woensdag 23 juni 2021

Fries-Drentse fauna

Tijdens een week vakantie aan de rand van het Drents-Friese Wold hoop je natuurlijk op enkele aantrekkelijke waarnemingen die je in het westen van Nederland niet zo snel zult hebben.
Op één van de dagen trokken we naar het Fochteloërveen, waarbij we vanzelfsprekend hoopten kraanvogels te zien, 
waar het gebied om bekend staat.
We werden niet teleurgesteld.
Vanaf een observatietoren zagen we door een kijker in de verte al een kraanvogel in het riet.
Het is mogelijk dat ze daar zat te broeden maar dat was van die afstand niet te zien.
Teruglopend in de richting van de parkeerplaats zagen we plotseling een tweetal kraanvogels (Grus grus) onze richting op vliegen.
Ze passeerden betrekkelijk dichtbij, in ieder geval dichterbij dan ik ze daar ooit gezien heb.
Later zagen we op grotere afstand twee groepen kraanvogels, één van 7 en één van 8 vogels, die enkele ronden vlogen en daarna verdwenen.
Zoveel kraanvogels hadden we daar op één dag nog nooit gezien. 

De dag was al met een verrassing begonnen.
Langs de weg bij de parkeerplaats stond iemand aandachtig naar de bomen te kijken.
Hij bleek te speuren naar wielewalen, nadat hij er al één had zien overvliegen.
Er zouden er drie moeten zijn. 
Plotseling hoorden we er één zingen maar ze lieten zich niet zien.
Voor ons was het een unieke ervaring want we hoorden voor het eerst het gezang van een wielewaal.
Wat een schitterend geluid!
Later spraken we daar mensen die al de hele ochtend probeerden een glimp (en natuurlijk nog meer) op te vangen, 
maar het was ze nog steeds niet gelukt.
In de nabij gelegen observatiehut was het druk, bovendien hadden de bezoekers nogal wat troep achtergelaten.
Het waren echter geen mensen, maar het bleek dat boerenzwaluwen (Hirundo rustica) de hut in bezit hadden genomen en er een flink aantal nesten hadden gemaakt.
De vogels hadden bovendien alles uitbundig ondergepoept.
Geen schone zitplaats meer te vinden, wat een smeerboel.
Ze kwamen regelmatig op het kozijn van een venster zitten, 
zodat je een behoorlijke kans kreeg om er plaatjes van te maken.
Binnenin in de hut zou dat ook leuk geweest zijn, zeker omdat je de jongen goed kon zien, 
maar het was te schemerig voor mooie platen.
Bij een van de gebouwen van het (gesloten) bezoekerscentrum van het Holtingerveld bleek een groep huiszwaluwen (Delichon urbicum) te nestelen.
Op de zanderige grond voor het gebouw haalden ze steeds wat bouwmateriaal.
Er was een groot aantal kunstnesten voor de huiszwaluwen gemaakt die in dank werden aanvaard, 
gezien het grote aantal bewoonde nesten.
Geen woningnood dus, want er waren meer nesten dan belangstellenden.
Dat hoor je tegenwoordig niet meer.
Ook huismussen (Passer domesticusstelden deze service op prijs en hadden hun nest gemaakt op een plankje waar een nest onder hing.
De omgeving werd scherp in de gaten gehouden.

Geelgorzen (Emberiza citrinella) hebben we deze dagen wel gezien, 
zowel bij het Fochteloërveen als op het Holtingerveld, 
maar de afstand was steeds wat te groot.
Geen plaatjes dus.
Op naar fotohut Diependal in Oranje, eigendom van Stichting Het Drents Landschap.
Het bijzondere was dat je door een lange gang als het ware middenin het gebied kwam, waarbij je zowel gratis de observatietoren kon bezoeken als tegen betaling in de observatiehut vogels kon waarnemen.
Voor de belangstellenden, zie ook : Fotohut Diependal en/of afbeeldingen Diependal

Vanaf de uitkijkpost was zo nu en dan een grasmus (Curruca communis) te zien.
Er zwom ook een zomertaling (Spatula querquedula), die we helaas alleen vanaf de toren zagen.
Vanuit de hut kan je als je  hééél veel geluk hebt een roodhalsfuut zien. 
Dat geluk hadden we niet.
Dit gebied staat erom bekend dat er roodhalsfuten broeden dus dat is één van de redenen om er eens te gaan kijken.

Voor ons helaas geen roodhalsfuten of geoorde futen, geen zomertaling, 
maar wel een dodaars (Tachybaptus ruficollis).
Het vroege ochtendlicht viel niet steeds op de dodaars zoals ik gehoopt had.
Natuurlijk was het waterhoentje  (Gallinula chloropus) welkom, 
evenals een gezinnetje meerkoeten ( Fulica atra), maar hier kwamen we niet voor.
Wat het aantal waarnemingen uit de hut betreft viel het dus tegen.
Maar er was meer, weer vanuit de toren waar te nemen.
Er vlogen minimaal drie koekoeken (Cuculus canoris) rond, die je regelmatig zag en hoorde.
Er waren twee bomen waar de koekoeken goed te zien waren.
Dit was gelet op de lichtval én afstand de minst geschikte.
In de andere boom zat er een toen wij in de hut zaten.
Maar ik zie niet zo vaak een koekoek van tamelijk dichtbij dus ik was al blij dat hij goed te zien was.
En wat te denken van een paartje grauwe klauwieren (Lanius collurio)?
Door een kijker prima te zien, maar fotograferen leverde alleen maar bewijsplaatjes op die je bovendien enorm moest croppen.
We hadden ze echter nog nooit gezien, dus dan is er geen reden tot klagen.
Blauwborsten (Luscinia svecicazijn vogels die ik altijd graag zie.
Eén vogel ging regelmatig zó in een boom zitten dat hij mooi te zien was.
Hij liet zijn staart bewonderen, hoewel hij dat veel beter kan.
In een flits toonde hij zijn gespreide staart een paar keer, 
maar dat ging te snel en onverwacht om het te kunnen vastleggen.
Hij kwam vooral om te zingen en dat deed hij dan ook met volle overgave.

Tot zo ver de vogels.
Er liepen op het Doldersummerveld een aantal zware jongens (en meiden) die het waard waren om eens te vereeuwigen.

Heel ontspannen, rustig grazend en de voorbijgangers nauwelijks een blik waardig gunnend.
Een beetje onderzoekend keken ze ons soms aan.
Hun kapsel hinderde blijkbaar niet.
Je weet nooit of ze je aankijken of alleen doen alsof.
Ze hebben allemaal dezelfde kapper die een voorkeur heeft voor dit kapsel.
Stoer zijn ze wel, ze boezemen ontzag in.
Je laat het wel uit je hoofd om te dichtbij te komen.
Ze treffen het wel dat ze in zo'n gebied naar hartenlust kunnen grazen.
Voor deze runderen kan het leven nauwelijks beter zijn.
Er waren overigens geen kalveren in de kudde.
Het spreekt voor zich dat dit wel veel verschil maakt en dat je veel voorzichtiger moet zijn als ze er wel zijn. 
Nog één zware, zij het niet de zwaarste, jongen tot besluit.

Een weekje vakantie in het gebied dat gedeeltelijk in Friesland en gedeeltelijk in Drenthe ligt is met mooi weer altijd een succes.

dinsdag 15 juni 2021

Een onverwacht boeket

 

Tijdens een korte vakantie in Friesland werden wij in de directe omgeving van ons verblijf verrast met een bloemenrijke omgeving met een aantal soorten die ik niet kende of nog niet vaak gezien had, zoals de inkarnaatklaver (boven).
Het inspireerde mij tot een paar stappen buiten mijn comfortzone.
Er groeide veel gele brem (Cytisus scoparius), die ik al kende van bijvoorbeeld de Veluwe waar ik vele jaren vakanties heb doorgebracht.
Tegenwoordig kijk ik er wel met andere ogen naar dan vroeger.
Toen wij op ons vakantieadres arriveerden fladderden er een aantal oranjetipjes (Anthocharis cardamines) rond de vele bloemen.
Er waren behoorlijk veel pinksterbloemen, die één van de waardplanten zijn van de oranjetipjes.
Aanvankelijk waren er een stuk of 5-6, maar hun tijd zat er blijkbaar op want de volgende dag zag ik er nog maar één.
De laatste heb ik gelukkig nog op de plaat kunnen krijgen.
Of alle bloemen hier al van nature voorkwamen weet ik niet, maar het viel op dat de variatie groot was.
Van dit oranje havikskruid (Hieracium aurantiacum) zag ik een tiental bloemen.
Echte koekoeksbloemen (Silene flos-cuculi) daarentegen waren hier heel talrijk.
Door de wind en de schaduwen die steeds op de bloemen vielen was het fotograferen wel een uitdaging.
De bloeitijd van de gulden sleutelbloemen (Primula veriswas op één bloem na voorbij.
In één van de vele nestkastjes woonde een gezinnetje koolmees. 
Zoals altijd hadden de jongen veel honger en zij schroomden niet om een grote bek op te zetten als ze merkten dat één van de ouders met voedsel in de buurt was.
De ouders vlogen af en aan, op de terugweg soms met afval uit het nest in hun snavel.
Zodra een ouder bij het nestkastje was gearriveerd verscheen er een jonge vogel met zijn bek wijd open voor de opening.
Een uitbundige bloeier was de knolsteenbreek (Saxifraga granulata), die hier heel talrijk was. 
Ik weet niet of ik tijdens deze vakantie meer op bloemen gelet heb dan anders,
maar ik kan mij niet herinneren dat ik deze soort eerder heb gezien.
Dat geldt ook voor de inkarnaatklaver (Trifolium incarnatum), waarmee ik deze post begonnen ben.
Bij wijze van toeval ontstond deze opname, die ik hier toch maar laat zien omdat hij zo afwijkt van de andere platen.
Ook zo heeft deze bloem wel wat vind ik.
Ik vind deze klaver wel mooier met zachte tinten, waarin het rood er mooi uitspringt.
De blaassilene (Silene vulgaris) groeide er ook verrassend veel.
Net als de inkarnaatklaver was het een voor mij nieuwe soort.
Nogmaals de blaassilene.
Natuurlijk groeiden er nog veel meer soorten, maar ik beperk mij tot de voor mij meest bijzondere soorten.


In het Drents-Friese Wold en omgeving was natuurlijk nog veel meer te zien.
In één van mijn volgende nieuwe berichten komen onder ander deze vogels aan bod:
Kraanvogels (Grus grus).



Bij deze wil ik iedereen bedanken die dit jaar mijn blog bezocht heeft en zeker degenen die een reactie hebben achtergelaten.
In het bijzonder de reacties op "I.M." naar aanleiding van het overlijden van Dick Vermey heb ik zeer op prijs gesteld.

dinsdag 8 juni 2021

Vogelvaria voorjaar 2021 (nieuwe versie)

 

Het fotoverslag "Vogelvaria voorjaar 2021" had ik net gepubliceerd toen ik hoorde dat Dick Vermey was overleden. 

Ik heb het toen teruggetrokken om mijn herinneringen aan hem in de vorm van mijn post "I.M." te publiceren. 

Op 2 juni heb ik "Vogelvaria voorjaar 2021opnieuw geplaatst maar het lijkt erop dat dit niet bij iedereen als een nieuwe publicatie is gemeld. 

Daarom volgt hier een nieuwe poging.

-------------------------------------------------------

De afgelopen maanden hebben we af en toe aantrekkelijke omstandigheden gehad, maar het regende toch wel vaak.
Ik laat deze keer een overzichtje zien van een aantal soorten die ik de afgelopen maanden heb gezien, 
zonder veel commentaar.
 De grote bonte specht (Dendrocopus major) is een binnenkomer die het gevoel van de afgelopen maanden, 
en zeker van de dag dat ik deze post maakte, goed overbrengt.
Hij had er zelfs een punk kapsel aan overgehouden.
Uit de wind en in de zon was het voor deze drieteenstrandloper (Calidris albagoed toeven.
Paarse strandlopers volgden zijn voorbeeld.
Calidris maritima
Dit rietzangertje is bijna net zo groot als zijn Latijnse naam: 
Acrocephalus schoenobaenus.
Blauwborsten (Lucinia svecicawilden niet dichterbij komen.
Niet te missen op zonnige dagen in het duingebied:
een boomleeuwerik (Lullula arborea).
Wegens succes geprolongeerd:
een tapuit (Oenanthe oenanthe)
De twee jongen van een koppeltje Turkse tortels in onze tuin.
Streptopelia decaocto
Onafscheidelijk.
Glanskop (Poecile palustris) in top.
Een heggenmus (Prunella modularis).
We hadden een succesvol broedpaartje in de tuin.
Zowaar een zanglijster (Turdus philomelos) goed in beeld.
Nog een keer, omdat het mij niet zo vaak overkomt.
Bekend van bos en duin:
de boomklever (Sitta europaea).
Het is steeds weer bijzonder om deze vogel te zien:
een appelvink (Coccothraustes coccothraustes).
Einde van de terugblik met deze gaai
(Garrulus glandarius).