Het voorjaar betekent voor mij eropuit trekken, zoeken naar teruggekeerde zomergasten en doortrekkers, maar ook naar allerlei vormen van nieuw leven.
Ik geef deze keer een korte impressie van een aantal momenten die ik de moeite waard vind om te laten zien.
Het zijn beelden die ik gemaakt heb tijdens een vijf- tot zestal omzwervingen door de duinen.
Er was trouwens nog veel meer, maar dat past niet allemaal in één post op mijn blog.
De maand april werd overigens gedomineerd door vossen.
Het roodborsttapuit mannetje, waarmee ik begonnen ben, liet zich niet onbetuigd in de omgeving van zijn nest.
Ik zei al dat vossen in het voorjaar een grote rol speelden.
Dit vosje was ijverig aan het zoek naar wat eetbaars, onverstoorbaar en volledig op haar gemak.
Een kevertje hier, een mislukte poging daar, maar geen grote prooien.
Ze keek nog eens achterom en besloot te gaan liggen.
Hoe anders was het bij de vos die ik een kwartiertje eerder had gezien.
Die vos liep op een open veld en ging er als een pijl uit de boog vandoor toen hij mij aan zag komen.
Ik besloot eens te gaan kijken of de zonnedauw al aan het groeien was.
De blaadjes waren nog piepklein en ten dele nog niet helemaal opengevouwen.
Door een macrolens en tussenring te gebruiken kon ik deze platen maken.
Over een aantal weken zal het daar heel anders zijn.
Bij wijze van uitzondering krijgen damherten in dit jaargetijde ook een beetje aandacht van mij.
In een afgelegen gebied zag ik een groep hindes lopen.
Het beeld deed mij denken aan vergelijkbare beelden uit Afrika met impala's en gemsbokken.
Het jachtseizoen is per 31 maart weer afgesloten en de damherten kunnen zich weer wat vrijer bewegen,
als ze dat al niet deden.
Een flink aantal mannetjes is al weer getooid met een bastgewei.
Het vosje besteedde uitgebreid aandacht aan haar toilet, waarbij een aantal keren krabben noodzakelijk was.
Ze zal waarschijnlijk ook wel wat last hebben gehad van teken, waarvoor weer gewaarschuwd wordt.
Wat zal ze op dit moment gedacht hebben?
Ze voelde zich duidelijk buitengewoon op haar gemak.
Het was tijd voor een middagslaapje.
Overtuigd dat ze 100% ontspannen was?
Een beeld van een viervlek is niet zo bijzonder.
Ook zandhagedissen lieten zich af en toe weer zien.
Als het een beetje warmer is kunnen we ze weer wat meer en vooral vaker zien.
Ik had ze al eerder gezien, maar toen zaten ze met een stuk of twee-drie klem in de bek van een vos.
Natuurlijk waren er ook genoeg vogeltjes te zien en te horen.
Zelfs een nachtegaal liet zich niet onbetuigd.
Helaas was hij me net te vlug af voor een mooi plaatje.
Hier zit een heggemus even te rusten op een tak.
Een bijzonder aangename verrassing was deze kleine bonte specht.
Ik had er al eerder één gehoord, maar deze vogel op de foto krijgen is niet zo makkelijk.
Ik had het geluk dat een kneu mannetje voor de verandering eens geen haast had, zoals vrijwel altijd.
Ik heb nog niet kunnen ontdekken of en waar kleine plevieren ergens nestelen.
Met deze compositie ben ik vanzelfsprekend ook tevreden.
Ieder voorjaar kijk ik uit naar doortrekkende beflijsters en tapuiten.
Beflijsters stelden mij teleur en tapuiten, zoals dit mannetje, stelden mij op de proef.
Het leek wel of ze er een spelletje van wilden maken om steeds weg te vliegen als ik met de nodige voorzichtigheid in de buurt was gekomen en wilde afdrukken.
Gelukkig had ik ook een aantal keren succes.
Deze boomleeuwerik krijgt bij wijze van spreken een prijs voor het goed willen meewerken,
want hij bleef lang genoeg rustig zitten.
In zijn snavel had hij een aantal larven, waarschijnlijk op weg naar zijn nest.
Over een nest gesproken, zo ziet het nest van een boomleeuwerik eruit.
Terwijl mijn aandacht gericht was op een aantal kleine plevieren, vloog er plotseling een boomleeuwerik op.
Ik schrok mij rot, ik bleek op minder dan 50 cm van haar nest te zijn!
Wat is zo'n op de grond liggend nest enorm goed gecamoufleerd!
Alleen door puur toeval kan je het vinden.
Gelukkig was ik er net ver genoeg bij vandaan gebleven.
Tot besluit nog een bijzonder plaatje.
Voor mij was het een unieke ervaring, waar ik vanzelfsprekend nog op terug zal komen.