zaterdag 30 juli 2022

AWD - Juni 2022


Iedere maand van het jaar heeft wel iets bijzonders te bieden, vooral als je je niet tot één enkele soort dieren beperkt.

Dit maandoverzicht van de maand juni is daar het bewijs van.

Juni is de maand waarin de kalfjes van damherten (Dama dama) geboren worden, waarbij het voor mij een sport is om ze verscholen tussen het gras te vinden.

In de zomermaanden kan het bijvoorbeeld ook met vogels nog wel eens tegenvallen, maar dan kunnen totaal andere soorten dieren - groot of klein - je bezighouden.

Neem nou de grote beer. 

In juni kwam ik weliswaar het nachtvlindertje zelf niet tegen, maar zijn rupsen in verrassend grote hoeveelheden wel. 

Bij wijze van uitzondering hing deze rups in een plant in plaats van over een pad te kruipen.










Deze rups van de grote beer (Arctia caja) verroerde zich nauwelijks waardoor ik hem van verschillende kanten kon fotograferen.
In een nog heel stil bos werd de stilte verbroken door een groep jonge grote bonte spechten (Dendrocopos major) die voortdurend achter elkaar aan zaten en dat ook lieten horen.
Omdat ze vooral op elkaar letten kreeg ik wat kansen om er plaatjes van te maken.
Ik was die ochtend vooral op zoek naar wat kleiner spul.
Dit was de eerste die ik vond: een hooibeestje (Coenonympha pamphilus).
Op korte afstand van de zwam viel mijn oog op deze bosmeikever (Melolontha hippocastani).
Het is tot mijn verbazing de enige meikever die ik dit jaar gezien heb.
Hij zat helemaal onder geel stuifmeel.
Het was een bijzondere dag want niet veel later zag ik deze grote parasolzwam (Macrolepiota procera).
Ik kan mij niet herinneren dat ik deze zwammensoort ooit zo vroeg in het (droge!) jaar heb gezien.
Grote keizerlibellen (Anax imperator) verschalk je niet zo snel .
Hij verdient toch een plaatsje in deze post, ook al is dit een typisch voorbeeld van een waarnemingsplaatje.
De hoogste tijd voor wat vogels.
Nadat ik al een fuut (Podiceps cristatus) op het nest had zien zitten, was deze druk bezig met een wasbeurt.
Even hiervoor was mijn aandacht al richting futen getrokken omdat ik het kenmerkende geluid hoorde van parende futen.
Ze hadden echter een plek gekozen achter een rietkraag waardoor ik ze nauwelijks kon zien.
Ik ben toen maar omgelopen waardoor ik een veel beter zicht kreeg op het paringsnest.
Het vrouwtje leek al weer klaar voor een volgende paring maar het mannetje ging de hort op.
Plotseling ging ze in een dreighouding.
Er kwam een vogel aangevlogen, maar ik kon zo gauw niet zien wat voor soort.
Ze dobberde nog even zo rond, maar al gauw was de rust teruggekeerd.
Er gebeurde niets meer, dus ging ik weer verder, op zoek naar libellen.
Allereerst een vaste bewoner, de viervlek (Libellula quadrimaculata), die ook in deze maand weer overal te zien was.
Vuurlibellen (Crocothemis erythraea) komen niet overal veel voor, maar in de AWD zie ik ze al weer jaren.
Het is wel lastig om er een mooie plaat van te maken, omdat ze vaak erg laag bij de grond gaan zitten.
Nu de tijd van de St. Jacobsvlinders voorbij is zijn de St. Jansvlinders (Zygaena filipendulae) aan de beurt.
Ik heb er niet zo veel gezien, maar gelet op het aantal lege cocons moeten er heel wat zijn.
Juffers zoals de watersnuffel ( Enallagma cyathigerum) moeten voorzichtig zijn als er zonnedauw in de buurt is.
Toen ik er was zag ik hier en daar overblijfselen van juffers tussen de blaadjes van de zonnedauw liggen, 
terwijl er een drietal levende juffers nog strijd leverde om aan de kleverige blaadjes te ontsnappen.
Deze juffer keek mij hoopvol aan en ik heb haar/hem niet teleurgesteld, 
nadat ik een aantal plaatjes had gemaakt.
Het is natuurlijk afwachten of restanten kleefstof niet alsnog fataal zullen zijn geweest.
Het valt niet mee om een mooie plaat te maken van een vroege glazenmaker (Aeshna isoceles) in een braamstruik.
Takken kunnen op allerlei manieren hinderlijk zijn.
Terwijl ze vliegen is het nog lastiger, tenzij ze op een dag besluiten om af en toe een tijdje in de lucht te blijven hangen.
Het herhaalde proberen loonde want de platen waren niet allemaal rijp voor de prullenbak.
Soms zit het tegen maar soms heb je geluk.
Het duurde even maar nu zijn de vogels echt aan de beurt. 
Allereerst een boompieper (Anthus trivialis).
Hij ging er al snel vandoor.
Roodborsttapuiten (Saxicola rubicola) hadden een nest uitgevlogen jongen bij zich in de buurt.
Het vrouwtje zat hier op de uitkijk, zoals deze tapuiten vaak doen.
Wat verderop zat het mannetje
In de struiken eronder hupten kneutjes en grasmussen van tak naar tak.
Deze grasmus (Curruca communis) liet zich tussen de vele takken het beste zien.
Kieviten (Vanellus vanellus) voelen zich al jaren thuis in de vochtige delen van de AWD.
Ik heb er al eens zowel een nest met vier eieren als enkele kleine kieviten gevonden.
Deze kievit was erg onrustig dus er zullen ongetwijfeld kleintjes in de buurt geweest zijn.
Het was druk bij de poeltjes.
Kikkers kwaakten en bliezen hun wangen bol, juffers en libellen vlogen overal rond (vaak in setjes).
Dit vrouwtje grote keizerlibel was druk bezig met eitjes af te zetten.
Eindelijk, het eerste kalfje.
Op 21 juni zag ik er vanaf een duin volkomen onverwacht een in een dalletje. 
We keken elkaar een ogenblik aan en ik had net genoeg tijd om een plaatje te maken.
Even later was ze verdwenen en zag ik haar een heel eind verder wegrennen.
Later zag ik er nog een stuk of vijf, maar een liggend kalfje dat ergens verscholen lag was er dit jaar niet bij.

Daarmee is mijn overzicht compleet.
In de maand juli komt o.a. de vuurlibel opnieuw aan bod, maar nu op een heel andere manier:

zondag 17 juli 2022

Gruttoland deel 2: Kluten en kemphanen

Iedereen die  mijn blog en dat van René Smits volgt heeft al een aardige indruk gekregen van wat wij in Gruttoland gezien hebben. 
Ik laat nu mijn tweede deel zien waarin het vooral om kluten en in wat mindere mate om kemphanen draait.
De dag was mistig begonnen, maar door de opkomende zon ontstond een betoverende sfeer.
Kleuren veranderden voortdurend.
Kluten (Recurvirostra avosetta) speelden in het begin de hoofdrol, ook toen de gouden kleuren verdwenen.
In deze houding zie je een kluut meestal niet, in ieder geval ik niet.
Ook deze actie had ik van een kluut niet verwacht.
Het was net of hij een prooi opdook.
Ze kwamen soms vlakbij de hut.
Van zo dichtbij had ik ze nog nooit gezien.
Deze actie, waarvan we er al één in het gouden licht konden zien, 
vormde als het ware de rode draad  van ons bezoek aan Gruttoland.
Het was duidelijk "paringsdag".
Na afloop was er nog genoeg tijd voor een liefkozing in de vorm van snaveltje-snaveltje, 
waarbij het mannetje ook nog een vleugel over de rug van het vrouwtje uitspreidde.
Een voor mij onverwacht teder moment.
De vele kluten waadden door het ondiepe water en boden kansen genoeg om er mooie platen van te maken.
Er was voortdurend wat aantrekkelijks te zien, al speelde een deel zich aan de overkant bij de oever af, 
iets te ver weg naar mijn zin.
En jawel, er werd voortdurend aan de toekomst gedacht.
Werk aan de winkel dus.
Alle beelden staan in chronologische volgorde, 
vandaar dat ik mijn klutenreeks nu even onderbreek om aandacht te besteden aan kemphanen.
Hier zijn twee vrouwtjes te zien, die links van de hut landden.
Niet veel laten kwam er een mannetje hen gezelschap houden, waarbij hij direct probeerde de dames te imponeren.
Wat een geluk om de kemphaan (Calidis pugnaxmannen in hun mooiste verenpak te zien.
De mannetjes probeerden voortdurend indruk te maken, waarbij ze buigingen niet schuwden.
De vrouwtjes waren echter nog niet van hun toenaderingspogingen gediend.
Er kwamen steeds nieuwe mannetjes bij, de concurrentie werd alsmaar groter.
Je kwam eigenlijk ogen tekort.
Het is nauwelijks over te brengen wat we daar zagen.
Als er zoveel vrouwen niet van hun avances gediend zijn is er natuurlijk overleg nodig om een andere aanpak te bespreken.
Het lijkt of deze kemphaan een diepe buiging maakt voor het schouwspel dat vlakbij hem te zien was:
De kluten mannen kwamen beter aan hun trekken dan de kemphaan mannen.
Dat was wel nodig ook, want niet iedere poging was succesvol.
Ik was echt verbaasd hoe lief de kluten voor elkaar kunnen zijn na een paring.
Bij veel andere vogels en zoogdieren is dat toch heel anders.
Terwijl het ene stel net klaar was, begon het volgende.
Net als bij futen was het mannetje opvallend traag en besteedde eerst uitgebreid aandacht aan zijn verenpak, 
terwijl het vrouwtje al een uitnodigende houding had aangenomen.
Bizar hoe lang hij haar liet wachten.
Uiteindelijk kwam het er toch van.
Dit is geen ingewikkeld standje uit de kamasutra, 
maar de manier waarop het mannetje van de rug van het vrouwtje afklimt.

Terug naar de kemphanen, de kluten komen daarna weer.
Recht voor de hut waren veel kemphanen te zien. 
Jammer genoeg was de afstand iets te groot voor het maken van de platen die ik wilde.
Opvallend blijft het enorme verschil in uiterlijk tussen de mannetjes in het voorjaar.
Vooral de variatie in kleuren van de kraag  is groot.
Het valt nog meer op als je ze vlakbij elkaar ziet.
Ik had wel vaker kemphanen gezien maar nog nooit kemphanen op hun mooist in de vrije natuur.
Wel een keer in een dierentuin!
Daarnaast was ik onder de indruk van het grote aantal.
Daar gaat ze.
Begeerd, maar niet te benaderen.
Nog een laatste plaat van een prachtig mannetje, dat links van de hut van behoorlijk dichtbij te bewonderen was.
En de kluten?
Zij paarden er lustig op los, alsof hún leven ervan af hing
Het mannetje maakt zelfs met zijn vleugels het V-teken!
De tederheid was na iedere paring een vast onderdeel van het ritueel.
Het werd niet één keer overgeslagen.
De laatste beelden illustreren dat ten overvloede.

Hiermee besluit ik een buitengewoon geslaagde dag.
Ik moest er behoorlijk ver voor reizen, maar dat was het voor de volle 100% waard.
Ik zal hier zeker nog wel eens terugkomen.