16 Februari 2018: een kleine vos!
Ik vond het al bijzonder om in februari twee maal een kleine voorjaarsspanner (een nachtvlindertje) te zien,
maar een kleine vos was helemaal een verrassing.
Een onverwacht teken van de naderende lente, hoewel er nog wel koude dagen zouden volgen.
In de vroege ochtend, even na zonsopkomst, scheen de zon op de rode kuif van het grote zaagbek vrouwtje waardoor deze mooi kleurde.
Op een andere dag, in de tweede helft van de middag, zocht een klapekster een mooi uitzichtpunt vlakbij de plek waar ik even een koffiepauze nam.
Koffie gauw opgedronken, camera in de aanslag en plaatjes maken.
Hij koos af en toe een ander uitkijkpunt, goed zichtbaar en veilig (dacht hij).
Ook hier zat hij op zijn gemak.
Korte tijd later ging hij er snel vandoor, achtervolgd door een sperwer.
Hij heeft het overleefd, want later werd hij in de zelfde omgeving weer gesignaleerd.
Een heel "gewone" vogel, genietend van het zonnetje.
Ook merelvrouwen nemen de tijd voor een zonnebad.
Wij waren hier met zijn drieën, de vossen en ik.
Zij waren volledig op hun gemak, ze hoefden niet te bedelen om iets eetbaars.
Ze namen de tijd om zich eens uitgebreid te poetsen.
Het leek net alsof ze elkaar iets toefluisterden, terwijl ze in een richting keken waar absoluut niets gebeurde.
Ze gingen die kant dan ook niet op, maar gingen allebei in een andere richting verder, apart.
Een februarimaand zonder reeën kan ik mij nauwelijks voorstellen.
Ik zoek ze zoals bekend graag op.
Op 7 februari waren rustige kanaaltjes waar geen wind en zon kwamen gedeeltelijk dichtgevroren.
Het gaf mij de kans wat winterse plaatjes te maken.
Schuw, schuw, schuw, wat zijn nonnetjes enorm schuw.
De oogst bleef beperkt tot een plaat van een vliegende non, de andere plaatjes vielen tegen.
Deze opmerkelijke witte bolletjes zag ik in het omringende ijs.
Ik heb geen idee hoe zoiets ontstaan is.
IJskristalletjes zag ik niet veel, maar op enkele plaatsen waren ze afgezet op stukjes riet.
Watervogels op het ijs wilde ik ook graag op de plaat.
Ook al dooide het, meerkoeten vonden hun plekje op het ijs.
Voorzichtig liep er een naar het water, net of hij bang was voor het koude water.
Een andere meerkoet leek zijn rechterpoot snel terug te trekken.
Uiteindelijk was hij dapper en dook hij het water in.
Dodaarsjes durven alleen maar wat verder van het riet en de oever als ze hun omgeving volledig veilig vinden.
Even uitschudden.
Af en toe zag ik een boomleeuwerik, zoals hier op een vroege morgen.
Reeën zoeken vind ik een sport die vooral 's winters meestal wel succes oplevert.
Het geeft mij altijd een goed gevoel als ik een ree rustig zie liggen en die er niet snel vandoor gaat als zij mij ziet.
Een ree in het zachte ochtendlicht langs de bosrand leverde een mooi plaatje op.
Zoals bekend vertoeft een waterspreeuw al maanden in de AWD.
Als ik hem tegenkom kan ik de verleiding niet weerstaan om er toch weer wat plaatjes van te maken.
Als je hem een poosje volgt zie je dat hij een uitstekende visser is want hij komt vaak met een prooi boven water.
Als hij dan ook nog even op een tak boven het water plaatsneemt kan je alleen maar tevreden zijn.
Het blijkt dan wel lastig om te zeggen of het nu een zwartbuikwaterspreeuw is,
zoals op waarneming.nl wordt gemeld, of een roodbuikwaterspreeuw.
Maar daarmee houdt het nog niet op, want later in de maand zag ik hem weer:
De waterspreeuw komt dan ook nog wel weer een keer terug op mijn blog.