zondag 30 november 2025

Fungi deel 1

Voor mij is het onvermijdelijk dat paddenstoelen het hoofdonderwerp op mijn blog zijn in de herfstmaanden, 
maar wat zijn er veel soorten. 
In de eerste plaats wordt deze editie wat langer dan ik van plan was.
 In de tweede plaats is er helaas geen plek voor de okergele korrelhoed, het oranje mosbekertje, de plooivoetstuifzwam, de valse hanekam, de weerschijnzwam en de roodbruine schijnridderzwam, om maar een paar voorbeelden te geven. 

De soorten die ik deze keer laat zien heb ik gevonden in de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD) en in Groenendaal (waar ik de bovenstaande gekraagde aardster tegenkwam).
In deel 2 komt Leyduin aan bod.

We beginnen in de AWD.

De eerste soort is de prachtvlamhoed.
Zowel in groepjes als individueel was deze soort al op een afstand te zien, 
dus voor de verandering geen ieniemienie zwammetje om mee te beginnen.

Kleintjes waren er wel.

Een tamelijk zeldzame soort wasplaat is dit papegaaizwammetje
waarvan de steel groener gaat worden bij het ouder worden.

Dit blijft een van mijn favorieten, die ik ieder jaar probeer te vinden:
het kopergroenbekerzwammetje.

Ze zijn meestal 3-5 mm groot, soms iets groter.

Gewapend met macrolens en tussenringen ben ik aan de slag gegaan.
Natuurlijk heb ik eerst moeten zoeken naar het blauwgroen gekleurde op de grond liggende hout, 
meestal eikenhout, dat hun aanwezigheid verraadt.

Ook al kan je de takken verplaatsen, 
het blijft toch een hele klus om een gunstige plek te vinden om de tak neer te leggen.


Een kenmerkend groepje, dat makkelijk over het hoofd gezien kan worden.

Nog een laatste, want er was nog veel meer.

Een mistige morgen nodigde uit tot een heel ander soort plaatje.
Dit is kopjesbekermos

De namen krijg ik vooral door gebruik te maken van waarneming.nl, dat hier bijvoorbeeld 99 % zekerheid geeft.

Een tijdje later brak de zon door, waardoor de rechte koraalzwam goed belicht werd.
De zgn. kroontjesknotszwam lijkt hier overigens sprekend op.
Ik vind ze nauwelijks van elkaar te onderscheiden.

Een dennenvlamhoedje, als een mooie afwisseling.

Een blik onder de hoed van een mosklokje.

We dalen af naar de met bladeren bezaaide grond, waar je met een beetje zoeken van alles kon onderscheiden, 
zoals deze gewone fopzwam.

Het licht was mooi, dus dan zoek je naar een mooie compositie waarbij het zwammetje goed tot zijn recht komt.
Allereerst de hoed.

Maar zo vrij staand vond ik het zwammetje eigenlijk nog mooier.

Een van de buren was dit amethistzwammetje, ook wel rodekoolzwam genoemd.

Als ze ouder worden verandert de vorm behoorlijk.

Ik bleef maar door de knieĆ«n gaan, want wat verderop stond deze zwam, 
die misschien wel een parelamaniet is.
Het is wel heel prettig als je een camera hebt met een kantelbaar scherm.

Alweer een fopzwam, nu de schubbige fopzwam.
Zonder hulp zou ik dat beslist niet geweten hebben.

De vorige plaat laat zien dat het om een paddenstoel gaat, maar bij het ouder worden wordt het wel een rommeltje.
Verval kan grillig zijn.

We verlaten de AWD en gaan verder naar Groenendaal.

Al gauw was daar de eerste verrassing, een viertal gekraagde aardsterren, enigszins verscholen tussen de bladeren.

Ze zagen er tamelijk verschillend uit en daarom laat ik ook hier de verschillende vormen zien.

Op het dode hout waren op verschillende plaatsen geweizwammetjes zien, een vertrouwde soort.

Als ze op een losliggende tak groeiden kan je de tak verplaatsen waardoor je er wat andere platen van kan maken.
Zo gezegd, zo gedaan.

Ik vind ze fotogeniek en maak er graag plaatjes van.

De stap naar de volgende soort is niet groot:
van geweizwam naar goudgele hertenzwam.

Tamelijk onopvallend stond dit franjehoedje tussen de bladeren.

Veel opvallender was deze nevelzwam, die al behoorlijk op leeftijd was.

We gaan over naar een veel kleiner zwammetje, het veel gefotografeerde porseleinzwammetje.
De grootste was in werkelijk al klein, hooguit 5 cm, dus je kan je voorstellen hoe klein zijn buren waren.
Ze groeiden op een losliggend stuk hout dat ik iets draaide om een betere compositie te krijgen.
Toen kwam de verrassing:

Aan de andere kant, bijna de onderkant, waren draadwatjes verscholen.
Lastig te fotograferen omdat ze zo klein zijn. 
Ze schijnen toch algemeen voor te komen, maar worden ongetwijfeld vaak over het hoofd gezien.

Zo komen we bij de laatste soort die ik hier wil laten zien:

Kleverige lindebekertjes.

Deze zeldzame soort is een waardige afsluiter van deze post. 

Wie deze serie tot het eind heeft bekeken wil ik bedanken voor het geduld.
De kans is groot dat ik bij deel 2 opnieuw een beroep op uw uithoudingsvermogen doe.

zondag 16 november 2025

Herfst 2025

 

De herfst betekent voor mij vooral aandacht voor de bronst en paddenstoelen. 
Voor de vogeltrek lijkt de AWD wat minder aantrekkelijk te zijn, 
terwijl het er niet van gekomen is om naar de Zuidpier van IJmuiden te gaan. 
Wellicht is het Vogelmeer van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland aantrekkelijk, 
maar ik heb het idee dat je dan vooral een telescoopkijker mee moet brengen en niet moet komen voor fotografie. 
Maar misschien vergis ik mij.

De hierboven staande zwammetjes waren jarenlang afwezig, 
maar sinds er weer koeien in delen van de AWD lopen steken ze hun kop weer op.
Het zijn vlaaiengenieters, ze heten geringde vlekplaat.


De bronst stelde niets voor toen ik mijn favoriete bronstgebied bezocht. 
Er waren opmerkelijk veel minder geweidragers te zien en slechts af en toe enkele hindes. 
Er gebeurde nauwelijks iets, slechts af en toe rende er een hert voorbij. 
Andere belangstellenden die ik daar sprak hadden al dagenlang dezelfde ervaring.

Omdat ik er toch wel iets van wilde meemaken heb ik een andere plek opgezocht waar ik jaren geleden regelmatig kwam. 
Daar waren veel meer herten, zoals het hert dat hierboven te zien is. 
Het stond te vlaggen (zijn geursporen op takken achterlatend) en even later te knƶrren (zoals het burlen van damherten genoemd wordt).

Zoals zo vaak moest je weer op het juiste moment op de juiste plaats zijn. 
In de ochtend was het nogal rustig. 
Je hoorde de herten soms, maar het merendeel gaf de voorkeur aan rusten. 
Een enkeling combineerde beide activiteiten.

Plotseling hoorden we toch geweien op elkaar stoten achter een duintop.
Er bleken twee geweidragers elkaars krachten aan het meten te zijn.
Ook verder weg hebben we dat wel gezien, 
maar dus duidelijk minder dichtbij dan ik in voorafgaande jaren mocht meemaken.

Dit tweetal taxeerde na een eerste schermutseling vervolgens elkaar, .......

...... waarna een van de twee met zijn staart omhoog wegrende, even later gevolgd door de ander.
Jammer, geen gevecht nu we net wat dichterbij waren gekomen.

Van een afstand zagen we een geweidrager die het voor elkaar had. 
Hij had een harem van een aantal hindes en wellicht enkele kalfjes verzameld. 
Het was lang geleden dat ik dat gezien had en nu overkwam het mij meerdere keren.

Hindes tijdens de bronst. 
Voor mij was het jaren geleden dat ik er zoveel heb gezien tijdens de bronst.
Herleven misschien oude tijden?

Dit is maar een fractie van een groep van zo'n 12-15 hindes die bewaakt werden door een geweidrager.

Voor spectaculaire acties en bijbehorende platen moet je natuurlijk een portie geluk hebben. 
Dat was dit jaar wat minder maar ik heb mijn deel in het verleden ruimschoots gekregen.

Nog een laatste plaat van een geweidrager die droomde van een hinde die hem kwam bezoeken.


Ik ga verder met aanmerkelijk minder actie. 
Voor de hoornaars werd gewaarschuwd, maar als je je rustig gedroeg was er geen enkel probleem.
Je kon op je gemak hun bouwwerk bekijken.

Qua vogels was het wat mager. 
Een dodaars zie ik regelmatig, maar deze kleine soort fuut zie ik wel graag en krijg ik lang niet altijd goed op de foto.
Kramsvogels, krooneenden en spreeuwen bleven allemaal wat meer op afstand dan ik wilde.

Over naar de paddenstoelen en zwammen die een stuk eenvoudiger te benaderen zijn.

Zwavelzwammen kan je niet over het hoofd zien.
Van verre zie je ze al aan boomstammen hangen.

Voor een gewoon vuurzwammetje moet je wat beter je best doen.
Voor de verandering stonden ze deze keer niet allemaal apart van elkaar.

Ik kwam zowaar een groepje vliegenzwammen tegen.
Voor de variatie was er een bij zonder de vertrouwde stippen.

Nu er weer koeienvlaaien te vinden zijn komt ook dit zwammetje weer veelvuldig in een voor de runderen afgebakend gebied voor, de al eerder vertoonde geringde vlekplaat.

Parasolzwammen heb ik dit jaar erg veel gezien, soms heel klein, 
soms met een diameter van meer dan 20 cm.
Het valt dan niet mee om er een originele plaat van te maken.

Deze variant sprong eruit.

Deze vond ik ook wel leuk, de ingeklapte parasol zwam.
Het was niet de enige.

Zoals ieder jaar ging ik op zoek naar wasplaatjes.
Tot mijn verrassing vond ik er vlakbij een dooiergele mestzwam.
Deze soort had ik wel eens eerder in Leyduin gezien, maar nog nooit in de AWD.


Ik laat de zwartwordende wasplaatjes in verschillende stadia zien, te beginnen met de nog vrijwel rode jonge zwam.

Een beetje ouder betekent ook al wat minder rood en wat meer zwart.

Het wordt steeds duidelijker hoe ze aan hun naam komen.

Het eindstadium is bijna bereikt.

Veel mooier worden ze niet, want hierna begint het verval.

Wasplaatjes zijn er in vele soorten en maten, maar ik heb hier alleen nog ruimte voor de gele wasplaat:


Verder wandelend kwam ik nog van alles tegen, bijvoorbeeld:

Een gele trilzwam, ...

... een groot judasoor, ...

... en tenslotte een eenzame vliegenzwam.
Deze keer mƩt stippen.

Maar oktober en november hadden nog veel meer te bieden, 
zeker als ik naast de AWD ook Leyduin en het Groenendaalse bos erbij neem.
Ik laat er ƩƩn voorproefje van zien:

 
Piepkleine kopergroenbekerzwammetjes.