donderdag 22 juli 2021

AWD - Juli 2021 deel 1

Juli, je denkt dan aan zonnig zomerweer, vakantie, barbecue en lange zomeravonden. 
Hoe hard kan de werkelijkheid zijn. 
In Limburg, maar nog meer in Duitsland en België, werd men overvallen door onverwachte neerslag en overstromingen, met veel onvoorstelbare ellende tot gevolg. 
In de kuststrook was het aangenaam weer zoals we van een zomer verwachten.  
Wat kunnen contrasten in een klein land als Nederland buitengewoon groot zijn.

Bij juli hoort ook nieuw leven.
Of er wordt aan gewerkt zoals de St. Jansvlinders doen, of het openbaart zich zoals te zien is bij uitsluipende libellen.
Gelet op het aantal rondvliegende libellen op warme, zonnige momenten, 
was het uitsluipen al eerder begonnen dan ik had gezien.
Vuurlibellen (Crocothemis erythraea) vallen natuurlijk op door hun prachtige dieprode kleur.
Vaak hebben ze de gewoonte om op onmogelijke plekken te gaan zitten,
waardoor je er geen mooie plaatjes van kan maken.
Soms zit het echter mee.
Deze libel doet mij wat denken aan een eenhoorn.
Damherten worden geleidelijk wat minder algemeen in de AWD.
Het aantal is inmiddels teruggebracht tot ca 2300, 
maar dat is nog niet voldoende om voor meer variatie aan flora en insectenleven te zorgen.
Daarover een volgende keer meer.
Dat het prachtige dieren zijn die ook hun plaats verdienen in dit gebied maakt dit beeld wel duidelijk.
Een update over de zwanenbloemen.
Tot mijn genoegen doen ze het uitstekend en is er dit jaar een onverwacht groot aantal bloeiende planten.
St. Jansvlinders (Zygaena filipendulae) houden van aanpakken.
Zo gauw ze uit hun cocons gekropen zijn gaan ze op zoek naar een partner.
Dit tweetal heeft zo te zien net kennis gemaakt en wat er volgt laat zich raden.
Ik beperk mij nu tot de beelden van de ontmoeting.
Het gebeurt mij niet zo vaak dat ik er twee tegelijk kan vastleggen zonder dat er al sprake is van een paring.
In de nabije omgeving wemelde het van de geel-zwart gestreepte rupsen van de St. Jacobsvlinder, die nogal eens verward wordt met de St. Jansvlinder die iets anders rood-zwart gekleurd is.
Ook in het water zoeken diverse dieren elkaar op.
Poelkikkers (Pelophylax lessonae)  hadden veel belangstelling voor elkaar,
waarbij ze door te kwaken en bellen te blazen aandacht probeerden te trekken.
Deze twee mannetjes kwamen er door een "innig" contact wel achter dat ze niet met een door hen gewenst vrouwtje te maken hadden.
Bij het duingebied horen kleine parelmoervlinders (Issoria lathonia).
Ze zitten graag op het warme zand.
Nog een update.
De boomkikkers die ik zag toonden evenveel activiteit als in de vorige maand: er gebeurde niets.
Het is nog even wachten op de veel actievere jeugd.
Wat vogels betreft was het in het duingebied een typische julimaand.
Boomleeuweriken (Lullula arborea) waren er genoeg, vaak op de grond en opvliegend als ik in de buurt kwam.
Er waren ook veel putters maar die waren te druk bezig en vlogen steeds maar van struik tot struik.
Een enkele boomleeuwerik liet zich op de grond verschalken.
Tot besluit een flink uit de kluiten gewassen damhert.
Het lag samen met een aantal andere mannetjes heel ontspannen in de schaduw.
Zo kwam hij helemaal tot rust, terwijl alle beschikbare energie gebruikt kon worden om zijn gewei te laten groeien.
Hij moet zich tenslotte optimaal voorbereiden op de bronst die langzaam maar zeker dichterbij komt.

dinsdag 13 juli 2021

AWD - Juni 2021 deel 2

JUNI- MEIKEVER MAAND

In de maand juni heb ik nog verrassend veel meikevers gezien.
Een deel lag of liep op een voetpad, maar ik vond ze ook regelmatig op pitrus en rietstengels aan de rand van poeltjes. 
Dit exemplaar liet zich op een bijzondere manier bewonderen. 
Vorig jaar vond ik voor het eerst zwanenbloemen (Butomus umbellatus) in de AWD, 
maar die waren na korte tijd verdwenen.
Opgegeten door damherten?
Dit jaar waren ze weer terug, in veel groteren getale dan vorig jaar.
In sommige polders zie ik regelmatig zwanenbloemen.
 Het zijn bloemen die ik altijd graag zie.
Een larve, van een rups of van een soort wesp? 
Hij heet Cladius grandis, en hoort bij de familie van de bladwespen. 
Toen ik deze larve vond was de dauw nog niet verdwenen, zoals goed te zien is.
Met tegenlicht zijn de haartjes mooi zichtbaar.
De larven zijn niet erg snel (..) waardoor je de kans krijgt om ze op je gemak van alle kanten te bekijken.
Zo krijg je steeds een ander beeld.
Nog een laatste blik op Cladius.
Zo kom ik vanzelf bij de bosmeikevers (Melolontha hippocastani).
Ik wist niet dat er behalve de gewone meikevers ook bosmeikevers bestaan.
Via waarneming.nl weet ik nu dat bosmeikevers, ook wel kastanjemeikevers genoemd, 
meestal kleiner zijn dan 2,5 cm en gewone meikevers groter dan 2,5 cm.
Ze blijken in Nederland vooral in de duingebieden voor te komen.
Ook al eten ze vooral het blad van eiken en beuken, rusten en hangen doen ze vaak laag bij de grond.
Het maakt niet uit hoe de stengel staat, klimmen kunnen ze als de beste.
Meikevers, die behoren tot de bladsprietkevers, hebben twee antennes. 
Die antennes bestaan bij de mannetjes uit 7 lamellen en bij de vrouwtjes uit 6.
Deze inklapbare antennes spelen een rol bij het zoeken naar voedsel, 
terwijl paarlustige mannetjes hiermee ook vrouwtjes kunnen opsporen.
De achterlijfspunt is bij mannetjes duidelijk langer dan bij de vrouwtjes.
Dit zal dus een mannetje zijn.
Deze meikever is nog niet volledig in rust, want zijn antennes zijn nog niet ingeklapt.
Wilde kamperfoelie (Lonicera periclymenum) doet het goed in de duinen.
De bloemen trekken veel insecten aan en ze geuren heel aangenaam.
Vingerhoedskruid (Digitalis purpurea) doet het dit jaar goed in het duingebied.
Bij een tweede bezoek bleken er veel meer zwanenbloemen in bloei te staan.
Fotograferen was lastiger geworden omdat het omringende riet ook gegroeid was en nogal eens ongewenst in beeld kwam.
Deze gewone meikever kreeg ik mooi op de plaat.
Thuisgekomen bekeek ik mijn platen eens wat beter en vroeg mij toen wel af
 "Hoe bleef die meikever op zijn plaats"? 
Hij vloog niet, zat niet op een glazen plaat en was - voor zo ver ik weet - ook niet op een pitrusstengel gespietst.
Ook al stelde de meikever mij voor een raadsel, fraai in beeld kwam hij wel.
Een soortgenoot zorgde voor dit beeld, met de zon in de rug.
Nog een laatste tot besluit, alsof ik uitgezwaaid werd.
Zat hij vast, had ik hem moeten bevrijden?
Ik zal het nooit te weten komen.
Zonnedauw zoek ik ieder jaar wel een paar keer op.
Dit is ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia) waar een juffer een kijkje was komen nemen.
Het was een vroege ochtend, de dauw was nog niet verdwenen, zoals op de juffer te zien is.
De juffer zat helemaal vastgekleefd, jammer voor de juffer, een mooi fotomoment voor mij.
Zo gaat het in de natuur. 
Zonnedauw heeft ook voedsel nodig.
De druppels op en bij de ogen van de juffer geven deze plaat wat extra lading.

dinsdag 6 juli 2021

AWD - Juni 2021 deel 1

Ook al ben ik dit jaar in juni wat minder in de AWD geweest dan in voorafgaande jaren, 
ik heb toch teveel gezien om dat in één post op mijn blog op te nemen.
Juni is de maand waarin zandhagedissen, meikevers en damhertkalfjes bij mij gewilde onderwerpen zijn.
Ze zullen dan ook in de twee edities overheersen.
Ik heb een ochtend besteed aan het opzoeken van zandhagedissen (Lacerta agilis).
Toen het warm genoeg werd kwamen ze voorzichtig tevoorschijn om een plekje te zoeken waar ze konden opwarmen.
Hier is een vrouwtje te zien.
Er waren meer mannetjes dan vrouwtjes.
Zoals te verwachten was konden de mannetjes elkaars aanwezigheid niet verdragen.
Dit vrouwtje toonde wel belangstelling voor de mannetjes, maar haar adonis zat er niet bij.
Kijken mochten ze wel, maar van dichtbij komen was geen sprake.
Aanbidders waren er genoeg, 
maar enigszins gefrustreerd moesten ze op zoek naar een partner die wel voor hun charmes viel.
Geen geschikte partner te zien?
Dan maar lekker opwarmen in het ochtendzonnetje.
Wellicht zouden zijn kansen nog komen, dan zou hij er klaar voor zijn.
Ik trof zelfs een drietal boomkikkers (Hyla arborea), nog een beetje verscholen tussen het blad.
Zoals gebruikelijk geen enkele actie, alleen maar opwarmen.
Op een vroege ochtend zat een winterkoninkje (Troglodytes troglodytesde longen uit zijn lijfje te zingen.
Deze jonge zanglijster (Turdus philomelos) kon daar alleen maar jaloers op zijn.
Zijn tijd zou nog wel komen.
De vogel bleef rustig in een boom zitten, zodat ik er voorzichtig omheen kon lopen en wat plaatjes maken.
Volwassen vogels zullen je zulke kansen niet bieden.

Jonge vosjes heb ik dit jaar niet gezien.
Deze vos scharrelde op zijn gemak in het gras en vond af en toe een kleine snack.
Erg schuw was deze vos niet, maar naar mij toe lopen om te bedelen was er niet bij.
Zo hoort het ook.
Mijn jaarlijkse speurtocht naar damhertkalfjes was ook dit jaar weer succesvol.
Ze liggen soms zo maar tussen het hoge gras.
Goed opletten is dus wel nodig.
Het is niet zo makkelijk om er een behoorlijk plaatje van te maken, 
want er grassprieten of schaduwen ervan zitten nogal eens in de weg.. 
Toen we verder gingen lag ze nog steeds rustig in het gras.
Het is hier goed te zien dat ze in de schaduw van een liggende  boomstam nauwelijks opvallen.
Zo is de kleine het best te zien.
De donkere plek op de neus is geen schaduw maar een bijzonder kenmerk van dit kleintje.
Het zal hierdoor later wel opvallen.
Ook dit kalfje verroerde zich niet en bleef rustig liggen. 
Een 400 mm lens is in dit soort situaties een groot voordeel.