksenboter (Fuligo septica).
Ik had deze zwam in Leyduin nog niet eerder gezien.
Het is een mooie kleurige afronding van mijn bezoek  aan dit landgoed.

De volgende keer komen ze echt aan bod: de steenmarter en boommarter.

zaterdag 17 oktober 2020

Herfst in Friesland en Drenthe deel 1

 

Een weekje vakantie in het grensgebied van Friesland en Drenthe bleek een succes.
Het was schitterend herfstweer waardoor we veel konden wandelen, waarbij we onder andere veel paddenstoelen zagen.
Een avond en een deel van de nacht in een observatiehut maakte de week compleet.

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.

Maar…… de lightbox werkt bij mij in Google Chrome niet. 

Als je ze toch groter wilt zien moet je stuk voor stuk op elke foto klikken.

Bloggers wegen zijn nog steeds ondoorgrondelijk.

Het nestkastje naast de voordeur van ons huisje bleek een verrassende inhoud te hebben.
           
In de tuin stond een fraai kunstwerk.
Toen het licht van de ondergaande zon er precies opviel leek het alsof de bloem van binnenuit verlicht werd.
Het nodigde uit tot wat experimentjes met de sluitertijd.
Het eerste uitstapje dat we maakten was naar het Dwingelderveld, zoals we vaak doen als we in Drenthe zijn.
Daar groeide nog aardig wat dopheide (Erica cinerea).
Bij het Dwingelderveld kwamen we een kudde Drentse heideschapen tegen,
begeleid door een herder en slechts één hond die de kudde prima onder controle hielden.
Één van de rammen was heel alert en had veel belangstelling voor de ooien.
Deze grote parasolzwam (Macrolepiota proceratrok in de buurt van de kudde onmiddellijk mijn aandacht.
De zwam deed mij denken aan een vervormde paraplu,
 die onbruikbaar was geworden onder invloed van een te krachtige windvlaag.
Dit type zwammen groeide daar volop, in de buurt van de radiotelescoop, maar ik heb geen idee hoe ze heten.
Dit vond ik een bijzonder model, een soort bokshandschoenzwam.
De officiële naam moet ik schuldig blijven, maar ik ben in goed gezelschap.
Ook Obsidentify wist er geen raad mee.
Gelukkig waren er ook zwammen die ik direct herkende: geschubde inktzwammen (Coprinus comatus).
Ze groeiden in de bosrand in groten getale.
Ze waren er van heel pril tot ruim over hun hoogtepunt.
Ook in mijn directe woonomgeving heb ik er tientallen gezien.
Dit exemplaar is 100% Drents.
De hoeveelheid en het aantal soorten paddenstoelen viel mijn enorm mee.
De zomerse droogte bleek hier geen nadelige invloed op deze fungus wereld gehad te hebben.
Dit exemplaar is een gele knolamaniet (Amanita citrina).
Enkele bomen waren langs de stam metershoog bedekt met porseleinzwammen (Oudemansiella mucida), 
maar er behoorlijke plaatjes van maken viel toch niet mee. 
Ze stonden vaak te dicht bij elkaar of juist precies vóór een mooie compositie 
(als je langs de stam omhoog fotografeerde).
Niet alleen wandelaars en fietsers stopten bij de bomen om plaatjes te maken.
De zwammetjes waren ook in trek bij insecten.
Obsidentify hielp mij bij de naamgeving: plooivoetstuifzwam (Calvatia Excipuliformis).
Ook deze zwam verkeerde in het gezelschap van een aantal soortgenoten.
Dit was wel de mooiste.
Deze soort is voor vrijwel iedereen vertrouwd:
de vliegenzwam (Amanita muscaria).
Naar later bleek was het een soort die we vrijwel dagelijks tegenkwamen.

Vogels bleven grotendeels afwezig tijdens onze wandelingen.
Ze waren er wel maar meestal te ver weg.
Ik had er wat meer van verwacht.

Op een avond zijn we naar een observatiehut geweest, waar we tot diep in de nacht zijn gebleven.
Van de boom- en steenmarters die we zagen moeten nog veel beelden worden uitgezocht, 
maar ik kan wel enkele andere opmerkelijke soorten laten zien.
Een tweetal egels (Erinaceus europaeus) was op zoek naar wat eetbaars.
Zij zorgden ervoor dat wij lekker beziggehouden werden voordat de hoofdact acte de présence gaf.
Achter de vijver was een ondiepte waar de egel langs liep. 
Door op zijn achterpoten te gaan staan kon hij uit de vijver drinken wat een grappig plaatje opleverde.
Scherpstellen was overigens knap lastig omdat er weinig licht was.
Van het eten kregen de egels blijkbaar dorst, want ze kwamen regelmatig drinken.
Vlakbij  het venster van de hut konden we de egel prima zien.
Verder inzoomen kon ik ook, maar dat leverde een wat minder mooi beeld op vond ik.
De grootste verrassing van de avond was een kerkuil (Tyto alba), een soort die ik nog nooit in het wild had gezien.
Hij kwam uit een boom aan de rechterkant aangevlogen, 
maar met mijn te trage sluitertijden leverde dat geen bruikbare platen op.
De vogel landde in een boom aan de linkerzijde en bleef daar minstens een uur zitten.
Meestal was zijn kop gedeeltelijk achter bladeren verscholen, maar gelukkig liet hij zich ook af en toe beter zien.

Vooral wat paddenstoelen betreft zijn we deze week uitgebreid aan onze trekken gekomen.
Er was echter nog veel meer, zoals ik later zal laten zien.
De eerstvolgende keer zal mijn aandacht weer naar Leyduin en Groenendaal gaan.