De maanden september en oktober hebben een reeks min of meer vertrouwde beelden opgeleverd,
waar ik een aantal voorbeelden van zal laten zien.
Daarnaast waren er ook een paar verrassende ontmoetingen.
Van de damhertenbronst heb ik dit jaar weinig meegekregen door een vakantie elders in Nederland.
Met libellen was het in september een aflopende zaak.
Deze bruinrode heidelibel is een voorbeeld van een soort die zich nog wel regelmatig liet zien.
Ook wat vlinders betreft was het mondjesmaat, in ieder geval wat fotograferen betreft.
Icarusblauwtjes behoorden tot de soort die ik nog wel regelmatig gezien heb.
Schapen in de AWD, dat was lang gelden.
Ik kwam ze tegen op het eiland van Rolvers.
Er is dit jaar een project gestart om schapen gecontroleerd delen van het duingebied te laten begrazen.
Schapen eten meer van grassen en struiken dan damherten.
Omdat het aantal damherten is afgenomen worden schapen ingezet van 15 juli t/m 14 november om een overmatige groei van grassen wat in te perken.
Boomkikkers waren in september nog wel te vinden, al waren het er niet veel.
Boomkikkers waren in september nog wel te vinden, al waren het er niet veel.
Er was weer een boomkikker in de buurt van een braam.
Je kan niet iedere keer geluk hebben dat er een op een braam zit.
De laatste boomkikker van dit jaar zag ik op 10 september.
Volgend jaar weer nieuwe kansen.
Tijdens een wandeling met mijn vrouw werden we verrast door een goudplevier.
Het was voor het eerst dat ik een goudplevier in het duingebied zag.
Onrustig was hij niet, want opvliegen deed hij niet zolang wij er waren.
Insiders zullen zo precies kunnen zien waar ik deze jonge vos heb gezien.
Het leek dat de vos op het punt stond een prooi te vangen, maar helaas, er gebeurde niets meer.
De hierna volgende beelden laten zien dat hij volledig op zijn gemak was en af en toe ging zitten.
In het najaar trekken tapuiten langs de kust .
Het betrof hier wel een eenling.
Hij koos verschillende palen uit.
Later diezelfde ochtend zag ik er weer een, opnieuw tamelijk rustig.
Het verbaast mij niet als dit dezelfde vogel is die ik eerder die ochtend had gezien.
Het was weliswaar ongeveer een kilometer verder, maar het past wel bij de richting die de vogel opgevlogen was.
Dit waren mijn ervaringen in september.
In oktober ben ik nog wel een keer gaan kijken of er nog bronstactiviteiten waren.
Een beetje activiteit was er nog wel.
De herten deden hun best om de concurrentie met hun stemgeluid te imponeren.
Ook het bijwerken van hun bronstkuil was af en toe te zien.
Een enkeling ging even op de achterpoten staan om met zijn gewei langs hoog hangende takken te schuren.
Een beetje persoonlijke verzorging, het achterlaten van hun specifieke geur, het hoorde er allemaal bij.
Je moet wat om indruk te maken op je tegenstanders.
Een flinke pluk gras op zijn gewei zorgde er wel voor dat hij origineel was en iets bijzonders te bieden had.
Duels hoorde en zag ik ook, maar de meeste gevechten vonden op onaantrekkelijke plekken plaats of waren te ver weg.
Ze zorgden in ieder geval niet voor mooie platen.
Deze scène, waarbij de stoere herten elkaar nauwkeurig in de gaten hielden,
leverde nog het meest aansprekende beeld op.
Ik was dit jaar dus duidelijk te laat.
Wellicht volgend jaar beter plannen.