zondag 22 september 2024

Espelo


 Het is tijd voor een terugblik, zoals dat natuurlijk altijd is op een blog. 
In juni heb ik tijdens een vakantie in de Achterhoek ook een bezoek gebracht aan een fotohut van Arjen Troost, 
en wel in Espelo.
Van deze dag wil ik hier de hoogtepunten laten zien.

Het was een regenachtige dag, met gelukkig ook perioden met vrijwel geen regen en zelfs wat zon.
De streepjes op een aantal foto's, zoals bij de appelvink, zijn daar nog sporen van.

Voor deze gaai maakte dat helemaal niets uit. 
Hij ging niet alleen lekker in bad, hij kon ook aandacht aan zijn kapsel besteden.

Aan zijn verenkleed was natuurlijk goed te zien dat hij nat was.

Ook de boomklever kon zich alleen maar laten zien met een nat pak.

En wat te denken van deze groenling.
Je ziet weliswaar nu geen regendruppels, maar de badscène zorgde wel voor een bijzonder plaatje.

Toen het even wat droger werd was er plotseling een bonte vliegenvanger.
Voor mij was het pas de eerste keer dat ik deze soort vanuit een hut heb gezien.

Deze zanglijster is een soort die ik ook vanuit hutten wel vaker heb gezien.
Deze stond er mede door de verbeterde omstandigheden mooi bij.

Zoals te zien is duurde het droge weer niet lang.
Op de vogels leek dat geen invloed te hebben zolang het niet te hard regende.

Appelvinken hoorden bij de soorten die de hele dag regelmatig te zien waren.

Ik vind het altijd prettig als ik deze flink uit de kluiten gewassen vogels zie,
want in het duingebied kom ik ze nooit tegen.

Vooral de mannetjes vind ik schitterend.

Nogmaals een zanglijster, die nu een bad kwam nemen.

Eekhoorntjes hoorden ook bij de vaste bezoekers.
Ik heb geen idee hoeveel er die dag te zien waren, want er was er steeds maar een tegelijk.

Zo'n fraaie pluimstaart is niet alleen mooi en handig, maar biedt tevens bescherming tegen regen.

Ook al heb je ze al vaak gezien en ook al heb je er al veel plaatjes van gemaakt, ze blijven geweldige fotomodellen.

De regen had niet eens zoveel invloed op ze, want het leek dat druppeltjes op hun vacht bleven liggen.
Ze maakten in ieder geval geen verzopen indruk.
Even drinken hoort er natuurlijk ook bij.

Etenstijd voor een jonge grote bonte specht.
Eerder in het jaar heb ik goed kunnen volgen hoe grote bonte spechten hun jongen groot brengen.
Het enige dat ik gemist heb is het voeren buiten het nest.

Dat werd hier helemaal goed gemaakt, waardoor het plaatje compleet is geworden.
De volwassen vogel moest soms wel capriolen uithalen om het jong te voeren.

Ook al zijn de jonge vogels bijna even groot als hun ouders, gevoerd worden vinden ze in ieder geval makkelijk.
Je zou zeggen dat ze inmiddels wel voor zichzelf moeten kunnen zorgen.

Nog een paar beelden tot besluit, vooral om te laten zien hoeveel moeite de ouder moest doen,
 en hoe gemakzuchtig het jong zich liet voeren.
Het leek wel of het jong dacht:
"Ik zit hier, als ik mijn snavel open doe zie je dat wil ik eten. Stop het er maar in, en vlug een beetje,  want ik heb honger". 

Zo kom ik bij de spreekwoordelijke kers op de taart.
Een vogel waar ik stiekem al op gehoopt had.

Een sperwer.

Zoals het een goede roofvogel betaamt, was hij plotseling aanwezig, volkomen geruisloos.
Natuurlijk was zijn komst al min of meer te verwachten want het was erg stil geworden in de omgeving van de hut.

Hij landde in een boom en bleef een tijdje de omgeving bekijken.

Nadat hij onverrichter zake was vertrokken bleef het toch
opvallend stil bij de hut.
Plotseling was hij er weer, hij landde nu op een tak die dichterbij de hut was.

Ik heb geen idee of het dezelfde vogel was of wellicht de wederhelft van de eerste, maar dat boeit mij eigenlijk niet.
Ik was al blij dat ik deze prachtige jager zo goed kon zien.

Hij bleef een tijdje zitten rondkijken, maar zag dat er niets te halen was.
Ik hoopte dat hij een bad zou nemen, maar blijkbaar vond hij het al nat genoeg.
Na een tijdje hield hij het voor gezien.

Het bleef stil, er gebeurde lange tijd niets.
Omdat er later op de middag veel regen verwacht werd vonden wij het ook mooi geweest.
Een bezoek aan deze hut is wel voor herhaling vatbaar.

zondag 8 september 2024

Verrassingen


 Augustus was dit jaar voor mij de maand van de boomkikkers
Tijgerspinnen heb ik niet zo veel gezien, wel regelmatig libellen. 
Vlinders helaas nog steeds in kleine aantallen. 
Maar verrassingen heeft de natuur ook deze maand weer voor mij gehad. 
Kijk bijvoorbeeld maar eens naar dit piepkleine boomkikkertje. 
Nauwelijks meer dan 1 cm groot, niet op een boomtak, maar op een rietstengel! 
Ze houden wel van variatie zoals zal blijken.

Nauwelijks aangekomen op de plek waar ik boomkikkers hoopte te vinden, 
voelde ik dat ik niet alleen was.
Er stond een vos achter me!
Nieuwsgierig ging ze even snuffelen aan mijn rugtas, waarna ze zich uitgebreid ging zitten krabben.

Toen ze doorhad dat er niets te halen was liep ze verder het bos in, waarbij ik een stukje meeliep. 
Ze had blijkbaar jeuk aan haar achterwerk, 
want ze ging net als een hond een stukje met haar achterwerk over de grond schuren.
Toen er een vogel opvloog keek ze omhoog.

Nieuwsgierig bleef ze een tijdje omhoog kijken voordat ze weer verder liep.

Bij een boomkikker dacht ik, voordat ik ze gevonden had, altijd dat ik ze op takken van bomen of struiken moest zoeken.
Namen kunnen je op een verkeerd spoor zetten, denk maar eens aan libellensoorten als glazenmaker en paardenbijter.
Inmiddels weet ik dat hun terrein veel gevarieerder kan zijn.

Ik vond er een tweetal op rietstengels, waar ik ze nog nooit eerder had gezien.

Het silhouet van een boomkikker, zo had ik een boomkikker nog nooit gezien.
Ik heb iets vergelijkbaars wel eens in de tropen gezien maar voor Nederland was dit voor mij uniek.

Nieuwsgierig werd mijn gedrag gevolgd.

Over nieuwsgierig gesproken, zij was er weer.
Ze zocht een weg tussen de varens en was zo nu en dan goed zichtbaar.

Hier is het bewijs dat boomkikkers ook echt wel op boomtakken gevonden kunnen worden.

Met mondjesmaat was er ook nog een aantal vlinders te vinden, 
de ene soort wat talrijker dan de andere.
Achtereenvolgens:
een argusvlinder, een keizersmantel, een atalanta en een kleine vuurvlinder.

Deze zuringspanner was voor mij de vlinder van de maand en mag daarom in het groot bewonderd worden.

Een julikever, in augustus!
Daar reken je al helemaal niet op,
zeker omdat ik er ooit slechts één keer een gezien had.

Ik kreeg uitgebreid de kans om er een paar plaatjes van te maken.
Ze bleef onbeweeglijk zitten.

Hoe kan het ook anders, ze was dood.
Logisch, want het was tenslotte al augustus.
Desondanks was ik blij dat ik er weer eens een gezien had.

Weer terug naar het gebied van de boomkikkers.
Als het warm is en je begint te zweten dan komen er direct gewone goudoogdazen op je af.
Je wordt gegarandeerd gestoken als je niet oplet.
Na een halfuurtje is de jeuk bij mij voorbij, er blijft ook geen hinderlijke bult achter.

De piepkleine jonge kikkertjes klimmen regelmatig langs stengels van pitrus naar een geschikte plek om te zonnen.

Je moet natuurlijk oppassen dat je niet steeds hetzelfde soort foto's van de kikkers maakt.
Ik probeer in ieder geval te variëren, zoals met dit nieuwsgierige kleintje.

Soms zie je ze wat dieper tussen de planten op hun weg omhoog.

Zo zie ik ze meestal, op een varenblad, zich opwarmend in de zon.

Als je 's morgens te vroeg komt dan zijn ze nog niet actief.
Als de zon flink schijnt heb je ook al niet veel kans. 
Ze zijn dan opgewarmd en moeten dan weer oppassen voor oververhitting.
Alle koudbloedige dieren vertonen ditzelfde gedrag.

Ik zei het al, libellen waren er nog genoeg te zien.
Hier zijn het achtereenvolgens:
een bruinrode heidelibel, een vuurlibel en een gewone pantserjuffer.

Bruinrode heidelibellen waren het talrijkst.
Behalve de genoemde soorten waren er nog wel enkele andere soorten, 
maar deze waren in de meerderheid.

Helaas let niet iedere libel goed op.
De draden van een spinnenweb zijn soms nauwelijks te zien.

Het lijkt zo een mooi vliegbeeld, maar het is het begin van het einde voor deze heidelibel.

Boomkikkers zitten graag in bramenstruiken, zoals hier goed te zien is.
Op een dag had ik alleen mijn macrolens mee.
Als je dan een foto maakt zie je pas goed hoe klein ze zijn.

In de vroege ochtend, met macrolens, krijg je dan een heel ander beeld.
Bovendien mooi warm licht. 

En toen, voor het eerst sinds vele jaren, zag ik een boomkikker op een braam.

Het leverde mij de gewenste plaat op om mee te besluiten.

Het is duidelijk dat boomkikkers zich op heel verschillende soorten vegetatie thuis voelen. 
Ooit zag ik ze ook in duindoorns.
Ieder jaar vind ik het weer een sport om ze te vinden.
De kleintjes zijn het makkelijkst omdat die beweeglijker zijn. 
Ik heb dit jaar slechts één volwassen boomkikker gevonden.
Het totale aantal was weer wat groter dan vorig jaar. 
Hopelijk zet dit door.