zaterdag 28 januari 2023

Vogels kijken in Brabant

Wintergasten hebben mij in de maanden december en januari genoeg mooie momenten opgeleverd om er verslag over te doen.
Eerst maak ik hier echter ruimte voor een terugblik op april 2022. 
Ik ben toen in Brabant in een vogelhut geweest, waarbij roofvogels het hoofddoel waren. 
De havik is daarna op mijn blog verschenen in een speciale editie,
gericht op deze felle roofvogel. 
Er was echter meer. 
De mooiste momenten laat ik hier nu zien.

Om te beginnen was er een aantal kepen (Fringilla montifringilla),
waarvan een kleurig mannetje deze post mag openen.

 


Naast veel vertrouwde bezoekers als koolmees, pimpelmees, grote bonte specht, boomklever en roodborst was er ook dit winterkoninkje (Troglodytes troglodytes).

Het leek alsof hij zijn eigen spiegelbeeld stond te bekijken.
Overigens wel prettig dat dit kwikzilverige vogeltje, ook wel Klein Jantje genoemd, 
even de tijd nam om rustig in het water te staren.
Terug naar de keep.
Er was een groepje dat rond de vijver druk naar voedsel aan te zoeken was.
Mannetjes, vrouwtjes en juvenielen.

Kepen broeden nauwelijks in Nederland, ze blijken zelfs op de Rode Lijst te staan.
Als wij kepen zien zijn ze over het algemeen afkomstig uit Scandinavië, waar ze ook broeden.
Toen was daar ineens deze specht.
Tot mijn verrassing bleek het een middelste bonte specht (Dendrocoptes mediuste zijn, 
die ik nog nooit eerder had gezien.
Natuurlijk hoopte ik op een aantal mooie platen.
Hij ging echter aan een feeder hangen, 
wat op zichzelf natuurlijk prima was omdat ik hem mooi in beeld kreeg.
Veel mooier is het uiteraard als je een natuurlijke omgeving erbij hebt.
Hij stak nog wel even zijn tongetje uit.
Roodborstjes (Erithacus rubecula) zorgen er altijd wel voor dat ze de aandacht trekken.
Deze keer was dat niet anders.
Als kepen voortdurend aan de waterkant of op een boomstronk zitten krijg je onvermijdelijk ook kansen genoeg om er mooie platen van te maken.
Dat probeerde ik dan ook want zo vaak zie ik ze niet.
Zo zie je een keep toch graag?

Behalve haviken kwam er ook een buizerd (Buteo buteo) langs.
Ik heb er vaker mooie platen van kunnen maken, maar het verveelt mij niet.
Hij deed zich tegoed aan wat er van de duif over was.
Ook al was de havik het hoofddoel, 
van de roofvogels was de buizerd echt wel een zeer welkome goede tweede.
Af en toe liet hij zich goed horen.
Zoals het een goede roofvogel betaamt hield hij de omgeving voortdurend in de gaten.
Hij spande zich flink in om smakelijke stukken van de prooi los te trekken.

Even later zat hij tevreden op een stam, op zijn gemak de omgeving observerend.

Niet alleen een bezoek aan een vogelhut kan ervoor zorgen dat je vogels goed in beeld krijgt.
De wintergasten in de AWD zorgden daar ook voor.
Op geheel eigen wijze en zeer onverwacht trokken op 11 januari (!) enkele knobbelzwanen ook mijn aandacht:

zondag 15 januari 2023

Zuidpier najaar 2022

Als het regent en te hard waait om naar de Zuidpier te gaan, 
kan ik nog wel wat laten zien van eerdere bezoeken in 2022.

2023 is na 2008 voor de tweede keer uitgeroepen tot het jaar van de scholekster. 
Omdat ik deze keer aandacht wil besteden aan de Zuidpier van IJmuiden
 is het logisch om met een plaat van deze Bonte Piet te beginnen. 
Scholeksters horen als het ware bij de pier.
Het schijnt met scholeksters nog slechter te gaan dan met grutto's en kieviten,
waardoor de vogel volgens de Vogelbescherming zelfs kans maakt op de titel
PECHVOGEL VAN HET JAAR.

 
OKTOBER

Een vogeltje dat ik in 2022 voor het eerst in de duinstrook langs het strand zag is de putter (Carduelis carduelis). 
Ze komen dan in groepen voor en zijn erg op hun hoede en dus moeilijk benaderbaar.
Scholeksters (Haematopus ostralegus) zie je langs de pier altijd wel zoeken naar voedsel.
Zeekoeten (Uria aalge) zijn hier vertrouwde wintergasten.
Als het een beetje meezit zwemmen ze vlakbij de pier.
Voor de afwisseling is het leuk als ze met hun vleugels wapperen.


NOVEMBER
De alk (Alca torda) was voor mij een nieuwe waarneming in Nederland.
Het is nog geen bijzondere plaat, maar het begin is er.
Een spreeuw (Sturnus vulgaris) had ik ver op de pier niet verwacht.
Hij was er met een paar soortgenoten.
Hij had geen haast en gunde mij de kans deze plaat te maken.
Zeehonden zie ik altijd graag bij de pier.
Deze jonge grijze zeehond (Halichoerus grypus) zwom om de kop van de pier heen 
en klom na een tijdje aarzelen op de kant.
Hij "tijgerde" op zijn karakteristieke manier vele meters vooruit
 tot hij een plek gevonden had die hem beviel.
Hier was dat nog niet.
De laatste restjes bont op zijn lijf zijn hier en daar nog goed te zien.
Hij vond een beschutte plek in de zon en bleef daar lange tijd op zijn gemak liggen.
Veel voorbijgangers zagen de zeehond niets eens, wat ik behoorlijk bizar vond.
Ik heb nog een heleboel andere platen van dit jonge dier, genoeg voor een post op mijn blog, 
maar daar kom ik wellicht later nog wel een keer mee.
Vanaf het moment dat ik hem voor het eerst zag, totdat ik weer verder ging,
 waren zo'n 45 minuten verstreken.
De zeehond lag toen nog lekker te zonnen.

DECEMBER

Als de zon nog maar korte tijd op is wemelt het soms van kleine vogeltjes in de begroeiing van de duinenrij.
Deze groenling (Chloris chloris) werd niet alleen vergezeld door soortgenoten, 
maar ook door putters en vinken.
Dit werd de vogel van de dag : een eidereend (Somateria mollissima), zie ook verder.
Ze zwom even in het zonlicht, 
maar door de lage stand van de zon viel er steeds schaduw van de pier over haar heen.
Later bleek op de terugweg dat de omstandigheden voor mij sterk verbeterd waren.
Dit mannetje zwom met twee andere mannetjes en twee vrouwtjes aan de andere kant van de pier
 waardoor het zonlicht niet zo mooi op hem viel.
Aan het eind van de pier gekomen was het tijd voor een koffiepauze.
Er is dan altijd belangstelling van steenlopers (Arenaria interpresen meestal ook van meeuwen. 
De oogst was tot dan toe wat mager: kleine aantallen drieteenstrandlopers, paarse strandlopers en natuurlijk steenlopers en diverse meeuwen.
Bovendien buitelden enkele bruinvissen door de golven, 
maar allemaal op een tamelijk grote afstand.
Omdat 2023 het jaar van de scholekster is krijgt hij deze keer wat meer aandacht.
Op de terugweg keek ik natuurlijk weer uit naar de eidereenden.
De twee eidereend vrouwtjes waren druk bezig met hun ochtendtoilet, nu zonovergoten.
Volkomen onverwacht dook er ineens een roodkeelduiker (Gavia stellata) op.
De vogel dook bijna onmiddellijk weer onder en liet zich daarna vlakbij opnieuw even zien.
Hij keek een momentje rond en hield het al snel weer voor gezien en dook nogmaals onder om tientallen meters verder weer boven water te komen.
De eiders waren spoedig daarna klaar met hun toilet en kregen trek.
Ze namen een flinke duik en kwamen al gauw met een prooi boven water.
Eiders eten schelpdieren, krabben en kreeftachtigen.
Het was verbluffend om te zien dat iedere duik slaagde.
Maar, er was een kaper op de kust.
Ik had scherp gesteld op de eider, maar plotseling drong een meeuw voor.
Als je meerdere beeldjes per seconde schiet heb je wel eens mazzel, en dat overkwam mij hier.
Ook al is de eider niet te zien, 
het geeft wel goed weer voor welke dreiging de eiders voortdurend moesten oppassen.
De meeuw had overigens geen succes.
De maaltijd werd gewoon voortgezet, de eiders maakten zich er niet drukker om dan nodig.
Ik heb geen enkele keer gezien dat ze hun prooi moesten afstaan.
De eiders vertoeven al langere tijd bij de Zuidpier.
Ze hebben mij mooie kansen geboden om er plaatjes van te maken.
Hoe anders was dat bij de duinenrij.
Omdat er langs de waterlijn weinig te beleven was ben ik weer naar de begroeide duinen gelopen.
Daar was een grote groep putters druk bezig met zoeken naar zaadjes.
Dichterbij komen lukte niet, want in een grote groep zit altijd wel een neurootje dat snel opvliegt en de rest op sleeptouw mee neemt.


Ik besluit deze post op een manier die de meesten van mijn lezers vermoedelijk wel zal verrassen:

zaterdag 7 januari 2023

Een beetje winter in de AWD

2023 is inmiddels begonnen, de nieuwjaarswensen zijn achter de rug.
Om iets te kunnen publiceren moet ik nog wel teruggrijpen op 2022.

Halverwege december zag de wereld in de AWD er een beetje winters uit. 
Er lag geen sneeuw, er was weinig ijs, maar er was wel veel rijp. 
Daardoor ontstond als vanzelfsprekend voor mij een uitdaging om dat te vereeuwigen. 
Het berijpte blad vind ik een passend voorbeeld om deze winterse editie te openen.
13 December begon al direct zonnig. 
Het was noodzakelijk om flink onder te belichten omdat de ijskristalletjes en zon snel tot overbelichting konden leiden. 
Een struik met kleine rode besjes was als het ware besuikerd.
Een kanaaltje werd onderbroken door een dammetje.
Naar rechts kijkend zag ik dit serene beeld met volkomen rimpelloos water.
Een soortgelijk beeld, maar dan van een ander jaargetijde, hangt voor mij in mijn werkkamer als ik achter mijn laptop zit.
Naar links kijkend oogde de wereld totaal anders.
Aan deze kant bedekte een flinterdun laagje ijs het water.
Het tegenlicht zorgde bovendien voor een veel koelere sfeer.
Ik hoorde en zag aanvankelijk nauwelijks wild. 
Het was doodstil, alleen het geknisper van het bevroren gras onder mijn schoenen was te horen. 
Het zijn voor mij de mooiste momenten als ik er dan helemaal alleen ben.
Ik was op zoek naar wintergasten, maar die lieten zich voorlopig nog niet zien.
Mijn aandacht ging daardoor meer naar de berijpte plantenwereld.
In de AWD is het nagenoeg onmogelijk om tijdens een wandeling geen damherten tegen te komen.
Een groepje van vijf herten is bijvoorbeeld vrijwel altijd in hetzelfde gebied te vinden.
Ze stonden nu tussen de berijpte grassen te zoeken naar voedsel.
Op het water was het nog rustig. 
Er waren wat brilduikers, kuifeenden en meerkoeten, maar daar bleef het bij. 
Bij het begin van het infiltratiegebied was daar plotseling een rietgors vrouwtje (Emberiza  schoeniclus),
 ijverig aan het zoeken naar wat eetbaars.
Ze hield van variatie en bood mij de kans om ook een heel andere plaat van haar te maken.
Ik ging verder, op zoek naar wilde zwanen.

De kanalen waren gedeeltelijk bevroren, er was mede daardoor geen zwaan te bekennen.
Toch zat het wel degelijk mee, want op een voor mij onverwachte plek zag ik ze toch nog, en nog goed te zien ook.

Ik wist dat er een gezin met drie juvenielen in dit gebied gezien was, 
maar je moet altijd afwachten of ze op een aantrekkelijke plek te vinden zijn.
Behalve zwemmen ging het hele gezin zich uitgebreid opknappen.
Dat stelde ik natuurlijk zeer op prijs.
Het is niet te vermijden dat je daar dan veel plaatjes van maakt, 
waarvan ik er hier maar een klein deel kan en wil laten zien.
Het is bovendien niet eenvoudig om onderscheidende beelden te maken als je deze zwanensoort al vele jaren volgt.
Twee juvenielen kwamen na hun toilet naar hun ouders gezwommen om te zien of die ook al zo ver waren.
Tot besluit van deze fotosessie een gezinsfoto.
Het is daarna altijd weer een verrassing waar ze de volgende keer te zien zijn.
Toen ik mijn wandeling vervolgde zag ik eindelijk een keer enkele grote zaagbekken (Mergus merganser),
 van tamelijk dichtbij.
Het deed mij genoegen dat ik dit vrouwtje onder winterse omstandigheden kon fotograferen. 
In Scandinavië zal het meeste water wel bevroren zijn, hier is nog genoeg open water voor ze.
Langs de oever van een kanaaltje lagen overal bevroren blaadjes en takjes.
 Ik heb daar veel plaatjes gemaakt, maar de ruimte ontbreekt om daar meer van te laten zien.
De dag werd besloten met deze ijsvogel.
Zo lang er maar voldoende open water is waar ze kunnen vissen houden ze het onder winterse omstandigheden wel vol.

Op 16 december koos ik een wat andere route.
Om te beginnen was er maar heel weinig rijp over, maar daarentegen was er wel wat meer ijs.
Op het ijs zat onder andere dit wintertaling vrouwtje (Anas crecca).
Ze zorgde zo voor een echt winters plaatje.
Bij haar in de buurt zwommen ook enkele grote zaagbekken, waarvan dit mannetje het mooist in beeld kwam.
In de vroege ochtend bleef het licht lange tijd warm. 
Zoals zo vaak moest ik echt mijn best doen om een mooie plaat van een dodaars te maken. 
Dit tafeleend mannetje (Aythya ferina) had wel een beetje moeite met mijn belangstelling, 
maar zorgde er wel voor dat hij goed in beeld kwam. 
Wintertalingen zaten voornamelijk verscholen tussen het riet, 
waardoor ze maar half zichtbaar waren. 
Toch waren er een paar die ook wel een stukje wilden zwemmen. 
In ieder geval gingen ze er niet gelijk vandoor zoals ze zo vaak juist wel doen.

Tijdens het vervolg van mijn wandeling zag ik een paar wilde zwanen in de verte,
maar fotograferen was er deze keer niet bij.
Toch was de koek nog niet op. 
Bij een van de kanaaltjes waar ik langs kwam was het grootste deel bevroren.
In het overgebleven deel zwommen vooral grote zaagbekken, brilduikers, krooneenden, meerkoeten en kuifeenden.
Helaas was het licht niet optimaal, terwijl fotograferen van de andere oever bemoeilijkt werd door een hoge rietkraag.
Desondanks ben ik niet ontevreden over deze plaat van een brilduiker mannetje.
Ik kon een hele serie maken van het typerende gedrag van een brilduiker mannetje, 
maar het ontbreekt nu aan ruimte om daar meer van te laten zien.
Onverwacht was de aanwezigheid van krooneenden in dit kanaaltje.
Het gebeurt maar zelden dat ze hier opduiken.
Ook als je niet van plan bent om een plaatje van een roodborst te maken zorgen ze ervoor dat ze de aandacht trekken.
In het kanaal waar ik 's morgens zaagbekken, wilde eenden en een wintertaling gezien had 
zwommen nu brilduikers en slobeenden.
Deze brilduiker (Bucephala clangula) man zwom hier in het licht waardoor de kleuren van zijn kop goed te zien waren.
De laatste soort van de dag waren slobeenden (Spatula clypeata).
Meestal zijn ze sneller weg dan ik wil, maar deze bleven gelukkig wat langer.
Ik moest wel een stukje afdalen langs een tamelijk steile helling om dichtbij de waterkant te komen, 
maar het was de moeite waard.
Deze kleurige plaat van het slobeend mannetje was een mooi besluit van de dag.

Krooneenden, ijsvogels en wilde zwanen zorgden later in december voor nog meer mooie momenten , 
maar die moet ik bewaren voor een volgende keer.