donderdag 28 mei 2020

AWD - Mei 2020 Deel 1




Mei is onder andere de maand van de meikevers (Melolontha melolontha).
Ik kwam er heel wat tegen, een deel zieltogend of dood op een pad, 

maar gelukkig ook vliegend, lopend, klimmend of relaxend aan een stengel.

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.
Jullie weten inmiddels dat de lightbox bij mij in Google niet werkt.

Maar hoe krijg je een meikever mooi op de foto?
Deze was door een bezorgde voorbijganger van het pad opgeraapt en op een stuk hout geplaatst.
Dat kwam goed uit.
Er zat nog genoeg leven in deze kever, sterker nog, hij was springlevend.
Dat liet hij ook duidelijk zien.
Het was wel prettig om ongestoord, helemaal in mijn eentje, de meikever van alle kanten te kunnen bekijken en fotograferen.
Op een andere dag vond ik er weer een, op een schaduwrijke plaats langs een duinmeertje.
De kleuren zijn daardoor direct anders dan bij de eerdere beelden.
Nog een laatste omdat ik het zo'n mooie kever vind.
Vlinders heb ik deze maand veel minder gezien dan ik gehoopt had. 
En áls ik ze zag was het onmogelijk om daar een mooi plaatje van te maken.
Deze kleine parelmoervlinder (Issoria lathonia) was daarop de uitzondering.
Ik heb ze tamelijk vaak gezien.
Deze ging op het zand zitten en bood mij de kans om er voorzichtig heen te kruipen en met mijn macrolens dit plaatje te maken.
Damherten (Dama damahebben het in deze tijd niet makkelijk.
Het is gortdroog in de natuur, voedsel is niet zoveel beschikbaar als de herten (en veel andere dieren) zouden willen.
En wat doe je dan als weldenkend damhert?
Je begint aan rietstengels, die er nog genoeg zijn.
Maar zo kan het ook, vooral als je zelf al volgroeid bent en behoorlijk veel blaadjes kunt bereiken.
Libellen zijn er ook weer, ze vliegen soms in opmerkelijk grote aantal langs het water of langs bosranden.
Dit is een gevlekte witsnuitlibel (Leucorrhinia pectoralis).
Niet zo'n bijzonder plaatje, wel een bijzondere soort.
Er vloog ook een setje rond dus de kans is groot dat de soort een blijvertje is.
Eén van de meest voorkomende soorten daar is de viervlek (Libellula quadrimaculata).
Het is steeds weer een uitdaging om deze veel gefotografeerde libel op een onderscheidende manier op de plaat te krijgen.
Ik ben in ieder geval zelf tevreden met deze twee beelden.

En waren er dan geen aantrekkelijke vogels om te fotograferen?
Gelukkig waren die er ook, maar ik moest er wel mijn best voor doen.
Allereerst is daar de grasmus (Sylvia communis).
Stapje voor stapje heb ik hem benaderd (in de AWD doe je nu eenmaal alles lopend), totdat ik voldoende dichtbij was om deze plaat te kunnen maken.
Hij genoot duidelijk van het mooie weer en zong er lustig op los.
Het is mij niet eerder gelukt om een grasmus zo goed op de plaat te krijgen.
Maar ook tapuiten (Oenanthe oenanthe) boden mij kansen, zij het dat zij er meestal vandoor gingen als ik iets te dichtbij kwam.
De aanhouder won ook deze keer.
Ik had gezien waar deze tapuit geland was.
Ik kon hem benaderen door uit een dalletje voorzichtig dichterbij te komen zodat ik hem nagenoeg op ooghoogte  kon zien. 
Dit is het resultaat.
Het zal wel een komisch gezicht zijn geweest om dit van een afstandje te bekijken😊.
Dit soort plaat was voor die dag een wens van mij.
Het zal duidelijk zijn dat ik hiermee heel tevreden was.

Ik ben een paar keer met zandhagedissen bezig geweest.
Massa's plaatjes gemaakt waarover ik ook nog tevreden was.
De ruimte is hier beperkt, dus het werd een lastige, tamelijk willekeurige keuze.
Deze prachtig groene zandhagedis (Lacerta agilis) likte zijn bek nog eens af nadat hij net een of ander insect verorberd had.
De mannetjes beleefden in mei drukke tijden want er moest voor nageslacht gezorgd worden.
Ik zag gevechten, verleidingspogingen, besluipingen en ga zo maar door.
Paringen heb ik ook gezien, maar de hagedissen waren tussen grassen niet zo goed zichtbaar als ik hoopte. 
Maar ja, een beetje privacy was ook wel op zijn plaats.
Deze volwassen dame keek eens rustig rond of er nog knappe kerels in de buurt waren met wie ze voor een gezond nageslacht zou kunnen zorgen.


En dan is er nog de grote publiekstrekker, waardoor de AWD in binnen- en buitenland bekend is: 
de vos (mochilla zorro,  ook wel vulpes vulpes).
Ik ben een paar keer bij een burcht gaan kijken, en het zal wel duidelijk zijn, ik was daar niet alleen.
Talloze plaatjes zullen al via sociale media gedeeld zijn, dus iets nieuws brengen is onmogelijk.
Ik heb zoveel plaatjes dat ik er makkelijk enkele posts op mijn blog mee kan vullen.
Ik zal er vijf laten zien.
De moervos was hier met vrijwel haar hele gezin, er ontbrak slechts één welp.
Ik was er niet zo heel vroeg bij dit jaar, de vosjes waren al flink gegroeid en zagen er ook al echt uit als een vos.
Zo'n plaat kan je maken als je op de grond ligt en het vosje komt naar je toe lopen.
Deze welp was brutaal en ondernemend genoeg om alleen op avontuur te gaan, overigens niet erg ver van de burcht.
Speurend werd de omgeving goed in de gaten gehouden.
Nog even omkijkend ging deze welp zelfstandig op pad en verdween uit het zicht.

Er is al veel gezegd en geschreven over dit vossengezin.
Ik zal er niets aan toevoegen.

Het is en blijft geweldig om deze dieren in hun element te zien, zeker als ze ongestoord kunnen doen wat ze willen.

Mei was fotografisch gezien een overvolle maand.
Bij deze bedank ik iedereen die deze lange post helemaal tot het eind heeft gelezen en bekeken.



donderdag 21 mei 2020

Sri Lanka - Roofvogels


Het aantal roofvogels dat ik in Sri Lanka gezien heb was groter dan het aantal soorten dat ik heb kunnen fotograferen.
Maar met de platen die ik heb kunnen maken was ik wel heel erg tevreden.

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.
Jullie weten inmiddels dat de lightbox bij mij in Google niet werkt.

Tijdens de eerste safari, in het Wilpattu NP, troffen wij deze Indische kuifarend (Nisaetus cirrhatus). 
Tot onze verbazing maar vooral tot ons grote plezier bleef de vogel rustig zitten.
Tot mijn schrik zag ik later dat ik iets onbewust aan de instellingen van de camera had veranderd: afmeting 720x480 i.p.v.  6000x4000!
Gelukkig had dat geen hinderlijke weerslag op mijn foto's, maar van zo'n vergissing krijg je het wel even benauwd.
Wat een schitterende vogel is het.
De kuif is ook goed zichtbaar.
Met een indringende blik keek hij naar voren (ISO 400, f/5,6, 1/30, onderbelichting -1, allesbehalve standaard dus).
 Later zagen we zo'n schitterende kuifarend in een ander park nog een keer, niet eens volledig ingezoomd.
Een witbuikzeearend (Haliaeetus leucogaster) had ik al in een eerdere post laten zien.
Dit is een plaat van dezelfde vogel.
In een ander park zagen we er een aantal, maar deze keer bleven ze meestal wat verder weg dan ik hoopte.
Om ze te zien vliegen en jagen was een prachtig gezicht.
Een grote plaat van een klein uiltje.
Dit is een Indische dwergooruil (Otus bakkamoena).
Ik zag hem bij toeval in een boom bij Elephant Transit Home in Udawalawa.
Hij zat er de hele tijd doodstil, dus ik kon volstaan met één foto.
En wat te denken van deze schoonheid?
Het is een bruine visuil (Bubo zeylonensis).
Om deze te zien had ik de hulp van onze gids nodig.
Ik heb er meerdere foto's van gemaakt, die erg veel op elkaar lijken.
Het voelde net alsof de uil dat door had en hij deed mij een plezier door even een oog te openen.

Daarmee zit het er wat roofvogels betreft op. 

Van andere vogels heb ik nog een behoorlijke voorraad, bijvoorbeeld van de nationale vogel van Sri Lanka:


Maar daarover een andere keer.




woensdag 13 mei 2020

AWD - April 2020




Op 16 april had ik een onverwachte waarneming in de AWD: een citroenkwikstaart (Motacilla citreola).
Deze opvallende kwikstaart vertoefde een tijdje in een van de plassen in het duingebied, die nu inmiddels vrijwel drooggevallen is.
Nadat ik de vogel op waarneming.nl gemeld had kreeg ik het verzoek de melding door te geven aan CDNA (Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna).
Vervolgens kreeg ik het verzoek om 1 of 2 foto's door te sturen naar de Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland in verband met plaatsing in hun blad Fitis.
Het derde verzoek om foto's op te sturen kwam van Dutch Birding.
In het eerstkomende blad publiceren zij bijzondere waarnemingen van de maanden maart en april.
Uiteraard heb ik aan alle verzoeken voldaan.
Al deze reacties zijn een geheel nieuwe maar heel leuke ervaring voor mij.
Vanuit de vogelobservatiehut zag ik deze Canadese gans (Branta canadensis) rustig drijven op het nagenoeg rimpelloze water.
Kuifeendjes (Aythya fuligula) deden daar niet voor onder.
De hele omgeving straalde rust uit.
De meeste meerkoeten (Fulica atra) die ik zag leken iedere mogelijkheid aan te grijpen om ruzie te maken met soortgenoten.
Deze was een ontspannen uitzondering. 
In de tijd dat er voldoende plassen in de waterleidingduinen zijn zie je er ook regelmatig kieviten (Vanellus vanellus).
Ze blijven meestal wel op afstand.
Kleine pleviertjes (Charadrius dubius) hielden zich in de buurt van de kievit op. 
Ze kwamen niet zo dichtbij als ik gehoopt had.
De snoek (Esox lucius) was weliswaar niet geweldig goed zichtbaar maar bleef lange tijd op een paar meter afstand van mij rustig vlak boven de bodem liggen.
Sommige snoeken hebben vaste plekken om te jagen waar ik ze vrijwel iedere keer als ik er langs kom ook zie.
Een bruine kikker (Rana temporaria) aan de wandel is een zeldzaamheid in deze droge tijden.
Een aantrekkelijke plek uitkiezen zodat ik hem mooi kon fotograferen kwam niet in hem op.
Veel vogels hielden ook graag wat afstand, zoals deze kneu (Linaria cannabia).
Ze gunden zich nauwelijks de tijd om even ergens rustig te gaan zitten.
Terwijl ik al speurend op mijn gemak door het verlaten duingebied liep zag ik een groep merelachtige vogels.
Het bleken beflijsters (Turdus torquatus) te zijn.
Ze waren zeer ongedurig en vlogen voortdurend op.
Meer dan een waarnemingsplaatje zat er niet in.
Het gedrag van roodborsttapuiten (Saxicola rubicola) is bekend.
Ze zitten vaak op een uitkijkpost en zijn niet eenvoudig te benaderen.
Dit beeld is dan ook heel karakteristiek.
Volgens mij zijn er dit jaar meer tapuiten (Oenanthe oenanthe) in het duingebied dan vorig jaar.
Met wat geduld lukt het meestal wel om redelijk dicht bij ze in de buurt te komen.
Zo goed als een paar jaar geleden is mij echter nog niet overkomen.
In hetzelfde gebied als een aantal dagen eerder zag ik opnieuw beflijsters
waarbij het mij opnieuw niet lukte om ze op de plaat te krijgen zoals ik wilde.
Het zijn echter aantrekkelijke waarnemingen.
Nee, dan gaat het met een grote bonte specht (Dendrocopos major) beter.
Ze zijn dan ook behoorlijk algemeen in de AWD waardoor je een grote trefkans hebt.
Futen (Podiceps cristatus) zijn in het duingebied nog niet erg actief met nestelen, 
in tegenstelling tot wat ik in mijn woonomgeving meestal zie.
Het is mij nog niet gelukt om veel vlinders te fotograferen.
Kleine vuurvlinders (Lycaena phlaeas) waren in april wel vrij vaak te zien.
Een atalanta (Vanessa atalanta) kwam ik maar een enkele keer tegen.
Deze bleef echter wel lekker lang op een boomstam zitten.
De eerste hoornaar (Vespa crabro) van 2020.
Hij was duidelijk op jacht en ging bijvoorbeeld dit holletje in, daarna tussen plantjes door en weer een holletje in.
De hoornaar was een leuke uitdaging voor mij omdat hoornaars zoals bekend niet echt van stil zitten houden.
Tot besluit een moervos, duidelijk op zoek naar voedsel voor haar hongerige jongen.
Welpen kan ik hier niet laten zien, opmerkelijk gedrag wel.
Ze had een plek gevonden waar bezoekers een aantal kaasstengels hadden laten liggen.
De moervos wist wel raad met deze rommel en zorgde ervoor dat alles keurig opgeruimd werd.
Of het goed voor haar is betwijfel ik, maar dorst zal ze er vast wel van gekregen hebben.
Ze liep naar de waterkant.......
...... en klom in een boom!
Ik dacht dat ze ging drinken, maar tot mijn verbazing klom ze een flink stuk de boom in en daarna weer terug.
Het bleef niet bij één poging.
Dat het niet meeviel is wel te zien.
Maar waarom deed ze dat?
Hier ging het mis: ze gleed met haar voorpoten van een tak en kwam op haar voorpoten in het water terecht.
Ze gaf het niet op en klom nogmaals in en uit een boom. 
Ze had wel een dode vis gevonden, maar die kreeg ze niet uit het water.
Nog een klein stukje en ze was weer op de oever.
Ik heb nog steeds geen idee wat ze in die boom zocht.
Ze was wel even aan rust toe.
Na een tijdje in de schaduw in het gras te hebben gelegen ging ze weer verder.
En nu maar hopen dat niet teveel mensen haar burcht hebben gevonden en haar hinderen bij het voeren van haar welpen.