Tijdens een week vakantie aan de rand van het Drents-Friese Wold hoop je natuurlijk op enkele aantrekkelijke waarnemingen die je in het westen van Nederland niet zo snel zult hebben.
Op één van de dagen trokken we naar het Fochteloërveen, waarbij we vanzelfsprekend hoopten kraanvogels te zien,
waar het gebied om bekend staat.
We werden niet teleurgesteld.
Vanaf een observatietoren zagen we door een kijker in de verte al een kraanvogel in het riet.
Het is mogelijk dat ze daar zat te broeden maar dat was van die afstand niet te zien.
Teruglopend in de richting van de parkeerplaats zagen we plotseling een tweetal kraanvogels (Grus grus) onze richting op vliegen.
Ze passeerden betrekkelijk dichtbij, in ieder geval dichterbij dan ik ze daar ooit gezien heb.
Later zagen we op grotere afstand twee groepen kraanvogels, één van 7 en één van 8 vogels, die enkele ronden vlogen en daarna verdwenen.
Zoveel kraanvogels hadden we daar op één dag nog nooit gezien.
De dag was al met een verrassing begonnen.
Langs de weg bij de parkeerplaats stond iemand aandachtig naar de bomen te kijken.
Hij bleek te speuren naar wielewalen, nadat hij er al één had zien overvliegen.
Er zouden er drie moeten zijn.
Plotseling hoorden we er één zingen maar ze lieten zich niet zien.
Voor ons was het een unieke ervaring want we hoorden voor het eerst het gezang van een wielewaal.
Wat een schitterend geluid!
Later spraken we daar mensen die al de hele ochtend probeerden een glimp (en natuurlijk nog meer) op te vangen,
maar het was ze nog steeds niet gelukt.
In de nabij gelegen observatiehut was het druk, bovendien hadden de bezoekers nogal wat troep achtergelaten.
Het waren echter geen mensen, maar het bleek dat boerenzwaluwen (Hirundo rustica) de hut in bezit hadden genomen en er een flink aantal nesten hadden gemaakt.
De vogels hadden bovendien alles uitbundig ondergepoept.
Geen schone zitplaats meer te vinden, wat een smeerboel.
Ze kwamen regelmatig op het kozijn van een venster zitten,
zodat je een behoorlijke kans kreeg om er plaatjes van te maken.
Binnenin in de hut zou dat ook leuk geweest zijn, zeker omdat je de jongen goed kon zien,
maar het was te schemerig voor mooie platen.
Bij een van de gebouwen van het (gesloten) bezoekerscentrum van het Holtingerveld bleek een groep huiszwaluwen (Delichon urbicum) te nestelen.
Op de zanderige grond voor het gebouw haalden ze steeds wat bouwmateriaal.
Er was een groot aantal kunstnesten voor de huiszwaluwen gemaakt die in dank werden aanvaard,
gezien het grote aantal bewoonde nesten.
Geen woningnood dus, want er waren meer nesten dan belangstellenden.
Dat hoor je tegenwoordig niet meer.
Ook huismussen (Passer domesticus) stelden deze service op prijs en hadden hun nest gemaakt op een plankje waar een nest onder hing.
De omgeving werd scherp in de gaten gehouden.
De omgeving werd scherp in de gaten gehouden.
Geelgorzen (Emberiza citrinella) hebben we deze dagen wel gezien,
zowel bij het Fochteloërveen als op het Holtingerveld,
maar de afstand was steeds wat te groot.
Geen plaatjes dus.
Het bijzondere was dat je door een lange gang als het ware middenin het gebied kwam, waarbij je zowel gratis de observatietoren kon bezoeken als tegen betaling in de observatiehut vogels kon waarnemen.
Voor de belangstellenden, zie ook : Fotohut Diependal en/of afbeeldingen Diependal
Vanaf de uitkijkpost was zo nu en dan een grasmus (Curruca communis) te zien.
Dat geluk hadden we niet.
Dit gebied staat erom bekend dat er roodhalsfuten broeden dus dat is één van de redenen om er eens te gaan kijken.
Voor ons helaas geen roodhalsfuten of geoorde futen, geen zomertaling,
maar wel een dodaars (Tachybaptus ruficollis).
Het vroege ochtendlicht viel niet steeds op de dodaars zoals ik gehoopt had.
Natuurlijk was het waterhoentje (Gallinula chloropus) welkom,
evenals een gezinnetje meerkoeten ( Fulica atra), maar hier kwamen we niet voor.
Het vroege ochtendlicht viel niet steeds op de dodaars zoals ik gehoopt had.
Natuurlijk was het waterhoentje (Gallinula chloropus) welkom,
evenals een gezinnetje meerkoeten ( Fulica atra), maar hier kwamen we niet voor.
Wat het aantal waarnemingen uit de hut betreft viel het dus tegen.
Er vlogen minimaal drie koekoeken (Cuculus canoris) rond, die je regelmatig zag en hoorde.
Dit was gelet op de lichtval én afstand de minst geschikte.
In de andere boom zat er een toen wij in de hut zaten.
Maar ik zie niet zo vaak een koekoek van tamelijk dichtbij dus ik was al blij dat hij goed te zien was.
En wat te denken van een paartje grauwe klauwieren (Lanius collurio)?
Door een kijker prima te zien, maar fotograferen leverde alleen maar bewijsplaatjes op die je bovendien enorm moest croppen.
We hadden ze echter nog nooit gezien, dus dan is er geen reden tot klagen.
Eén vogel ging regelmatig zó in een boom zitten dat hij mooi te zien was.
In een flits toonde hij zijn gespreide staart een paar keer,
maar dat ging te snel en onverwacht om het te kunnen vastleggen.
Tot zo ver de vogels.
Er liepen op het Doldersummerveld een aantal zware jongens (en meiden) die het waard waren om eens te vereeuwigen.
Hun kapsel hinderde blijkbaar niet.
Je weet nooit of ze je aankijken of alleen doen alsof.
Ze hebben allemaal dezelfde kapper die een voorkeur heeft voor dit kapsel.
Je laat het wel uit je hoofd om te dichtbij te komen.
Voor deze runderen kan het leven nauwelijks beter zijn.
Er waren overigens geen kalveren in de kudde.
Het spreekt voor zich dat dit wel veel verschil maakt en dat je veel voorzichtiger moet zijn als ze er wel zijn.
Een weekje vakantie in het gebied dat gedeeltelijk in Friesland en gedeeltelijk in Drenthe ligt is met mooi weer altijd een succes.