In de maanden november tot en met februari ben ik drie keer naar de Zuidpier van IJmuiden geweest.
Er wordt daar altijd veel waargenomen, maar vaak heb je een telescoopkijker nodig.
Als het een beetje meezit komen er ook aantrekkelijke soorten dichtbij de pier en op het strand.
Mijn mooiste waarnemingen heb ik in deze editie opgenomen,
om te beginnen met een gewone zeehond die ik eind februari op het strand zag liggen.
NOVEMBER
Als je vanaf de parkeerplaats naar het strand loopt kom je bij een strandopgang dit beeld van Cornelis Vreeswijk tegen.
Hij was een in IJmuiden geboren liedjeszanger die voornamelijk in Zweden woonde en populair was.
Ook in Nederland is hij lang geleden met enkele Nederlandstalige nummers bekend geworden.
Tot de vaste bewoners van de Zuidpier behoort de paarse strandloper (calidris maritima),
die mij meestal wel uitdaagt om er een mooie plaat van te maken.
Meestal werken ze goed mee, ze zijn aan vissers en wandelaars gewend.
Een andere stamgast is de oeverpieper (Anthus petrosus),
een wat onrustig vogeltje dat veel langs de pier vliegt.
Ik vind de combinatie van de oeverpieper en zijn schaduw wel origineel.
Een roodkeelduiker (Gavia stellata) wordt vaak waargenomen in de wintermaanden,
maar je moet wat geluk hebben dat hij dichtbij de pier komt.
Voor deze plaat heb ik wel wat moeten croppen.
Bij wijze van uitzondering zwom de grote zee-eend (Melanitta fusca) een tijdje dichtbij de pier.
Het was voor het eerst dat ik deze vogel zag.
Iedere winter hoop ik weer sneeuwgorzen (Plectrophenax nivalis) te zien.
Een groepje zocht naar voedsel op het strand, dichtbij de duinen.
Een meevaller was dat ik een paartje op één plaat kon krijgen.
Hier nog een keer het mannetje in zijn winterkleed.
JANUARI
In januari had het gevroren waarvan zelfs nog sporen waren te zien op het strand.
Vanaf de pier zag je dit patroon, wat ik mooi genoeg vind om hier te laten zien.
Bij de Zuidpier worden vaak kuifaalscholvers (Phalacrocorax aristotelis) gezien.
Hier laat deze vogel zien dat het een goede visser is, zij het met een bescheiden vangst.
Scholeksters (Haematopus ostralegus) zijn langs de pier altijd op zoek naar wat eetbaars.
Ze zijn erg waakzaam en vliegen vaak snel weg als je te dichtbij komt naar hun zin.
Drieteenstrandlopers (Calidris alba) kan je op het strand of op de pier niet missen, ze zijn er vrijwel altijd.
Ook al komen ze vaak behoorlijk dichtbij, je moet snel afdrukken
want ze kunnen in een oogwenk weer verdwenen zijn.
Een enkele keer maak ik een foto van een grote mantelmeeuw (Larus marinus),
vooral als het niet erg druk is met andere soorten.
Deze jonge vogel bleef rustig zitten.
FEBRUARI
Je kunt er bijna niet omheen: steenlopers (Arenaria interpres) zijn er altijd.
Als er plassen op de pier liggen krijg je de kans om er eens wat andersoortige platen van te maken dan gebruikelijk.
De groenige tint heeft te maken met de weerkaatsing van de vuurtoren die op de punt van de pier staat.
Er ontstond zo een mooi contrast met de steenloper.
Als er niet veel activiteit op het water is of als er geen bijzondere soorten dichtbij zwemmen
kan je je aandacht zoals gezegd ook eens op meeuwen richten.
Vandaar deze rustende zilvermeeuw (Larus argentatus).
En als je dan toch bezig bent is het altijd een goede oefening om te proberen vliegende meeuwen scherp te portretteren.
Het kan je dan zelfs overkomen dat je - in mijn ogen - een voltreffer hebt.
Gelukkig bleef hij liggen.
Er waren nauwelijks andere belangstellenden om het dier te bewonderen.
Het was vloed, het water kwam steeds dichterbij, maar daar trok de zeehond zich niets van aan.
Hij keek eens naar mij, maar bleef rustig liggen.
Een wandelaar met hond vraagt natuurlijk om waakzaamheid.
De hond was aangelijnd en blafte niet.
De zeehond reageerde er nauwelijks op, maar hield man en hond wel in de gaten.
Jammer, want je wil natuurlijk wel zo veel mogelijk variatie in de plaatjes.
Ik ging verder naar het eind van de pier in de hoop wat moois te zien.
Toen ik later weer terug wandelde lag de zeehond niet meer op het strand.
Het winterseizoen zit er hier voor mij op.
Een volgend bezoek aan de Zuidpier zal ik pas weer in het najaar brengen.