dinsdag 26 september 2017

Gryllotalpa gryllotalpa

Zo'n titel is nog eens een binnenkomer.
Op 18 september was ik voor de tweede keer in deze maand op weg naar Leyduin, met als hoofddoel paddenstoelen.
Het is tenslotte herfst en dan hoop je interessante soorten te vinden.
Ik was nog maar nauwelijks van de parkeerplaats af of mijn oog viel op een veenmol.
Jaren geleden, om precies te zijn op 8 augustus 2011, had ik voor het eerst (en voor het laatst) een veenmol gezien.
Ik had er zelfs nog nooit van gehoord.
Het is echt een toevalstreffer als je er een tegenkomt.
Het wordt op prijs gesteld als je de waarneming op waarneming.nl meldt en dat heb ik dan ook gedaan.
Ik heb hem bij het oversteken van het pad van alle kanten geprobeerd te fotograferen.
Het is een indrukwekkend insect dat tot de familie van de krekels en sprinkhanen gerekend wordt.
Ze zijn 4-5 cm lang.
De Latijnse naam is afgeleid van Gryllus (= krekel) en Talpa (= mol).
Talpa is een naam die velen bekend zal zijn uit de TV wereld.
De voorpoten doen denken aan de graafpoten van een mol.
Geen wonder, want veenmollen moeten net als mollen goed kunnen graven.
Ze leven voornamelijk ondergronds, waardoor meteen duidelijk wordt waarom je ze maar zelden ziet.
Hij zal mijn camera wel iets vreemds gevonden hebben, want hij bleef er een tijdje naar staren.
Van opzij is goed te zien hoe mooi het dier in elkaar zit.
Als je geen idee hebt wat voor dier het is, ben je ongetwijfeld op je hoede.
Ze doen echter geen mens kwaad.
Maar zelf weet het dier natuurlijk ook niet wat hij van mij kan verwachten.
Ik doe geen dier kwaad, maar dat wist de veenmol niet.
Dan maar weer voorzichtig verder, op weg naar de veilige rand van het pad waar hij kan verdwijnen in de begroeiing.
Veenmollen kunnen zich behoorlijk snel verplaatsen als ze zich bedreigd voelen.
De begroeiing was hier bijna bereikt.
Voorbijgangers bleven vol verbazing naar de veenmol kijken.
Ze waren al verbaasd om mij vanaf een afstand geknield op het pad te zien zitten, met mijn gezicht naar het Oosten.
De reacties waren voorspelbaar.
Het zijn schitterende dieren.
Ik was dan ook heel blij dat ik na zoveel jaar weer een veenmol zag.
Wat ik nog meer gezien heb in Leyduin zal later op mijn blog te zien zijn.




woensdag 20 september 2017

AWD - augustus deel 3

Parnassia is een betrekkelijk schaars voorkomend bloemetje dat in duingebieden groeit.
De laatste jaren komt het steeds meer voor in het gebied waar ik ze voor het eerst aantrof.
Ik vind het echter niet zo makkelijk om er aansprekende platen van te maken.
De eerste twee zijn eigenlijk tamelijk vertrouwde, wat minder spannende platen.
Hier heb ik het accent op de omhoog staande blaadjes gelegd, waardoor het al minder registrerend is geworden.
Over deze ben ik het meest tevreden, hoewel ik mij realiseer dat het nog veel beter kan.
Dat is mij dit jaar niet gelukt.

Naast parnassia laat ik een aantal vertrouwde bewoners van de Waterleidingduinen zien, 
helaas zonder reeën die ik geen enkele keer ben tegengekomen.
Als je vroeg opstaat kan je verwend worden met mooi licht.
Deze ochtend was het nog mistig, waarbij de opkomende zon er wel voor zorgde dat die snel optrok.
Een plaat van een damhert is niet zo bijzonder voor regelmatige bezoekers van het duingebied.
Deze vond ik wel wat hebben omdat er nog de laatste resten van de bast van zijn bastgewei aan een van de stangen hingen.
Jonge futen blijken ook wat groente bij hun vis te lusten. 
De rechter jonge fuut bood zijn kleine broertje of zusje een flink stuk aan .
Als één van de ouders een baars gevangen heeft en die komt aanbieden, vergeten de jonge futen hun groentehapje snel.
Zo'n visje wegkrijgen kost nog behoorlijk wat moeite.
De baars viel een keer in het water, maar werd door de zorgzame ouder snel weer gegrepen.
De kleine kreeg een nieuwe kans.
Ook al viel het niet mee, ook al keek zij mij bij wijze van spreken vragend om hulp aan, de vis werd wel verslonden.
Dit tweetal hield zich totaal niet met eten bezig.
Ze deden hun naam eer aan en zaten bewegingsloos op een boom (tak).
Bij de wat grotere boomkikkers is dit overdag de favoriete actie, als ze niet gestoord worden.
Een derde zat er een stukje achter, maar paste niet mooi op de foto.
Een piepklein kikkertje verschool zich als het ware achter een blad, net alsof het verstoppertje aan het spelen was.
Een ander ukkie had een plekje gevonden tussen de pitrus stengels, die onvermijdelijk veel in beeld kwamen.
Dat is nu eenmaal hun woonomgeving.
Ze houden van hangen, .......
...... de omgeving observeren, ............
........ klauteren, .........
...... en van de zon genieten op een varenblad.
Ik heb ze inmiddels ook in duindoorns gezien, maar dat heeft nog niet de beelden opgeleverd die ik graag wil.
Deze houding is heel karakteristiek, want vanaf heel klein zijn ze er al goed in.
Volwassen boomkikkers heb ik dit jaar maar een enkele keer gezien.
Een zandhagedis liet zien dat hij een goede klimmer is, want hij had er geen enkele moeite mee om in een boompje te klimmen en een zonnige plek te zoeken op een stevige tak.
Het was een mooi exemplaar dat nog behoorlijk groen gekleurd was.
Hij vond mijn aanwezigheid prima en bleef lekker liggen.
Volstrekt onverwacht kwam ik een vosje tegen.
Het was zelf ook verrast want het pootje, waarmee het achter zijn oor aan het krabben was, bleef even roerloos in de lucht hangen.
 Hij liep naar de oever van het nabij gelegen kanaal om te drinken en stak vervolgens een bruggetje over.
Ik volgde hem voorzichtig op afstand.
In het bos aan de overkant ging hij op jacht.
De kleine reageerde op alle geluidjes en geurtjes, maar nauwelijks op die van mij.
Hier ritselde ongetwijfeld iets tussen het gras.
Het leverde niets op, ook al snuffelde hij grondig tussen het gras en bij de resten van de boom.
Een ander geluidje trok zijn aandacht, maar het leverde opnieuw niets op.
Dan maar even pauze.
Jammer, het jagen leverde helaas geen spectaculaire sprongen op.
Even later begon hij opnieuw.
De kop schuin naar rechts, dan weer naar links.
Het herhaalde zich een aantal malen, maar helaas met hetzelfde resultaat.
Het zat niet mee, in ieder geval niet gedurende de tijd dat ik hem kon volgen.
Op een zeker moment zag ik nog een tweede vosje dat van mijn aanwezigheid niets wilde weten, maar waardoor ik wel even afgeleid werd.
Toen waren er plotseling twee vosjes verdwenen.




woensdag 13 september 2017

Madagaskar - slangen

In Madagaskar zijn slangen geen zeldzaamheid.
Tot mijn grote plezier hebben we er een behoorlijk aantal gezien, waaronder enkele indrukwekkende exemplaren. 
Geen van alle zijn ze giftig. Dat geeft een rustig gevoel als je erbij in de buurt bent.

Ik ben begonnen met een Madagaskar boomboa (Sanzinia madagascariensis).
Op weg naar een nationaal park moesten we op een landweggetje  stoppen omdat deze flinke knaap van bijna 2 m over de weg kronkelde.
Iedereen natuurlijk de auto's uit om hem van tamelijk dichtbij te bekijken.
Een 400 mm lens is in zo'n geval wel handig.
De twee uiteinden van de onderzoekende tong zijn net zichtbaar.
Erg onrustig was hij niet want al gauw koos hij op zijn gemak zijn weg naar de berm en gleed zo uit het zicht de begroeiing in.
Hoe anders was het met deze indrukwekkende slang.
Het is opnieuw een Madagaskar boomboa, hoewel dat bij dit licht niet makkelijk te zien was.
Grote contrasten tussen het felle zonlicht en de donkere schaduwplekken maakten het lastig om behoorlijke platen te maken.
Wat een indrukwekkend beest was het!
De diameter van zijn lijf moet zo'n 20-25 cm geweest zijn.
Hij bewoog nauwelijks, alleen met zijn kop volgde hij af en toe iemand die in zijn buurt bewoog.
Hij bleef rustig op de tak, die ongeveer 2 m boven de grond hing, liggen.
Wie zou hem wat kunnen of durven doen?
Een brown brook snake (Pseudoxyrhopus microps) is van een heel ander kaliber.
Met een diameter die vergelijkbaar is met die van een tuinslang en een lengte van zo'n 60 cm gleed hij over de bladeren. 
Plotseling kwam zijn voorlijf een stuk omhoog en maakte hij een sprong voorwaarts.
Heel verrassend en tegelijk spectaculair.
Zo krijg je direct een beeld van de manier waarop hij een prooi grijpt.
Onze gids ging tijdens een trekking op zoek naar schorpioenen.
Die vond hij niet, maar wel dit mini slangetje.
Waarschijnlijk was het een Madagascar forest snake.
Een paar maten groter was deze Madagaskar haakneusslang (Leioheterodon madagascariensis).
Deze foto is met een smartphone gemaakt.
Met mijn eigen camera zijn de kleuren anders.
In een kleine plantage lag hij tussen de bladeren op de grond en kronkelde pas weg toen hij vond dat er teveel belangstelling voor hem was.
Dat gidsen soms ook niet goed weten hoe de slangen heten bleek wel toen onze gids zei dat het een "golden viper" was. 
Het was beslist geen adder (want die komen op Madagaskar niet voor) en de kleur deed ook niet denken aan goud.
Als laatste soort laat ik hier Madagaskar hondskopboa's (Sanzinia madagascariensiszien.
Ook al is de naam anders dan de eerste slang die ik heb laten zien, de Latijnse naam is hetzelfde.
Er worden dus twee verschillende namen gebruikt voor dezelfde slang. die tot de meest algemene van Madagaskar behoort.
Er bestaan weliswaar twee ondersoorten maar ik heb niet de pretentie de verschillen daartussen te herkennen.
We hebben ze in ieder geval op totaal verschillende plaatsen gezien.
De eerste twee zagen we in twee verschillende nationale parken in het noorden, de laatste in een park ten oosten van de hoofdstad Antananarivo.
Ik vond het geweldig om ze van tamelijk dichtbij te kunnen zien en fotograferen.