woensdag 29 september 2021

Een bloemrijk uitstapje

Af en toe wil ik nog wel eens een uitstapje maken naar de wereld van de flora.
In de zomermaanden was mijn eerste doel de inmiddels deels begroeide woestijn, waar ik parnassia hoopte te vinden.
Ik begin deze keer echter met de piepkleine bloemetjes van het strandduizendguldenkruid (Centaurium littorale), 
een zeldzaam bloemetje dat in de zilte duinstreek voorkomt. 
Parnassia was echter het hoofddoel.
Ik was er mooi op tijd, want er was niet alleen genoeg bloeiende parnassia (Parnassia palustris) te vinden, 
maar er waren ook nog dauwdruppeltjes op te zien.
Het blijft steeds weer een uitdaging om zoveel mogelijk details scherp op de plaat te krijgen.
Op de volgende site is informatie over deze bloem te vinden: parnassia.
Ook parnassia is een een zeldzaam bloemetje dat vooral in de vochtige duinstrook voorkomt.
  De bloemen hebben genoeg details - bladeren, bijkroonbladeren, helmknopjes en vruchtbeginsel -
 om je uit te leven op het deel dat je scherp op de plaat wilt hebben.
Al gauw waren de dauwdruppeltjes verdwenen.
Iedere dag vouwt één meeldraad naar buiten, zodat je aan de bloem kan zien hoe oud hij is.
De bloemen nodigen uit om ze van verschillende kanten te bekijken.
Omdat de zon al uitbundig scheen moest ik er zelf voor zorgen dat de bloem in de schaduw bleef om overbelichting te voorkomen.
Een kwestie van er op de juiste manier voor te gaan zitten.
De bloemen hebben aardig veel aantrekkingskracht op insecten, zoals onder andere uit de ieniemienie bezoeker blijkt.
Het strandduizendguldenkruid was er behoorlijk veel te vinden.
Ik had overigens niet verwacht dat het zo fotogeniek zou zijn.
Als je de afbeeldingen ziet krijg je het idee dat de bloemen behoorlijk groot zijn,
maar ze zijn aanzienlijk kleiner dan parnassia.
Een wat vreemde eend in de bijt is deze eenzame grote kattenstaart (Lythrum salicaria),
 die ik in een veel vochtiger omgeving vond.
Ontsnapt aan de damherten?
Vorig jaar heb ik mij voor het eerst beziggehouden met de bloemen van de doornappel (Datura stramonium).
Dat vroeg om een herhaling, waarbij ik onder andere ook wilde experimenteren met mijn macrolens en tussenringen.
De wind (windkracht 3) en zonlicht speelden een belangrijke rol, evenals de scherptediepte.
Aanvankelijk koos ik een veel te grote opening wat vooral beelden opleverde die de prullenbak in konden.
Al zoekende kom je dan toch wel waar je wilt zijn.
Het zal duidelijk zijn dat het mij vooral om het hart van de bloemen ging.
Er waren nog meer belangstellenden, opnieuw heel klein.
Via waarneming.nl kwam ik erachter dat dit vliegje een gewone driehoekszweefvlieg (Melanostoma mellinum) is.
Veel delen van de doornappels bevatten alkaloïden, die niet niet alleen een hallucinerende werking kunnen hebben maar ook giftig kunnen zijn (afhankelijk van de dosis).
Damherten eten niets van deze planten, zij weten op de een of andere manier dat ze hier af moeten blijven.
Doornappels zijn plaatselijk heel algemeen in het duingebied.
Tot slot een schilderachtige plaat van de doornappel.

woensdag 15 september 2021

Augustus - Vlinders

 

Als het een aantrekkelijke zomer is heb je kans dat je allerlei verschillende soorten vlinders kunt zien.
Dit jaar was voor mij geen uitzondering.
Een opvallende soort was de walstropijlstaart (Hyles gallii),  
een flinke nachtvlinder die op rietstengels was neergestreken.
Na eerst met mijn 400 mm lens enkele plaatjes te hebben gemaakt waagde ik het erop met mijn macrolens.
De vlinder was niet onder de indruk.
Bij het vleugels spreiden wordt het rood van de vleugels zichtbaar, 
maar dat zat er deze keer niet in.
Ik was aanvankelijk met dit icarusblauwtje (Polyommatus icarus) bezig geweest,
 toen mijn oog op de walstropijlstaart viel.
Voordat ze vlinder zijn moeten ze eerst het rupsenstadium doorlopen. 
Deze rups hoort vermoedelijk bij een roesje (Scolyopterix libatrix), maar daar ben ik niet zeker van.
Wel een interessante naam voor een nachtvlinder.
Deze soort is bekender : een distelvlinder (Vanessa cardui).
Deze zomer heb ik ze niet zo veel gezien als andere jaren.
Hoe anders was het met argusvlinders (Lasiommata megera).
Ik zag ze vaak, maar vrijwel altijd hadden ze een voorkeur voor plaatsen waar je er geen mooie plaatjes van kon maken.
Dit was al een stap in de goede richting.
Maar zo heb ik ze liever.
Mij hoor je niet meer klagen over een minder mooie achtergrond.
Na de grote vos lukte het mij eindelijk om enkele beelden van de kleine vos (Aglais urticae) te maken.
Hij was al wat afgevlogen, maar dat mocht de pret niet drukken.
Ook nu zat  hij zo hoog dat ik een mooie achtergrond kreeg.
Tot mijn verrassing zat er vlakbij opeens een kleine parelmoervlinder (Issoria latthonia) op een bloem.
Vrijwel altijd zie ik die uitsluitend op het warme duinzand zitten of rondfladderen.
Op deze manier worden foto's van dit vlindertje wel origineler.
Deze vlinder zorgde ook voor wat andere plaatjes dan gebruikelijk.
Een vrouwelijke keizersmantel (Argynnis paphia) was op een liggende boomstam neergestreken.
Ik kon haar van de andere kant van de stam min of meer recht aankijken.
Voor de verandering niet op jacobskruiskruid is voor de broodnodige variatie wel prettig.
Ze werkte goed mee, zodat ik de kans kreeg er deze platen van te maken.
Dat de kleuren nu minder mooi te zien zijn vond ik geen bezwaar.
Terwijl ik druk bezig was met doornappels vloog er plotseling een opvallende vlinder langs.
Toen hij op een boomstam ging zitten was hij niet zo opvallend meer.
Het bleek een rood weeskind (Catocala nupta) te zijn.
Als je goed kijkt zie je dat er nog een tweede op de stam zit.
Weeskinderen komen behoorlijk veel voor.
Je hebt ze in alle soorten en maten.
Het zijn allemaal nachtvlinders,
dus ik mocht van geluk spreken dat ik ze heb gezien.