dinsdag 28 april 2020

Sri Lanka - Boottocht Kandy

Met zijn zessen en een gids annex schipper hebben wij een boottocht op de rivier bij ons hotel gemaakt, waarbij de steiger van het hotel zowel het vertrek- als eindpunt was.
Het werd een flinke uitdaging om te proberen mooie platen te maken bij het licht van de geleidelijk ondergaande zon en vanuit een bootje dat af en toe behoorlijk schommelde doordat de inzittenden zich verplaatsten.
We vertrokken rond drie uur.
De bovenstaande witbuikzeearend werd één van de hoogtepunten.

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.
Helaas, de lightbox werkt in Google niet.

Oosterse grote zilverreigers (Ardea alba modesta) zie je regelmatig langs de rivier en ook elders in het land.

Er valt niet aan te ontkomen, Indische ralreigers (Ardeola grayii) kom je overal tegen.
Wat een luxe.
Hij was allesbehalve schuw, waardoor je tijd genoeg kreeg om hem goed op de foto te krijgen.
Nogmaals de Oosterse grote zilverreiger omdat hij zo mooi is.
Opvallend vond ik de blauwgroene kleur achter de snavel.










De omgeving was uitermate geschikt voor ijsvogels.
Die zagen we dan ook regelmatig.

Hier de gewone ijsvogel
(Alcedo atthis)


















Deze uitmuntende visser gaf ons geen demonstratie van zijn kunsten.
Dat deden deze vissers ook niet.
Zij waren bezig hun netten in de rivier te laten zakken voor de nacht.
Er waren nog meer soorten ijsvogels.
Deze Smyrna ijsvogel (Halcyon smyrnensis) wilde niet op een mooiere plek gaan zitten,
dus ik moest het helaas doen met de witte baan van een boomstam op de achtergrond.
De ooievaarsbek ijsvogel, die we wel een paar keer zagen,  bleef jammer genoeg te ver weg.
Een groep kleine bruine vogeltjes was druk bezig in het riet langs de oever.
De mannetjes waren zoals zo vaak het mooist.
In het Engels heet hij white-rumped munia, maar in het Nederlands spitsstaartbronzemannetje (Lonchura striata).
Hoe verzin je zo'n naam???
Na het keerpunt op de rivier kwamen we andere vissers tegen, ook bezig met hun netten.
Hoog in een boom zat een absolute schoonheid, een witbuikzeearend (Haliaeetus leucogaster), een indrukwekkende vogel wat mij betreft.
Later zagen we hem weer aan de andere kant van de rivier.
Eén van de vele fraaie bloemen langs de rivier.
Purperreigers (Ardea purpurea) zochten hun voedsel vlak langs de oever.
Zo dichtbij als hier heb ik ze in Nederland nog nooit gezien.
Hier waren ze met zijn tweeën, verderop zaten er nog meer.
Ze lieten zich heel mooi zien in tegenstelling tot kwakken
We passeerden een boom waarin er zeker 20 zaten, maar allemaal zó verscholen dat mooie plaatjes maken onmogelijk was.
Niet iedere zilverreiger is groot of klein.
Er blijkt ook een middelste zilverreiger (Ardea intermedia) te zijn, die doet denken aan een koereiger maar er toch van verschilt.
Het zal niemand verbazen dat hij ook wel geelsnavelzilverreiger wordt genoemd.
Kieviten heb je in Sri Lanka en India ook.
Dat deze soort Indische kievit ( Vanellus indicus) heet is dan ook niet verrassend.
Vanuit de boot fotograferend ontstond onbedoeld een wazige laag.
Ik vond het wel wat hebben, een beetje mystiek.
Het kan ook anders, misschien toch wel wat mooier.
De twee vorige soorten hadden een plek gevonden bij een pijler van een brug. 
Het leken geen goede maatjes.
En dan iets geheel anders: vleermuizen.
Een hangplek voor vliegende honden (Pteropodidae), die ook wel flying fox of fruit bat genoemd worden.
Ik vind de naamgeving niet erg duidelijk.
Er waren meerdere van dit soort hangplekken naast elkaar.
Het licht werd minder, bovendien had ik tegenlicht.
Dat betekende hoge ISO waarden en voornamelijk waarnemingsplaatjes.
Een enkeling koos het luchtruim om te gaan jagen.
En dan te bedenken dat deze dieren gevangen worden en zelfs gegeten worden.
Het coronavirus schijnt ook bij vleermuizen voor te komen.
Wellicht vormen vleermuizen inderdaad de oorsprong van de pandemie die de wereld momenteel teistert.
Bij onderzoek is gebleken dat vleermuizen  antistoffen tegen bijvoorbeeld ebola en rabiës in hun lijf kunnen hebben. 
Hoe dan ook, dit zijn indrukwekkende vleermuizen.
De boottocht kwam langzaam maar zeker aan zijn eind.
Maar eerst nog een aantal Indisch gapers (Anastomus oscitans), een bijzonder soort ooievaars.
Afrikaanse gapers kende ik wel maar van deze soort had ik nog nooit gehoord.
Een vijftal zat op veilige afstand van de toeschouwers die hen zaten aan te gapen.
De op één na laatste soort, een Indische slangenhalsvogel (Anhinga melanogaster).
Jammer dat het licht tamelijk slecht was.
Ze zitten vaak samen met Indische of kleine aalscholvers op een tak boven het water. 

En dan de uitsmijter, de al eerder genoemde witbuikzeearend.
Hij was naar de andere oever gevlogen en zat daar mooier in het licht.
Hij keek ons nog even aan alsof hij wilde duidelijk maken dat we nu wel konden gaan.
Mooier zou het niet worden.
Met machtige slagen van zijn vleugels vloog hij over de rivier weer verder.

Wij gingen, met zelfs korte tijd een buitje, terug naar het hotel.
We waren wat beduusd van de rijkdom aan soorten, niet voor het eerst.






dinsdag 21 april 2020

AWD - Knobbelzwanen en citroenkwikstaart

Op een stille, zonovergoten ochtend ben ik het duingebied ingetrokken, zorgvuldig oplettend of er geen mensen bij mij in de buurt kwamen.
In een van de kanalen zwommen twee knobbelzwanen. 
Ik wilde proberen daar een aansprekende foto van te maken.
Bij de eerste was dat nog niet wat ik wilde, maar er kwamen onverwachte kansen.

De beelden in de lightbox bekijken lukt helaas niet.

Er kwamen drie andere knobbelzwanen aangevlogen en die wilden duidelijk de baas komen spelen.
Eén van het drietal liet er geen twijfel over bestaan wat zijn bedoelingen waren.
Hij wilde  de heerschappij over het kanaal.
Hij ging zo snel mogelijk achter één van het tweetal aan, deed er een schepje bovenop en zorgde voor een flinke boeggolf.
Dat moest wel indruk maken.
Alsof het afgesproken was liet hij mij ook een plaat maken terwijl hij in mijn richting zwom.
Wilde hij mij ook imponeren?
Ik vond hem in elk geval geweldig.
Hij sloeg tijdig linksaf en ging opnieuw in volle vaart achter één van het benauwde tweetal aan.
En vervolgens in de hoogste versnelling.
Geen wonder dat de andere, jongere zwaan zo snel als hij kon er vandoor ging.
De achtervolger liet het daarbij.
Zijn rol werd overgenomen door een andere zwaan die een andere aanvalstactiek koos.
Daar zit je als rustig dobberende zwaan beslist niet op te wachten.
Opnieuw wegwezen dus.
De achtervolger gaf het niet snel op.
Het was duidelijk een zwaan die niet van half werk hield.
Ik kon mij daar uiteraard helemaal in vinden, want ik kon zo een aantal spectaculaire platen maken.
Uiteindelijk was het mooi geweest.
De zwaan had zijn punt gemaakt, de rust keerde terug.
Na zijn zegetocht moest hij  niet alleen tot rust komen, maar natuurlijk moest ook het verenpak gefatsoeneerd worden.
Zo gezegd, zo gedaan.
Intussen waren twee zwanen begonnen met flirten.
De liefde bloeide op, het hart was nog niet mooi symmetrisch maar ze waren wel goed op weg.
Nog een klein beetje en het hart is helemaal perfect.
Helaas, het echte goede gevoel was er nog niet .
Zou er nog een paring volgen?
Misschien wel, maar dan wel later zonder mijn aanwezigheid.
Wellicht wordt dit het resultaat, zoals een ander stel knobbelzwanen in de AWD al laat zien.

Ook al past de volgende gast niet in een blog over knobbelzwanen, de waarneming is te bijzonder om er nu geen aandacht aan te besteden.
Ook al was het van een afstand en is de foto gecropt, het blijft bijzonder.
Een citroenkwikstaart (Motacilla citreola)!
In Nederland is het een zeldzame dwaalgast, in Kirgistan heb ik er vorig jaar voor het eerst een aantal gezien.
Ik zal er later in het overzicht van de maand april op terugkomen.

dinsdag 14 april 2020

Sri Lanka - Hagedissen

In Nederland volg ik in het voorjaar graag zandhagedissen, maar of dat er dit jaar van komt is afwachten. 
Het Coronavirus zou wel eens roet in het eten kunnen gooien.
In Sri Lanka heb ik regelmatig hagedissen gezien, maar ze maakten het mij niet makkelijk.
Ze hadden vaak een voorliefde voor rommelige plekjes (zie boven).
Het mocht de pret niet drukken.

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.
Helaas, de lightbox werkt in Google niet.

In een omgeving vol met grillige begroeiing en afval, vlakbij treinrails,  scharrelde een oriental garden lizard (Calotus versicolor), in het Nederlands bloedzuiger (!) genoemd.
Deze hagedis doet in de verste verte niet denken aan een bloedzuiger zoals wij die kennen.
Natuurlijk probeer je er een mooi plaatje van te maken, maar dat viel niet mee.
Het hele dier op de foto krijgen lukte bijvoorbeeld niet.
Het is wel een hele mooie soort, waar ik graag wat langer mee bezig had willen zijn.
Maar ja, ik was daar niet alleen.
Hij probeerde wel indruk te maken.
Dat is gelukt wat mij betreft.
Hij maakte zich zelfs nog wat druk waarbij zijn kop verkleurde.
Daar werd hij nog mooier door.
Hij deed mij denken aan een kameleon omdat hij ook zijn ogen afzonderlijk kon bewegen en hiermee verschillende kanten op kon kijken.
Omdat er nogal wat soorten hagedissen in Sri Lanka voorkomen valt het niet mee om de juiste naam te vinden.
Ik weet echter wel zeker dat dit een green garden lizard is ( Calotes calotes).
Het blijft interessant om steeds weer nieuwe soorten te vinden.
Dit hagedisje was een echte atleet.
Hij klauterde vlot langs takken omhoog en veranderde ook moeiteloos van tak.
Een groter familielid hield al zijn poten op de grond. 
Net als bij vele andere hagedissen kon hij een tijd ergens roerloos zitten, 
maar zo gauw er een onverwachte beweging in de buurt was ging hij er vandoor.
De Sri Lankaanse kangoeroe hagedis ( Otocryptis wiegmanni) valt op - hoe verrassend - door zijn opvallend grote achterpoten.
Tijdens een wandeling door het Sinharaja regenwoud zagen we er een aantal.
Zo gauw zij zich in gevaar gebracht voelen gaan ze er bliksemsnel vandoor, rennend op hun achterpoten.
Om de naam kangoeroe hagedis te verdienen had hij eigenlijk moeten springen als een kangoeroe, steunend op zijn staart.
Deze hagedis had er wel vertrouwen in en poseerde verrassend lang, doodstil.
Hij bewoog hooguit zijn kop een beetje.
Het voelt wel prettig als zo'n dier zich op zijn gemak voelt.
Zo kon ik, gebruik makend van Live View, hem eens anders dan meestal mogelijk is fotograferen.
Deze soort komt alleen in Sri Lanka voor, een familielid (Otocryptis beddomii) komt voor in India.
Ze kunnen zonder staart zo'n 7 cm lang worden, mét staart 15 cm.

De volgende keer komt er een Nederlands intermezzo.