dinsdag 25 september 2018

Heerser van de poel

Wellicht denken wielerliefhebbers dat ik het hier over een bekende, succesvolle wielrenner zal gaan hebben, 
maar daar is geen sprake van (de naam is trouwens niet helemaal correct gespeld).
De hoofdpersoon is deze keer een grote groene kikker die de alleenheerschappij had in een poeltje in het duingebied.
Ik ben er twee keer geweest en laat hier de meest opvallende gebeurtenissen zien.

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.
Als de lightbox in Google niet werkt, helpt het om Firefox te downloaden en dan mijn blog te bekijken.
De lightbox werkt daar wel.


Er was de eerste keer voortdurend een blauwe glazenmaker (Aeshna cyanea) actief rond de poel.
Als zij rond vloog ging het te snel voor mij om er een scherpe plaat van te maken,
maar tot mijn plezier nam ze er de tijd voor om even op een in het water liggende tak plaats te nemen.
De kikker kwam even buurten maar kreeg geen kans om een aanvalspoging te doen, als hij dat al durfde.
Het was niet de enige fanatiek jagende libel.
Een andere telg uit het geslacht van de glazenmakers liet zich ook niet onbetuigd:
een paardenbijter (Aeshna mixta).
Een interessante naam overigens.
Het is duidelijk te zien dat hij zijn beste tijd achter de rug had, want van een van zijn vleugels was een flink stuk verdwenen.
Het stoorde hem niet zo te zien.
Als de kikker weer eens opdook bleef hij meestal een tijdje liggen om de omgeving in zich op te nemen.
Af en toe zwom hij een stukje, waarbij hij mij in de gaten hield.
Als ik iets te dichtbij kwam naar zijn zin, dook hij korte tijd onder.
Er was nog meer te beleven.
Een sprinkhaantje was in het water terecht gekomen, waarbij hij ten prooi viel aan een waterkever.
(beter te zien op de vergroting)
Er doken een heleboel beestjes op.
Eerst dacht ik dat het kleine kikkertjes waren die voorzichtig boven water kwamen kijken.
Al gauw zag ik dat het iets anders was, een beestje dat ik niet kende.
Iemand heeft bedacht dat dit diertje tenger bootsmannetje (Notonecta viridis) genoemd gaat worden.
Hoe verzín je zo'n naam?
Ik vind het ook lastig om te zeggen dat dit een tenger bootsmannetje is en geen gewoon bootsmannetje.
Ze doken op, dreven wat rond en bleken zelfs te kunnen vliegen.
Ze vlogen rechtstreeks vrijwel loodrecht uit het water op.
Hij was er ook nog steeds, nieuwsgierig als altijd.
Hij kreeg ook trek.
Op deze tak landden aanvankelijk diverse juffers.
De kikker loerde er op en probeerde steeds dichterbij te komen.
De juffers vlogen een paar keer weg, maar kwamen ook steeds weer terug.
Ik zat klaar om de naderende actie op de plaat vast te leggen.
Het zou toch geweldig zijn om te zien hoe een juffer gegrepen werd.
Helaas, ik werd even door glazenmakers afgeleid.
Ik hoorde tegelijkertijd geplons en zag de kikker met zijn rug naar mij toe smakkende bewegingen met zijn kaken maken.
Daar ging mijn kans op mijn foto van het jaar.
Dat was even slikken, maar mijn blik viel toen op een hevig spartelende libel in het water.
Libellen kunnen niet zwemmen, dus de nood werd hoog.
Hij was in het water terecht gekomen en deed nu zijn uiterste best om er weer uit te komen.
Het heftige gespartel was niet mooi op de plaat te krijgen, ondanks een zeer korte sluitertijd.
Als hij even moest bijkomen van zijn inspanningen lukte het beter.
De lichtinval had grote invloed op de beelden die ik maakte.
De blauwe gloed langs bijvoorbeeld de vleugels ontbreekt hier volledig.
Het leek wel of hij wanhopig om hulp vroeg.
Hij moest steeds even rusten om weer krachten op te doen voor een volgende spartelpartij.
Hij kwam langzaam maar zeker in de buurt van waterplanten die hem misschien houvast konden bieden.
Uitgeput dreef hij verder totdat hem een helpende tak werd aangeboden.
Hij greep zich eraan vast, waarna ik hem op een waterplant konden afzetten.
Al gauw zag ik dat het niet genoeg was, want hij was te nat.
Bovendien bedekten waterplantjes zijn vleugels.
Met een takje heb ik hem uit het water gevist en hem op een stuk hout in de zon gelegd.
De kracht van de zon was zo groot dat hij niet veel later helemaal opgedroogd was zodat hij weer weg kon vliegen.
Een bijzondere ervaring rijker.
De kikker had van de belevenissen van de libel niets meegekregen.
Misschien maar goed ook.
Hoe zou het gegaan zijn als hij de libel ontdekt had?
Hij voelde zich kiplekker in het aangenaam warme water, ook al was er toen geen prooi in de buurt.




dinsdag 18 september 2018

Vlinderen

Eind augustus ben ik een dag op stap geweest met Maria, die wist waar je een grote kans had om kommavlinders (Hesperia comma) en een leucistische kleine vuurvlinder (Lycaena phlaeas) te zien.
Twee soorten die ik nog nooit gezien had en die bovendien nogal zeldzaam zijn.

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.
Als de lightbox in Google niet werkt, helpt het om Firefox te downloaden en dan mijn blog te bekijken.
De lightbox werkt daar wel.

Direct na aankomst zagen we er al een fladderen.
Vanzelfsprekend een perfect begin en de moeite van de reis waard.
Op het eerste gezicht een dikkopje  - en dat is het natuurlijk ook - maar wel een bijzondere variant.
Er waren ook nog andere soorten te zien, maar ik zet eerst een aantal beelden van de kommavlinder achter elkaar.
Je moest wel wat geduld met ze hebben maar ze zijn  eigenlijk best een tamelijk relaxed type, 
want ze fladderen niet zo veel heen en weer als andere soorten.
Deze plaat lijkt veel op de vorige maar ik vind het silhouet van een naderende bezoeker achter de bloem wel een leuk extra detail.
Het was een verrassing voor mij dat een kommavlinder even wilde pauzeren in een mooie groene omgeving, 
waardoor ik ook een paar andersoortige plaatjes kon schieten.
Tussen al het groen komt het vlindertje mooi uit.
De donkere geurstreep op de vleugels is kenmerkend voor een mannetje.
Waarom ze kommavlinder heten is op mijn beelden niet goed te zien.
Er waren ook andere soorten.
Wat te denken van een citroenvlinder (Gonepterix rhamni), een soort die ik al een tijdje niet gezien had.
Het was erg zonnig en het licht keihard.
Met flink onderbelichten kreeg ik dit resultaat.
In ieder geval komt het geel mooi uit.
Het hield maar niet op.
Er vlogen ook enkele grote rupsendoders (Ammophila sabulosa) van bloem naar bloem,
 dus daar ging ik ook achteraan want zo vaak zie ik die niet.
Zo is hij redelijk te zien.
Jammer dat enkele vliegbeelden net niet scherp genoeg waren naar mijn zin.
Met deze plaat was ik dik tevreden.
Weliswaar had hij geen rups te pakken, maar hij liet zich wel heel mooi zien.
Toen riep Maria "kolibrievlinders".
Ik had er nog nooit een gezien dus dat was een onverwachte bonus.
Bij kolibrievlinders (Macroglossum stellatarum) kan je niet altijd de achtergrond kiezen en moet je blij zijn dat de vlinder scherp op de plaat staat, zeker als je ze voor het eerst ziet.
Je moet accepteren dat je thuis de prullenbak een paar keer moet legen - bij wijze van spreken - om alle onscherpe beelden op te ruimen.
Dat neem je voor lief, zo lang je maar een aantal scherpe platen overhoudt.
Zelfs met een sluitertijd van 1/2000 krijg je de vleugels niet scherp, zo snel bewegen ze.
Ze hebben hun naam kolibrievlinder niet voor niets gekregen.
Een blik op de rug geeft een mooi beeld van het kleurenpatroon.
Een kleurrijk beeld, wellicht wat te overdadig.
Dit is nu eenmaal hun leefwereld.
Zo zie ik het liever, in volle actie.
Zitten deze vlinders wel eens stil?

Tot zo ver de kolibrievlinders.
De eerste kennismaking is mij uitstekend bevallen en smaakt naar meer.
Toen het wat rustiger werd, was het tijd om verder te gaan.
Het was even zoeken om de volgende locatie te vinden.
Wel een toepasselijke samenloop van omstandigheden dat wij al snel een landkaartje (Araschnia levana) zagen,
zij het niet als eerste soort.
Hier kwamen we voor:
Een leucistische kleine vuurvlinder  (Lycaena phlaeas Schmidtii)).
Het kleurverschil met de gangbare kleine vuurvlinders is opvallend doordat dit type minder pigment heeft (zie verder het blog van Maria )
Omdat Maria er eerder geweest was wist ze waar we deze vlinder konden vinden.
We zagen hem vrijwel direct.
Stil zitten was er niet bij, maar het vlindertje bood voldoende kansen om verschillende plaatjes te maken.
Soms wat dichterbij, dan weer wat verder weg.
De lichtinval zorgde er soms voor dat er zelfs iets van de oranjerode kleur te zien was.
Het was de derde bijzondere soort vlinder die ik deze dag voor het eerst zag.
Dat, gevoegd bij de andere soorten die we gezien hebben, zorgde wel voor een topdag.
Maria, bedankt.


dinsdag 11 september 2018

AWD - augustus 2018

In dit overzicht van de maand augustus komen verrassenderwijs geen zoogdieren en vrijwel geen vogels voor.
Ik heb er namelijk geen of nauwelijks aansprekende beelden van.
Er was echter genoeg te zien, waardoor het toch nog een flinke klus was om mij te "beperken" tot gemiddeld één plaat per dag.
Zo zijn het er  toch 31 geworden.
Boomkikkers krijgen later nog speciale aandacht.

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.
Als de lightbox in Google niet werkt, helpt het om Firefox te downloaden en dan mijn blog te bekijken.
De lightbox werkt daar wel.









Doornappels (Datura stramonium) zijn onder andere in de maand augustus op sommige plaatsen overvloedig aanwezig.
Ze gedijen goed op de kalkhoudende grond van het duingebied.
Doornappels zijn nadrukkelijk aanwezig, ze kunnen namelijk wel 1 m hoog worden.
Damherten en andere dieren lusten bovendien geen doornappels, dus de planten krijgen kans genoeg om flink te groeien. 
In de tweede helft van de maand augustus zag ik dat men begonnen was om een deel van de doornappels  te verwijderen.
Doornappels blijken erg giftig te zijn. Ze vormen ovale stekelige vruchten, die vol zwarte, giftige zaden zitten.





De bloemen van de doornappels zijn meestal wit, maar ik heb vooral de lichtpaarse variant gezien.
Als het 's nachts voldoende afgekoeld is kan je 's morgens bedauwde bloemen zien.
Of insecten bestand zijn tegen giftige bestanddelen van doornappels weet ik niet.
Deze bij tuimelde van de bloem af en viel tussen de begroeiing op de grond.
Ik heb niet de moeite genomen om daar naar hem te zoeken.
Was het toeval dat hij viel of was hij vergiftigd?
Zweefvliegen zijn er in vele soorten en maten.
Voor mij is het een vreemdeling, zijn naam ken ik niet.
Inmiddels weet ik dat het een gewone pendelvlieg (Helophilus pendulus) is.
Wat vogels betreft was het een tamelijk stille maand. 
De keren dat ik vogels zag leverde het nauwelijks aansprekende platen op.
Huiszwaluwen, die ik een paar keer in groepen van 20-30 stuks zag, gaan mij te snel.
Deze jonge blauwe reiger wilde wel eens wat anders dan de waterkant.
Hij zocht naar voedsel tussen de pitrus, hoewel dat op deze beelden niet te zien is.
Zandhagedissen (Lacerta agilis) zijn in het voorjaar hot.
Ik was benieuwd of ze zich ook in augustus wilden laten zien.
Ze waren er, maar niet veel.
Hier ligt er een in de zon op de resten van een boomstam;  op de achtergrond is er nog een tweede vaag zichtbaar.
Dit is de tweede, die zich nauwelijks verroerde.
In de beschutting van een hoge rietkraag bleken icarusblauwtjes (Polyommatus icarus) zich op het kruiskruid wel thuis te voelen.
Ze lieten goed zien waarom ze tot de blauwtjes gerekend worden.
Dit is het meer vertrouwde beeld, waar ik ook heel tevreden mee kan zijn.
Ook al spelen ze heel graag verstoppertje, ze zijn niet kinderachtig en laten zich ook graag in volle glorie zien.
Een blikvanger in de maanden juli en augustus is parnassia (Parnassia palustris).
De zeldzame plant, die op de rode lijst staat, komt voor in vochtige delen van het duingebied.
Het is een flinke opgave om er plaatjes van te maken waar je tevreden mee bent.
Ze staan meestal tussen lange grasstengels, waardoor je vaak rommelige achtergronden krijgt.
Het is dus zoeken naar een vrijstaand exemplaar en indien nodig moet je een beetje tuinieren.







Ik was niet de enige belangstellende.
Met een vlieg op de bloem wordt het plaatje wat meer onderscheidend.
Natuurlijk is het jammer dat de kop niet helemaal scherp is, maar je kunt niet alles hebben.





Het was doodstil in het gebied waar ik ze vond, je hoorde alleen de wind.
De wind zorgde ook voor een handicap want de fragiele stengeltjes bewogen bij het minste of geringste zuchtje wind.
















Dit was wat ik mij voor dit jaar van parnassia had voorgesteld.









In voorafgaande jaren heb ik parnassia ook op de plaat gezet en dit jaar wilde ik het iets anders.
Daarom deze keer wat minder aandacht voor het hele mooie binnenste van de bloem.







In juli en augustus kan je libellen en juffers niet over het hoofd zien.
Een bruine winterjuffer (Sympecma fusca),  denk ik, zag ik in het vroege ochtendlicht.
Maria mailde mij dat het een vrouwelijke watersnuffel (Enallagma cyathigerumis.
Eind juli / begin augustus werd er ook nog uitgeslopen.
Volgens obsidentify is dit een gevlekte glanslibel (Somatochlora flavomaculata).
Maar het zou ook een heidelibel of viervlek kunnen zijn.
Een mannelijke gewone oeverlibel (Orthetrum cancellatum) nam bij wijze van variatie eens een andere houding aan.
Het lijkt wel een turnoefening.
Ook de viervlek (Libellula quadrimaculata) was weer van de partij.
Heidelibellen waren ruimschoots vertegenwoordigd.
Maar of dit nu een bloedrode, steenrode of bruinrode is durf ik niet te zeggen.
Het meest waarschijnlijk is dat het een bruinrode heidelibel (man) is.
Dat geldt ook voor deze libel, alleen is dit dan het vrouwtje.
Het wordt er niet makkelijker op als mannetjes en vrouwtjes ook nog verschillend gekleurd zijn.
De zon was nog maar nauwelijks opgekomen.
 Juffers vol dauwdruppels wachtten tot het vocht verdampt was om weer met hun dagelijkse bezigheden te kunnen beginnen.
Ze letten wel goed op wat je doet. 
Ze reageren op handbewegingen, waar je natuurlijk ook gebruik van kan maken.
Het vroege ochtendlicht zorgde steeds voor een serene sfeer.
Bovendien kunnen er mooie warme kleuren ontstaan.
Het zijn trouwens tangpantserjuffers (Lestes dryas)
Ik trof het wel dat een vuurlibel (Crocothermis erythraea) zo vriendelijk was om vanuit de begroeiing naar een pad te vliegen en daar een landing te maken.
Zo kon hij ook als een passende afsluiter dienen van deze lange post.

Sinds ik met bloggen begonnen ben is er natuurlijk een bericht dat het meest bekeken is.
Tot mijn verrassing is dat een bericht uit 2012 over dieren in onze tuin, met speciale aandacht voor een bijzondere gast.
Deze post ( Tuin - Kikkers, Padden en een Mystery Guest) is al bijna 2500 keer bekeken.
Door een onverwachte actie is deze post per ongeluk op 6 september jl op mijn blog terechtgekomen en heeft mogelijk voor verwarring gezorgd.
Ik heb het bericht direct verwijderd maar dat heeft niet mogen baten.
Wellicht is mijn post over vlinders daardoor aan de aandacht ontsnapt.
Mijn excuses voor het ongemak.