zondag 14 september 2025

AWD - Zomermaanden 2025

De maanden juni en juli brachten behalve bijzondere momenten in het duingebied - zoals het wel en wee van een gezin grote bonte spechten - natuurlijk ook genoeg momenten van het gebruikelijke leven. 
De succesvolle jacht op de damherten heeft wel tot gevolg gehad dat je niet snel meer damhertkalfjes zult vinden. 
Bepaalde stukken duingebied waren niet meer toegankelijk, waardoor ik geen jonge vosjes meer tegenkwam.
Maar er gebeurt natuurlijk nog van alles, het "gewone" leven gaat ook door.
Een witte kwikstaart bijt het spits af.

JUNI

Mijn aandacht werd getrokken door een grasmus.

Het bleek dat er verscholen in een duindoorn een nest was, dat ik overigens niet gezien heb.

De volwassen vogels waren druk bezig met voedsel naar hun jongen te brengen.

Groene kikkers zijn vaak nieuwsgierig. 
Ook als ze onderduiken als je in de buurt komt, laten ze zich na aan tijdje toch weer zien.

Deze aalscholver was voor de verandering niet erg schuw. 
Ik mocht zo maar dit portret maken.

Deze zanglijster heeft overduidelijk jongen, want er werd flink voedsel verzameld.

Tafeleenden zoeken vaak gezelschap van kuifeenden en krakeenden.
Dit jaar zag ik er meer dan gebruikelijk.

Zuringspanners waren echt in de voorjaarsstemming.

Ze paren natuurlijk niet op een plek die te opvallend is, maar ze verschuilen zich meestal tussen grassen.

Het leverde rommelige plaatjes op, maar dit hoort wel bij hun leefomgeving.
Bovendien, zo vaak zie ik zuringspanners niet intiem bezig.

JULI

Het is tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend dat je damherten ziet als je het duingebied intrekt.
In voorafgaande jaren zei ik vaak dat je je best moest doen om ze niet te zien, maar tegenwoordig is dat precies andersom.
Dit hert is nog niet klaar voor de bronst. 
Hij heeft nog een bastgewei, terwijl zijn nekomvang nog wat moet toenemen.

Lantaarntjes waren bezig met hun nageslacht, 
maar kwamen niet voldoende dichtbij om er mooie platen van te kunnen maken.
Ik vond het aantal juffers dit jaar tegenvallen.

Als je vliegt moet je wel opletten waar je vliegt.
Deze heidelibel had dat niet voldoende begrepen en vloog in de draden van een web.
Iedereen weet hoe dit af gaat lopen.

Zwanenbloemen zie ik graag.
In de duinen komen ze niet veel voor.
Het viel mij mee dat ik er een tweetal zag.

Twee keer kwam ik een grote groene sabelsprinkhaan tegen.
Vorig jaar heb ik er niet een gezien, dus hier was ik blij mee.

Als ze dan ook nog meewerkt kan je alleen maar tevreden zijn.

Het is normaal dat je schaatsenrijders alleen in de zomermaanden kan zien.
In de wintermaanden is het te koud voor ze, hoe gek het ook klinkt.

Het leek dat er voldoende bloemen waren waar nectar te halen was.
Toch kozen het dikkopje en de grote rupsendoder allebei dezelfde bloem.

De aardhommel had even het rijk alleen.
Even geen concurrentie van St. Jansvinders.

Inmiddels bijna een curiositeit.
Een piepklein boomkikkertje, verscholen tussen pitrusstengels.
Zo'n kleintje had ik nog niet eerder gezien.
Geen bijzondere plaat, dit jaar wel een bijzondere waarneming.

Dit oeverlibel vrouwtje had een andere libel te pakken.

Ze zat aanvankelijk verscholen tussen allerlei stengels, 
maar besloot toch een voor mij aantrekkelijker plek te zoeken.

Als je goed kijkt zie je dat twee gewone oeverlibellen druk bezig zijn,
zoals zo vaak bij voorkeur in een rommelige omgeving.

Deze vuurlibel had een mooiere plek uitgekozen.
Vuurlibellen houden ook van plekken dichtbij de grond, maar variƫren gelukkig genoeg.

Het vrouwtje is heel anders gekleurd, zoals zo vaak in het dierenrijk.

Tja, wat heeft deze vuurlibel te pakken?
Het lijkt het meest op een lieveheersbeestje.
Vuurlibellen doen het overigens goed in het duingebied.

Een juffer in zonnedauw.
Dat heb ik al vaker gefotografeerd, maar nog niet eerder zo.
Als je goed kijkt ziet het lichaam van de juffer er namelijk wat vreemd uit.
De dode juffer was de enige die ik dit jaar in zonnedauw heb gezien.

Tijgerspinnen, ook wel wespspin genoemd, gedijen goed in de duinen.
Van linksboven naar rechtsbeneden:
een vrouwtje in gezelschap van twee veel kleinere mannetjes; 
een mannetje boven een vrouwtje;
een vrouwtje met een gedeeltelijk ingepakte sprinkhaan als prooi;
een vrouwtje met een geheel ingepakte juffer

Deze dame mag de maand juli besluiten.
De vrouwtjes van de tijgerspinnen leggen na de paring eitjes 
(indien mogelijk na het verslinden van hun partner) 
die ze verpakken in een cocon.
Aan het eind van de maand kan je die met een beetje moeite vinden in hun habitat.

Ik wil iedereen bedanken die mijn posts over de Azoren en vlinders heeft bekeken en er eventueel ook op heeft gereageerd.

zondag 24 augustus 2025

Van koningin tot kolibrie


Ook al vielen de aantallen vlinders mij dit jaar opnieuw niet mee,
 toch heb ik niet te klagen over wat ik gezien heb. 
De koninginnenpage was hierbij een grote verrassing. 

Maria vergezelde mij naar een veldje waar ze zelf al veel mooie platen van koninginnenpages had gemaakt.

We hadden geluk want we hebben daar een aantal van deze schitterende vlinders gezien die op de daar uitbundig groeiende kaardenbollen afkwamen.
Het precieze aantal is lastig vast te stellen omdat ze voortdurend heen en weer vlogen.

Opmerkelijk vond ik het wel dat ze soms tot minder dan 50 cm van mij verwijderd op een kaardenbol landden en nog bleven zitten ook.

Tot nu toe had ik deze grote vlinders alleen nog in Zuid-Europa gezien, 
dus dit was een zeer welkome verrassing.


Het zal niemand verbazen dat ik met heel veel foto's thuiskwam en de tijd moest nemen om een mooie selectie te maken.

Nog een laatste tot besluit van deze vlinder.
Maria, nogmaals bedankt!

Een distelvlinder op een kaardenbol.
Inderdaad, er waren daar ook nog andere soorten te zien.

Distelvlinders zag ik ook nog in andere gebieden, zoals de mij vertrouwde Amsterdamse Waterleidingduinen.

Ook van deze kant bekeken zie je dat de vleugels een heel gevarieerd patroon hebben.

Concurrentie.
Zowel een distelvlinder als een akkerhommel hadden belangstelling voor deze bloemetjes.

We gaan naar nummer 3 van een reeks van 8:
een gehakkelde aurelia

Direct gevolgd door nummer 4:
een bruin blauwtje.
Wie verzint zo'n naam?
Je bent bruin of je bent blauw.
Ik zie hier zelfs geen spoor van blauw.

We gaan naar nummer 5: een Sint Jansvlinder.
In het voorjaar zie je Sint Jacobsvlinders.
Op het eerste gezicht lijken ze veel op elkaar maar als je goed kijkt zie je de verschillen duidelijk.
Het is wel makkelijk dat Jan pas komt als Jacob verdwenen is.

Zonder groene strepen van omringende planten krijg je wel een mooier plaatje.

Samen smullen van dezelfde nectar en dan ook nog op een bijzondere manier op de plaat gezet worden, 
samen met een aardhommel.

Zo kennen we ze goed.
Dit beeld kan je jaarlijks in hun habitat tegenkomen.
Jammer is wel dat het er dit jaar nogal weinig waren.

Nummer 6 is een trouwe bezoeker van de duinen: de kleine parelmoervlinder.
Als het zand door de zon opgewarmd is kan je ze daar in de zomer vaak zien zitten.

Nummer 7 is de grote broer of zus: de keizersmantel.
Het duurde dit jaar lang voordat ik ze gevonden had. 
Hun favoriete plant, jacobskruiskruid, stond er zielig en verdroogd bij. 
Gelukkig zijn ze niet eenkennig.

Dit exemplaar is veel minder afgevlogen dan het vorige.
Het was duidelijk dat hun seizoen op zijn eind begon te lopen.

In vorige jaren is het mij gelukt veel mooiere platen van deze bijzondere vlinder te maken, 
maar toen was het aanbod ook veel groter.

Hoe dan ook, ik ben uiteindelijk nog best tevreden dat ik ze ook dit jaar weer gezien heb.

Nog een grote verrassing dit jaar: kolibrievlinders.

In een omheind gebied in de AWD - een zogenaamd exclosure - blijken allerlei planten het uitstekend te doen nu er geen damherten bij kunnen komen.
Het slangenkruid bijvoorbeeld hoort in het duingebied thuis, maar werd weggevreten door de damherten. 
Hier krijgen ze de kans om te groeien en laat dat nu net een plant zijn waar kolibrievlinders van houden.

Maar wat zijn ze snel!
Scherp stellen, vlinder weg, opzoeken, scherp stellen, vlinder weer weg, enz.
Maar dan kennen ze mij nog niet: de aanhouder wint.
Het kostte veel zweet en volharding maar het is gelukt.

Gelukkig kozen ze ook vrij staande planten, want dat verhoogde wel de kansen op mooie platen.

Een scherp lijf, onscherpe vleugels, het beeld dat je van een kolibrie in actie verwacht.

Ik had trouwens een flinke verzameling plaatjes van slangenkruid, waar geen vlinders op te zien waren.
Op zich is dat geen prestatie, maar wel jammer als het de bedoeling is dat er ook een vlinder op te zien is.
Die was dan vaak al weer uit beeld, op zoek naar een andere bloem.

Hier was ik dik tevreden mee.

Enkele jaren geleden hadden we kolibrievlinders in de tuin, aangetrokken door de geurige kamperfoelie.
Dit jaar kwam er slechts ƩƩn langs.
Ze in de vrije natuur te verschalken gaf mij nog meer voldoening.

Nog een laatste tot besluit.
De kolibrievlinder hield het hier voor gezien.

Ik wil iedereen bedanken die op een of beide van mijn laatste twee posts op mijn blog gereageerd heeft. 
Weliswaar twee totaal verschillende berichten, maar de waardering voor de reacties is er niet minder om.