dinsdag 26 februari 2019

AWD - watervogels (januari/februari)

In de maanden januari en februari heb ik naast wilde zwanen ook nog een aantal andere watervogels gezien.
Deze mogen nu de revue passeren met een hoofdrol voor de dodaars (Tachybaptus ruficollus), onze kleinste futensoort.
Dodaarsjes zijn schuw en duiken onder zo gauw ze onraad vermoeden.
Brilduikers (Bucephala clangula) behoren tot de vaste wintergasten in het duingebied in de wintermaanden.
Dit jaar zijn er volgens mij beduidend minder dan in voorafgaande jaren.
Het vrouwtje verschilt nogal van het mannetje, maar is naar mijn mening niet minder mooi.
Knobbelzwanen (Cygnus olor) krijgen in mijn blog in de wintermaanden regelmatig aandacht.
Lentekriebels begonnen al een beetje merkbaar te worden.
Tafeleenden (Aythya ferina) zoeken vaak het gezelschap van kuifeenden en eventueel krooneenden.
Dit is het mannetje.
En hier is het vrouwtje.
Kuifeendjes (Aythya fuligula) kan je het hele jaar door in de AWD zien.
Dit is het mannetje.
Knobbelzwanen vliegen in het waterrijke gebied regelmatig voorbij.
Deze keer eens anders belicht.
Mr. brilduiker stond op het punt te gaan duiken.
En daar ging hij.
Ik heb hem overigens nog nooit met iets in zijn snavel boven zien komen.
Krooneenden (Netta rufina) behoren tot mijn favoriete Nederlandse eendensoorten.
Toen ik er een flink aantal tegenkwam was het wel zoeken naar een plek om ze behoorlijk in beeld te krijgen. 
Het riet langs de waterkant stond hoog en belemmerde vaak het uitzicht.
De mannen staan er fraai gekleurd op.
Dit drietal behoorde tot een groep van vijf, waarvan de twee andere mannetjes een beetje achter bleven.
Het vrouwtje heeft wat mij betreft een mooi verenpak, maar verliest het van de mannetjes.
Deze schitterende man kwam het dichtstbij.
Ik heb krooneenden wel eens mooier kunnen fotograferen, maar toen was de plek veel gunstiger,
onder andere omdat er vanaf de oever geen obstakels waren die in beeld konden komen.
Een aantal keren ben ik op zoek gegaan naar dodaarzen.
Ze hielden de omgeving heel goed in de gaten en verdwenen vaak vroegtijdig onder water.
Als je dacht een goede plek gevonden te hebben bleek nogal eens dat ze mij weer te pakken hadden.
Een flink aantal meters naar links of rechts doken ze dan weer op, waardoor ik ze niet zo in beeld kon krijgen als ik wilde,.
Duiken deden ze vaak, dus werd het voor mij een uitdaging om dit zo goed mogelijk op de plaat te krijgen.
Je moet steeds razendsnel reageren als je ziet dat de dodaars aanstalten lijkt te maken om weer onder te gaan.
Ik ben behoorlijk tevreden met het bovenstaande beeld.
Hoewel je vaak wilt dat het vogeltje wat dichterbij opduikt dan meestal het geval is blijkt toch dat de aanhouder wint. 
Ze duiken dan niet alleen in of vlakbij het riet op.
Hoewel ik ze vaak met zijn tweeën gezien heb lukte het maar een enkele keer om ze samen redelijk in beeld te krijgen.
's Morgens was het licht vaak mooi.
Het duiken hield niet op.
Ze bleven zelden lang boven water.
Tot zo ver de ode aan de dodaars.
's Zomers lukt het mij zelden om ze te fotograferen.
Hoe leuk zou het zijn om ze eens met hun jongen te zien.
Tot besluit nog een tweetal beelden van een wintergast die het dit jaar toch wat laat afweten.
Grote zaagbekken (Mergus merganser) heb ik deze wintermaanden veel minder gezien dan ik gewend ben.
Een tweetal zaagbekken zwom in een kanaaltje toen er achter hen een wandelaar opdook, niet in het water maar op het pad ernaast.
Dat beviel ze niet en ze vlogen weg, precies in mijn richting.
Dat was een meevaller, vooral omdat ik het zag aankomen.
Ik ben dan ook blij met deze vliegbeelden.

Terwijl ik met deze post bezig ben is het buiten lenteachtig en tamelijk warm voor de tijd van het jaar.
Is de lente werkelijk begonnen of krijgen we net als vorig jaar ook nog enkele weken met vorst?











dinsdag 19 februari 2019

De wilde zwaan in het zonnetje

Wilde zwanen ( whooper swan, cygnus cygnus) overwinteren al jaren in de AWD.
Voor mij is een winter niet compleet als ik deze wintergasten niet minstens een keer heb gezien.
In een eerdere post heb ik al wat beelden van december later zien.
Het grootste deel van de beelden in deze post is gemaakt op 18 januari.
Wilde zwanen zijn eenvoudig te onderscheiden van knobbelzwanen.
Op 3 januari trof ik een drietal, waarvan dit tweetal aan de beurt was om te rusten.
De derde hield de wacht.
Stapje voor stapje probeerde ik ze te benaderen, mij soms alleen verplaatsend op mijn knieën. 
Ik mocht opmerkelijk dichtbij komen.
De zwaan volgde mij intussen oplettend.
Later in januari trof ik een vijftal wilde zwanen in een kanaal dat grotendeels bedekt was met een dun laagje ijs.
Op het eerste gezicht leek het een onderhoud voor drie zwanen, waarbij de koppen bij elkaar gestoken werden.
Een van de zwanen was klaar met poetsen en rekte zich eens lekker uit.
Wat een prachtige sierlijke vogels zijn het toch.
Ik had een mooie plek gevonden om ze zonder last te hebben van rietstengels te kunnen bekijken.
Ik zei het al, ze waren met zijn vijven.
Dat wilden ze ook wel even laten zien.
Ook deze zwaan wilde mij laten zien hoe mooi hij zijn vleugels konden spreiden.
Hoe mooi wil je het hebben?
Prachtig in het zonnetje.
Deze houding doet mij steeds denken aan een dirigent die de musici de juiste aanwijzingen geeft.
Dit tweetal had zich wat afgezonderd van de andere drie.
Zij volgden belangstellend wat daar gebeurde.
Het was wat onrustig bij het drietal.
Het leverde mij een ongebruikelijk plaatje op van een wilde zwaan met ogenschijnlijk twee nekken.
Het werd steeds onrustiger.
Een van de zwanen stoorde zich aan een andere en joeg er achteraan.
Pas toen een van de twee voldoende afstand genomen had  keerde de rust weer terug.
Ze kunnen mooi met zijn tweeën in formatie zwemmen, maar met zijn drieën ook.
Samen hielden ze de omgeving goed in de gaten.
Volstrekt onverwacht en voor mijn gevoel zonder aanleiding besloten ze te vertrekken.
Het leek wel of er een voor mij onhoorbaar startschot was gegeven.
Het was een prachtig gezicht hoe ze het luchtruim kozen.
Je hoorde de krachtige bewegingen van de vleugels, het gespetter van water door hun krachtige afzet en het kraken van het ijslaagje dat ze stuk trapten.
Stuk voor stuk kwamen ze voorbij.
Het opspattende water dat het eerste tweetal veroorzaakte is hier nog goed te zien.
Toen ik thuis deze beelden in plaats van op het schermpje van mijn camera op een groter scherm bekeek was ik blij dat de beelden haarscherp waren.
De zwaan vormde hier een fraaie diagonaal en trapte nog een laatste keer door het ijslaagje voordat hij los kwam.
De laatste zwaan deed het hem op ongeveer dezelfde manier na.

Toen ze alle vijf in de lucht waren, verdwenen ze geleidelijk uit beeld, waarbij ze hun kenmerkende geluid lieten horen.

Ik heb de zwanen deze winter nog niet op het ijs of in de sneeuw gezien, maar met deze ontmoeting was ik buitengewoon tevreden.


dinsdag 12 februari 2019

AWD - Roodwild januari 2019

Maandenlang had ik geen reeën gezien in de Amsterdamse Waterleidingduinen.
Ik heb al eerder geschreven dat het hek rond de AWD weliswaar voordelen biedt maar voor de reeënstand funest is.
Er komt geen vers bloed van buiten, er is nauwelijks of geen nieuwe aanwas, maar er is wel natuurlijke sterfte.
Het aantal reeën is daardoor zienderogen verminderd.
Op 10 januari zag ik eindelijk weer eens reeën, een tweetal.
Je mag nu al blij zijn met een tweetal, waarbij het voorheen in de wintermaanden normaal was om grotere groepen te zien.
In de wintermaanden hebben de reeën minder dekking tussen de varens waardoor ze makkelijker te vinden zijn.
Ik heb er overigens wel goed naar moeten zoeken.
Gelukkig schrikken ze om de een of andere reden niet zo snel van mij.
Voor dit beeld heb ik alleen mijn 400 mm lens nodig gehad.
Als je geluk hebt vertonen ze zich ook in het open veld, meestal op weg naar een ander gebied met meer dekking.
"Nog even rondkijken en dan gaan liggen."
Zijn ze eenmaal aan het zicht onttrokken dan is het meestal een toevalstreffer als je ze ziet.
Op 24 januari was het enigszins winter.
Die dag was het lot mij minder gunstig gezind want ik moest het vooral doen met landschappen,
helaas minder met interessante waarnemingen.
Damherten kom je altijd wel tegen.
Toch nog een redelijk winters plaatje.
Op 31 januari begon de dag schitterend.
De zon zorgde voor een roodachtige gloed over de natuur.
Dit damhert hield goed in de gaten wat ik deed.
Waarom?
Hij zag dat ik bij een dode soortgenoot stond, die zo maar op het pad lag.
Hij was een natuurlijke dood gestorven.
Er wordt weliswaar op damherten gejaagd in de wintermaanden, maar dit hert was niet geschoten.
Hoe ik dat zo zeker weet?
Later op die ochtend  bleek het hert verplaatst te zijn, een paar meter van het pad af.
Bovendien was zijn gewei afgezaagd en was er geen kogelgat of een bloedspoor te zien.
Het is gebruikelijk in de AWD dat dode dieren in het gebied blijven liggen zodat ze als voedsel kunnen dienen voor allerlei andere dieren (bijvoorbeeld vossen en kraaien), zoals ik al vaker ervaren heb.
Geweien worden wel altijd verwijderd.
Geschoten herten worden direct afgevoerd.
Diezelfde morgen zag ik weer een ree, rustend in de zon. 
Zij wilde wel op de foto.
Het bleken er twee te zijn, die samen besloten een ander gebiedje te zoeken, op hun dooie gemak langs het bos lopend.
Op een drafje staken ze de vlakte over, met een flinke onderlinge afstand.
Zo liggen ze verscholen tussen de verdorde varens.
Het levert geen mooie plaatjes op, maar het geeft wel een goed beeld van hoe ze in de vegetatie opgaan.
Toen er een wolk voor de zon schoof veranderde het licht onmiddellijk.
Zo staat ze er weer schitterend bij, even opkijkend tussen het zoeken naar wat groene plantjes.
Ik zat op mijn knieën tussen de varens, zij had mij goed in de gaten, maar ze vond het best zo.
Ik heb haar zo een tijdje bekeken, af en toe plaatjes makend.
Ze maakte overtuigend duidelijk dat je moet genieten van je ontbijt en dat je je zeker niet moet haasten.
Ze keek nog even rond en besloot toen verder te lopen.
De bewolking was weer teruggekomen, vandaar het kleurverschil.
Ze onderbrak haar loopje even voor een sanitaire stop.
Daarna scheidden onze wegen.
Later die morgen verdween de zon definitief achter de wolken.
Het had mij weer eens helemaal meegezeten.