In de tweede helft van juni ben ik met mijn vrouw op groepsreis naar de Azoren geweest.
Een belangrijk onderdeel van deze reis was voor ons een walvisexcursie.
In het verleden waren walvissen, en in het bijzonder potvissen, belangrijk voor de Azoren in de vorm van walvisvangst.
Tegenwoordig is dat verboden en zijn fotosafari's ervoor in de plaats gekomen.
We vertrokken vanuit Horta, dat ligt op Faial, een van de negen eilanden die samen de Azoren vormen.
We hadden geluk dat we met een catamaran gingen zoeken en niet met een zodiac.
In de catamaran kan je wat rondlopen, maar in een zodiac (een grote rubberboot met zo'n 20 stoelen),
heb je een vaste plaats.
Bovendien heb je op een catamaran minder kans dat je nat gespat wordt als de boot snel vaart.
Als eerste walvisachtige doken tuimelaars (bottlenose dolphins) op.
Ze doorkliefden de golven supersnel.
Het is een flink avontuur om je staande te houden in een schommelende boot met een 400 mm lens in je handen,
terwijl je je best doet om die snelle dieren scherp op de foto te krijgen.
Iedereen die ze wel eens in het wild gezien heeft weet hoe geweldig snel en elegant dolfijnen zich door het water voortbewegen.
Het is een voortdurende uitdaging om aan te voelen waar ze weer zullen opduiken.
Om er zeker van te zijn dat je een aantal plaatjes geschoten hebt waar je tevreden mee bent moet je heel veel foto's maken.
Je weet dan ook dat je later een overvolle prullenbak hebt.
Toen we een tweede soort dolfijnen zagen hadden we inmiddels ook al een potvis gezien.
Potvissen komen aan het eind van deze post aan bod.
Daar zijn ze, Risso's dolfijnen (Risso's dolphins).
Aanmerkelijk groter dan de tuimelaars en ook nog heel anders getekend.
Ze zijn doordat ze groter zijn ook wat minder snel.
De kans op geslaagde foto's nam daardoor wel toe.
De oceaan was overigens behoorlijk rustig, terwijl ook de zon ruimschoots aanwezig was.
Kortom, ideaal weer.
Ze kwamen redelijk dichtbij de boot,
waarbij de schipper natuurlijk zijn best deed om de boot zo gunstig mogelijk voor ons te manoeuvreren.
Ook al sprongen ze niet hoog, een duik nemen wilden ze wel.
De tekening is heel karakteristiek,
waardoor herkenning van individuele exemplaren voor onderzoekers een stuk makkelijker wordt.
De tekening ontstaat vooral door onderlinge gevechten.
Omdat we ook al potvissen gezien hadden waren we hiermee al dik tevreden, want zoveel succes is niet gegarandeerd.
Potvissen en andere walvissen komen hier weliswaar veel voor,
maar dat betekent niet dat het vanzelfsprekend is dat je ze ook ziet.
Ze zijn duidelijk de kleinste soort van de drie die we gezien hebben, maar veruit de snelste.
Hier lijkt het alsof er kleine onderzeeërs achter ons aan zitten.
De dieren trokken zich er ogenschijnlijk niets van aan, de schippers zaten niet in elkaars vaarwater.
De potvis had er duidelijk genoeg van dat er zo'n dertigtal dolfijnen in de buurt kwam en verdween.
En zo komen we bij de grootste soort walvissen die we gezien hebben.
De potvis (sperm whale).
Potvissen zijn de grootste soort tandwalvissen.
Nog grotere soorten zoals de blauwe vinvis horen bij de baleinwalvissen.
Het is niet ongebruikelijk dat je hier een moeder met haar kalf ziet.
Ook wij hebben dat geluk gehad.
We hadden tijdens andere reizen al bultruggen (humpback whale), zuidkapers (Southern right whale) en een dwergvinvis (mink whale) gezien maar deze soort was nieuw voor ons.
maar dat het bij volwassen dieren naar de linkerzijde van de kop is verschoven.
Uit het spuitgat komt lucht die bestaat uit een nevel van waterdruppeltjes en slijm uit de longen.
Er wordt dus geen water naar buiten gespoten.
We werden op onze wenken bediend door dit tweetal.
Maar een beetje dichterbij is nog mooier.
terwijl er ook nog een behoorlijk deel van zijn lijf te zien was.
Onze begeleidster op de boot, die onder andere veel onderzoek naar walvissen doet,
wees ons erop dat het niet lang zou duren voordat er een duik zou volgen.
.... daar was de duik, waarbij de staart prachtig uit het water kwam.
Hier hadden we op gehoopt.
De potvis dook onder, op zoek naar zijn favoriete voedsel, pijlinktvissen.
Andere kleine waterdieren zoals vissen versmaden ze echter niet.
Potvissen zoeken meestal naar voedsel op 300-600 m diepte.
Het is aangetoond dat ze ook op grotere diepte actief kunnen zijn.
De mannetjes kunnen 18 m lang worden, de vrouwtjes blijven hierbij achter met hun ongeveer 11 m.
Potvissen vallen op door hun in verhouding grote kop, die bij volwassen mannen 6 m lang, 3 m hoog en 2 m breed kan zijn.
Wij hadden het geluk dat we vermoedelijk zo'n tiental keer een potvis hebben gezien, waaronder enkele kalveren.
Het zal duidelijk zijn dat wij een geweldige middag gehad hebben.
Tot besluit wil ik iedereen bedanken die heeft gereageerd op mijn post over het overlijden van Bob Isaak,
met wie ik vaak fotohutten heb bezocht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten