Mei is onder andere de maand van de meikevers (Melolontha melolontha).
Ik kwam er heel wat tegen, een deel zieltogend of dood op een pad,
maar gelukkig ook vliegend, lopend, klimmend of relaxend aan een stengel.
Het loont
de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.
Jullie
weten inmiddels dat de lightbox bij mij in Google niet werkt.
Maar hoe krijg je een meikever mooi op de foto?
Deze was door een bezorgde voorbijganger van het pad opgeraapt en op een stuk hout geplaatst.
Dat kwam goed uit.
Er zat nog genoeg leven in deze kever, sterker nog, hij was springlevend.
Dat liet hij ook duidelijk zien.
Het was wel prettig om ongestoord, helemaal in mijn eentje, de meikever van alle kanten te kunnen bekijken en fotograferen.
Op een andere dag vond ik er weer een, op een schaduwrijke plaats langs een duinmeertje.
De kleuren zijn daardoor direct anders dan bij de eerdere beelden.
Nog een laatste omdat ik het zo'n mooie kever vind.
Vlinders heb ik deze maand veel minder gezien dan ik gehoopt had.
En áls ik ze zag was het onmogelijk om daar een mooi plaatje van te maken.
Deze kleine parelmoervlinder (Issoria lathonia) was daarop de uitzondering.
Ik heb ze tamelijk vaak gezien.
Deze ging op het zand zitten en bood mij de kans om er voorzichtig heen te kruipen en met mijn macrolens dit plaatje te maken.
Damherten (Dama dama) hebben het in deze tijd niet makkelijk.
Het is gortdroog in de natuur, voedsel is niet zoveel beschikbaar als de herten (en veel andere dieren) zouden willen.
En wat doe je dan als weldenkend damhert?
Je begint aan rietstengels, die er nog genoeg zijn.
Maar zo kan het ook, vooral als je zelf al volgroeid bent en behoorlijk veel blaadjes kunt bereiken.
Libellen zijn er ook weer, ze vliegen soms in opmerkelijk grote aantal langs het water of langs bosranden.
Dit is een gevlekte witsnuitlibel (Leucorrhinia pectoralis).
Niet zo'n bijzonder plaatje, wel een bijzondere soort.
Er vloog ook een setje rond dus de kans is groot dat de soort een blijvertje is.
Eén van de meest voorkomende soorten daar is de viervlek (Libellula quadrimaculata).
Het is steeds weer een uitdaging om deze veel gefotografeerde libel op een onderscheidende manier op de plaat te krijgen.
Ik ben in ieder geval zelf tevreden met deze twee beelden.
En waren er dan geen aantrekkelijke vogels om te fotograferen?
Gelukkig waren die er ook, maar ik moest er wel mijn best voor doen.
Allereerst is daar de grasmus (Sylvia communis).
Stapje voor stapje heb ik hem benaderd (in de AWD doe je nu eenmaal alles lopend), totdat ik voldoende dichtbij was om deze plaat te kunnen maken.
Hij genoot duidelijk van het mooie weer en zong er lustig op los.
Het is mij niet eerder gelukt om een grasmus zo goed op de plaat te krijgen.
Maar ook tapuiten (Oenanthe oenanthe) boden mij kansen, zij het dat zij er meestal vandoor gingen als ik iets te dichtbij kwam.
De aanhouder won ook deze keer.
Ik had gezien waar deze tapuit geland was.
Ik kon hem benaderen door uit een dalletje voorzichtig dichterbij te komen zodat ik hem nagenoeg op ooghoogte kon zien.
Dit is het resultaat.
Het zal wel een komisch gezicht zijn geweest om dit van een afstandje te bekijken😊.
Dit soort plaat was voor die dag een wens van mij.
Het zal duidelijk zijn dat ik hiermee heel tevreden was.
Ik ben een paar keer met zandhagedissen bezig geweest.
Massa's plaatjes gemaakt waarover ik ook nog tevreden was.
De ruimte is hier beperkt, dus het werd een lastige, tamelijk willekeurige keuze.
Deze prachtig groene zandhagedis (Lacerta agilis) likte zijn bek nog eens af nadat hij net een of ander insect verorberd had.
De mannetjes beleefden in mei drukke tijden want er moest voor nageslacht gezorgd worden.
Ik zag gevechten, verleidingspogingen, besluipingen en ga zo maar door.
Paringen heb ik ook gezien, maar de hagedissen waren tussen grassen niet zo goed zichtbaar als ik hoopte.
Maar ja, een beetje privacy was ook wel op zijn plaats.
Deze volwassen dame keek eens rustig rond of er nog knappe kerels in de buurt waren met wie ze voor een gezond nageslacht zou kunnen zorgen.
En dan is er nog de grote publiekstrekker, waardoor de AWD in binnen- en buitenland bekend is:
de vos (mochilla zorro, ook wel vulpes vulpes).
Ik ben een paar keer bij een burcht gaan kijken, en het zal wel duidelijk zijn, ik was daar niet alleen.
Talloze plaatjes zullen al via sociale media gedeeld zijn, dus iets nieuws brengen is onmogelijk.
Ik heb zoveel plaatjes dat ik er makkelijk enkele posts op mijn blog mee kan vullen.
Ik zal er vijf laten zien.
De moervos was hier met vrijwel haar hele gezin, er ontbrak slechts één welp.
Ik was er niet zo heel vroeg bij dit jaar, de vosjes waren al flink gegroeid en zagen er ook al echt uit als een vos.
Zo'n plaat kan je maken als je op de grond ligt en het vosje komt naar je toe lopen.
Deze welp was brutaal en ondernemend genoeg om alleen op avontuur te gaan, overigens niet erg ver van de burcht.
Speurend werd de omgeving goed in de gaten gehouden.
Nog even omkijkend ging deze welp zelfstandig op pad en verdween uit het zicht.
Er is al veel gezegd en geschreven over dit vossengezin.
Ik zal er niets aan toevoegen.
Het is en blijft geweldig om deze dieren in hun element te zien, zeker als ze ongestoord kunnen doen wat ze willen.
Mei was fotografisch gezien een overvolle maand.
Bij deze bedank ik iedereen die deze lange post helemaal tot het eind heeft gelezen en bekeken.