Iedere maand van het jaar heeft wel iets bijzonders te bieden, vooral als je je niet tot één enkele soort dieren beperkt.
Dit maandoverzicht van de maand juni is daar het bewijs van.
Juni is de maand waarin de kalfjes van damherten (Dama dama) geboren worden, waarbij het voor mij een sport is om ze verscholen tussen het gras te vinden.
In de zomermaanden kan het bijvoorbeeld ook met vogels nog wel eens tegenvallen, maar dan kunnen totaal andere soorten dieren - groot of klein - je bezighouden.
Neem nou de grote beer.
In juni kwam ik weliswaar het nachtvlindertje zelf niet tegen, maar zijn rupsen in verrassend grote hoeveelheden wel.
Bij wijze van uitzondering hing deze rups in een plant in plaats van over een pad te kruipen.
Deze rups van de grote beer (Arctia caja) verroerde zich nauwelijks waardoor ik hem van verschillende kanten kon fotograferen.
In een nog heel stil bos werd de stilte verbroken door een groep jonge grote bonte spechten (Dendrocopos major) die voortdurend achter elkaar aan zaten en dat ook lieten horen.
Omdat ze vooral op elkaar letten kreeg ik wat kansen om er plaatjes van te maken.
Dit was de eerste die ik vond: een hooibeestje (Coenonympha pamphilus).
Het is tot mijn verbazing de enige meikever die ik dit jaar gezien heb.
Hij zat helemaal onder geel stuifmeel.
Het was een bijzondere dag want niet veel later zag ik deze grote parasolzwam (Macrolepiota procera).
Ik kan mij niet herinneren dat ik deze zwammensoort ooit zo vroeg in het (droge!) jaar heb gezien.
Hij verdient toch een plaatsje in deze post, ook al is dit een typisch voorbeeld van een waarnemingsplaatje.
Nadat ik al een fuut (Podiceps cristatus) op het nest had zien zitten, was deze druk bezig met een wasbeurt.
Even hiervoor was mijn aandacht al richting futen getrokken omdat ik het kenmerkende geluid hoorde van parende futen.
Ze hadden echter een plek gekozen achter een rietkraag waardoor ik ze nauwelijks kon zien.
Ik ben toen maar omgelopen waardoor ik een veel beter zicht kreeg op het paringsnest.
Het vrouwtje leek al weer klaar voor een volgende paring maar het mannetje ging de hort op.
Het vrouwtje leek al weer klaar voor een volgende paring maar het mannetje ging de hort op.
Er kwam een vogel aangevlogen, maar ik kon zo gauw niet zien wat voor soort.
Ze dobberde nog even zo rond, maar al gauw was de rust teruggekeerd.
Ze dobberde nog even zo rond, maar al gauw was de rust teruggekeerd.
Er gebeurde niets meer, dus ging ik weer verder, op zoek naar libellen.
Allereerst een vaste bewoner, de viervlek (Libellula quadrimaculata), die ook in deze maand weer overal te zien was.
Allereerst een vaste bewoner, de viervlek (Libellula quadrimaculata), die ook in deze maand weer overal te zien was.
Vuurlibellen (Crocothemis erythraea) komen niet overal veel voor, maar in de AWD zie ik ze al weer jaren.
Het is wel lastig om er een mooie plaat van te maken, omdat ze vaak erg laag bij de grond gaan zitten.
Nu de tijd van de St. Jacobsvlinders voorbij is zijn de St. Jansvlinders (Zygaena filipendulae) aan de beurt.
Ik heb er niet zo veel gezien, maar gelet op het aantal lege cocons moeten er heel wat zijn.
Juffers zoals de watersnuffel ( Enallagma cyathigerum) moeten voorzichtig zijn als er zonnedauw in de buurt is.
Toen ik er was zag ik hier en daar overblijfselen van juffers tussen de blaadjes van de zonnedauw liggen,
terwijl er een drietal levende juffers nog strijd leverde om aan de kleverige blaadjes te ontsnappen.
Deze juffer keek mij hoopvol aan en ik heb haar/hem niet teleurgesteld,
nadat ik een aantal plaatjes had gemaakt.
Het is natuurlijk afwachten of restanten kleefstof niet alsnog fataal zullen zijn geweest.
Het valt niet mee om een mooie plaat te maken van een vroege glazenmaker (Aeshna isoceles) in een braamstruik.
Takken kunnen op allerlei manieren hinderlijk zijn.
Terwijl ze vliegen is het nog lastiger, tenzij ze op een dag besluiten om af en toe een tijdje in de lucht te blijven hangen.
Soms zit het tegen maar soms heb je geluk.
Allereerst een boompieper (Anthus trivialis).
Hij ging er al snel vandoor.
Het vrouwtje zat hier op de uitkijk, zoals deze tapuiten vaak doen.
Deze grasmus (Curruca communis) liet zich tussen de vele takken het beste zien.
Ik heb er al eens zowel een nest met vier eieren als enkele kleine kieviten gevonden.
Deze kievit was erg onrustig dus er zullen ongetwijfeld kleintjes in de buurt geweest zijn.
Het was druk bij de poeltjes.
Het was druk bij de poeltjes.
Kikkers kwaakten en bliezen hun wangen bol, juffers en libellen vlogen overal rond (vaak in setjes).
Dit vrouwtje grote keizerlibel was druk bezig met eitjes af te zetten.
Op 21 juni zag ik er vanaf een duin volkomen onverwacht een in een dalletje.
We keken elkaar een ogenblik aan en ik had net genoeg tijd om een plaatje te maken.
Even later was ze verdwenen en zag ik haar een heel eind verder wegrennen.
Later zag ik er nog een stuk of vijf, maar een liggend kalfje dat ergens verscholen lag was er dit jaar niet bij.
Daarmee is mijn overzicht compleet.
In de maand juli komt o.a. de vuurlibel opnieuw aan bod, maar nu op een heel andere manier: