dinsdag 29 maart 2016

AWD - Over reeën en een vos

De afgelopen maanden heb ik regelmatig reeën opgezocht, onder andere met het doel de ontwikkeling van het gewei van een reebok te volgen.
De bovenstaande reebok is dan ook één van de hoofdrolspelers in dit blog.
Natuurlijk kunnen reebokken niet zonder  reegeiten.
Deze reegeit staat hier in een kenmerkende omgeving, tussen verdorde varens.
Begin februari stond dit bokje rustig te grazen zonder zich veel van mij aan te trekken.
Zijn gewei was nog in een pril stadium.
Een dag of tien later was het al behoorlijk gegroeid.
Deze keer stond de AWB op stand "AWB". Wat een ander beeld dan bij zonnig of bewolkt.
Hier had het bokje op dezelfde middag een ander gebied opgezocht, waardoor ik ook ander licht kreeg.
Deze reegeit oogt supergezond. 
Zal zij mij dit voorjaar verrassen met een kalfje?
In februari blijven het liefhebbers van open veld en verdorde varens.
29 Februari was natuurlijk een bijzondere dag.
De bok had toen inmiddels een nagenoeg volgroeid gewei.
Vanaf dit moment zijn alle beelden van de maand maart.
's Morgens vroeg kan je het treffen als de reeën net op de goede  plaats staan.
Het gewei was nog steeds een bastgewei.
De boszoom is een favoriete plek omdat de dekking in de buurt is.
Natuurlijk mogen reegeiten niet ontbreken.
Ik schreef het al eerder:  "Wat moet een bok zonder geit?"
Onopvallend houdt zij de omgeving in de gaten.
Als je je rustig houdt en niet opvallend te zien bent wordt je aanwezigheid vaak getolereerd.
Zo gauw er ergens een beweging is - een passerend damhert of een wandelaar - zijn ze alert.
Vanzelfsprekend wordt er tijd genomen om wat te rusten en het voedsel te laten verteren.

Zo'n relaxed moment vormt een mooie overgang naar de andere hoofdrolspeler.
Op een zonnige morgen in maart waren verschillende bezoekers van de AWD op zoek naar vossen.
Ze bliezen onder andere op fluitjes.
De vossen hadden er geen boodschap aan, er was geen vos te zien.

In het nagenoeg uitgestorven, voor het publiek opengestelde deel van het infiltratiegebied stond ik naar vogels te kijken. 
Ik voelde onwillekeurig dat er iets achter mij gebeurde.
Er bleek een vos uit de begroeiing tevoorschijn te zijn gekomen.
Die vos was héééél ontspannen.
Toen ze door had dat er niets te halen was ging ze languit liggen.
Met grote inspanning drukte zij zich even later toch een beetje op.
Is dit lui of is dit lui?

Inwendig moest ik lachen om al die speurders die hun foto van de maand wilden maken van een vos.
Hier werd ik in alle rust onverwachts op mijn wenken bediend.
Het moet wel een mooi gezicht geweest zijn om te zien dat de vos en ik met een meter of vijf ertussen elkaar op de grond lagen aan te kijken..
Wat was die zon al warm!
Daar word je echt slaperig van.
Met volle overgave gaapte de vos.
Ik kreeg een uitstekende kans om te zien dat zij een goed gebit had.
Na deze krachttoer moest er wel even goed uitgerust worden.
Hoe vaak lig je zó voor een vos?
Een gaap in wording.
Het leek wel of zij maling aan mij had en haar tong uitstak.
Ik moet echt boeiend gezelschap voor haar geweest zijn.
Ik heb mij al vaker afgevraagd wat er in een dier omgaat als het mensen ziet.
Voer voor dierenpsychologen.
Nog niet voldoende uitgerust viel zij nogmaals op haar zij in slaap.
Nog even een laatste beetje slaap eruit persen en ze was er klaar voor om op jacht te gaan.
Binnen een paar tellen was ze verdwenen tussen de struiken en grassen.

Bij de reeën kostte het meer moeite om hun vertrouwen enigszins te winnen dan bij deze vos.
In beide gevallen waren het topontmoetingen voor mij.

Maar wat zal ik de volgende keer aan bod laten komen?
Zal het de jonge gewone zeehond worden die ik kort geleden bij de Zuidpier gezien heb?
Of misschien toch maar eerst de vogels zoals een roodhalsfuut, voorbij vliegende eidereenden, vissende kuifaalscholvers en een sperwer?
En dan is er ook nog de blauwe reiger die moeite had een forse kikvors te verslinden.
Ik ga er nog een nachtje over slapen.

Bedankt voor alle reacties op mijn bericht over de lepelaars.


woensdag 23 maart 2016

Lepelaars denken aan de toekomst

Op 14 maart bedacht ik 's middags dat het een goed moment was om eens te kijken of de lepelaars weer in hun vertrouwde gebiedje bij Haarlemmerliede waren teruggekeerd. 
En jawel, zeker een tiental was er min of meer druk bezig, met hun nest of met elkaar.

Eén paartje was redelijk goed te zien. De vele takken waren daar niet al te hinderlijk.
Ze waren overduidelijk al in de juiste stemming, verliefd tot over hun oren.
Opmerkelijk, want ze hadden net een paring achter de rug!
Ze liefkoosden elkaar met hun snavels langs hun nek, afwisselend links en rechts.
Het was een mooi schouwspel om ze zo bezig te zien.
Dat kon maar één ding betekenen.
Een nieuwe poging om te paren zou niet lang op zich laten wachten.
Maar nee, ze hielden er plotseling mee op.
Ik had dus kunnen genieten van hun naspel.

Op een dichterbij gelegen nest was al geruime tijd een lepelaar zeer nauwgezet bezig met het fatsoeneren van de veren.
Dat moest wel een vrouwtje zijn.
Geen detail werd overgeslagen.
Nog even wat rek- en strekoefeningen.
Daarna was ze helemaal klaar voor de komst van haar geliefde.
Daar was hij dan eindelijk.
Ze begonnen onmiddellijk met een gevarieerde begroeting.
Kijk eens naar die blik in zijn ogen.
Er was geen misverstand mogelijk.
Hij was smoorverliefd op haar.
Een eerste liefkozing aan haar rechterzijde,
gevolgd door een teder contact aan haar linkerzijde.
Hij herhaalde dat een aantal keren.
De spanning steeg.
Maar wat had hij hier gedaan?
 Een gevoelige plek geraakt? Een verleidelijk geluidje gemaakt?
Zij werd er blijkbaar door verrast.
 Flitsend snel kwam hij in actie, zij was er klaar voor.
Even snel als hij begon was de paring weer afgelopen.
Aan de opengesperde snavels te zien zou je kunnen concluderen dat het gelukt was.
Slaakte zij een juichkreet of hapte zij naar adem?
Iedereen mag voor zichzelf conclusies trekken.
Samen inspecteerden zij vervolgens het nest.
Werk aan de winkel.
Hij werd eropuit gestuurd om nog wat extra takken te halen om het nest helemaal tiptop te maken.
Hij spande zich er flink voor in.
Waarom hij nu juist díe takken wilde hebben die tamelijk ver bij hem vandaan waren is mij een raadsel.
Hier deed hij dat beter.
Soms bogen de takken behoorlijk door. 
Door het rustige weer hoefde hij zijn vleugels nauwelijks te gebruiken om in balans te blijven.
Met een "indrukwekkende" tak keerde hij weer terug bij zijn schatje.
Hij kwam een aantal keren terug om takken te halen voor de finishing touch.

Na een uurtje vond ik het mooi geweest.
Ik had het geluk gehad dat er maar weinig andere kijkers waren en dat de drukte op het fietspad meeviel.
Wellicht ga ik er nog een keer kijken als er jongen zijn.

donderdag 17 maart 2016

Sneeuwklokjes fotograferen: je moet maar durven

Omdat ik het leuk vind om paddenstoelen te fotograferen heb ik kort geleden een set tussenringen gekocht.
Die kan ik op regenachtige dagen ook thuis gebruiken om eens mee te oefenen, niet met paddenstoelen maar met orchideeën als onderwerp.
Dat heb ik in februari en maart dan ook gedaan.
Afhankelijk van wat je precies wilt fotograferen kan je één, twee of  drie tussenringen gebruiken.
Hoeveel ik er bij bovenstaande foto heb gebruikt weet ik niet meer.
Het geeft wel wat extra's vergeleken met macrofotografie zonder tussenringen.
Ik gebruik trouwens een Tamron 90 mm macrolens.
Het was wel confronterend voor mij.
Ik was namelijk wel gedwongen om mijn leesbril te gebruiken bij het manueel scherp stellen.
Prettig van mijn Canon EOS 70D is wel dat je als extra hulp ook een knop hebt waarmee je sterker kunt inzoomen op het scherp te stellen deel van de foto.

Maar het ging mij vanzelfsprekend om het gebruik van de tussenringen in de vrije natuur.
Dat plan ging niet door want ik had mijn handen vol aan de gewone macrofotografie.

Op 11 februari ben ik naar Leyduin gegaan omdat daar sneeuwklokjes uitbundig groeiden.
Sneeuwklokjes fotograferen. Hoe origineel is dat?
Voor iemand die zelden bloemen fotografeert is het al een flinke stap om hiermee aan de slag te gaan.
Deze opname is al wat origineler dan de vorige, ook al omdat de blaadjes niet puntgaaf zijn, waardoor de kern mooier zichtbaar is.
Jawel, dit is registrerend.
Persoonlijk vind ik dat daar niets mis mee is.
Tegenlicht biedt dan weer hele andere mogelijkheden.
Het registrerende is vervangen door een meer sfeervol beeld.

Op 5 maart ben ik er opnieuw heengegaan.
Wat heb je nodig om iets bijzonders op de foto's te krijgen?
Druppels (al dan niet bevroren).
 Gebruik van een plantensproeier vond ik daarbij geen optie.
Het moest puur natuur zijn.
Het had 's nachts gevroren dus ik hoopte op beelden met (vooral) ijs en/of druppels.
Op het bovenstaande sneeuwklokje zijn zowel bevroren als echte druppels te zien.
Op schaduwrijke plaatsen waren er wel meer bloemen met ijs en druppels te vinden maar ze waren niet allemaal even fotogeniek.
De zon kwam algauw door, waardoor het ijs smolt.
Dat bood nieuwe kansen om sneeuwklokjes met druppels te fotograferen.
Ik moest wel snel zijn - of op een andere, schaduwrijkere plaats opnieuw een geschikt onderwerp gaan zoeken - omdat de druppels er af en toe afvielen.
Dat kon ik wel wat vertragen door zó voor de bloemen te gaan zitten dat ze in de schaduw stonden.
Het bleef een echte uitdaging om beelden te krijgen waarop (bevroren) druppels scherp werden afgebeeld.
Dat lukte vaak pas naar mijn zin met diafragma's in de orde van 16-20.
Het schilderachtige waarnaar je ook op zoek kan gaan was hierbij ver te zoeken.
Dat hoort nu eenmaal bij keuzes maken.
Met de genoemde diafragma's kan je ook wel passende achtergronden vinden.
Tot besluit van deze ochtend nog een sneeuwklokje in een wat andere entourage.
Registrerend? Onderscheidend? Wie zal het zeggen.
In ieder geval niet schilderachtig, maar in mijn ogen wel mooi.

Hierbij zou het wat sneeuwklokjes betreft wel blijven dacht ik.
Niets was minder waar.
Er stond namelijk ook een klein aantal sneeuwklokjes in onze voortuin.
Op 7 maart besloot ik mij er nog één keer aan te wagen.
Het was rond half negen nog koud.
Aan dit sneeuwklokje hing een flinke bevroren druppel.
Voor de verandering maar eens een foto met tegenlicht gemaakt.
Ook nu dooide het al snel.
Er kwam een mooie druppel onder dit sneeuwklokje te hangen.
Deze keer heb ik f/7,1 gebruikt.
Landscape or  portrait?
That's the question.
Wat is mooier?
Frozen drop sharing.
Tussen de twee klokjes hing een flinke, gedeeltelijk nog bevroren druppel.
Tot besluit nog twee beelden waarbij het schilderachtige al wat meer de overhand gaat krijgen (vind ik).
De druppel aan de linkerkant is nog grotendeels bevroren.
Ik vind dit een mooie plaat om mee te besluiten.

De tijd vliegt als je met macrofotografie bezig bent.
Ook al lees je nogal eens dat het de moeite loont om je te specialiseren,
het is toch wel aantrekkelijk om zo nu en dan zijpaden te bewandelen.

Bij deze wil ik iedereen bedanken voor het bezoeken van mijn blog in 2016 en indien van toepassing  het geven van een reactie.