zondag 20 juli 2025

B.I.

 

Sinds 2018 ben ik gemiddeld 2 keer per jaar met Bob Isaak naar een vogelhut geweest. 
Op 7 juli kreeg ik te horen dat hij tijdens een vakantie met zijn zoon in Zwitserland plotseling was overleden. 
Ik reageerde vol ongeloof en kon nauwelijks bevatten wat er gebeurd was. 
Ook nu kan ik nog steeds niet aan de gedachte wennen dat hij overleden is en dat we niet meer samen op stap zullen gaan.
Het was zo onverwacht dat het voor iedereen die hem kende een enorme schok was,
 in het bijzonder voor zijn naaste familie.

Bob was gek op kroketten.
Zoals ik al eens eerder verteld heb was bij ons de uitspraak ontstaan:
 "Laten we een hut zoeken bij een broodje kroket".

Dat lukte weliswaar niet iedere keer maar wel als we naar de marterhut in Vledder gingen.


Behalve bunzings, steenmarters en dassen (om de belangrijkste soorten maar te noemen) zagen we daar ook deze boommarter.

Op 2 juni waren we nog samen naar de Vroege Vogelhut in Odijk geweest.
Daar zagen we ook de buizerd waarmee ik deze post ben begonnen.

Ik wil hier een impressie geven van wat wij op die dag gezien hebben.

Gaaien waren er regelmatig te zien.

Achter twee stammetjes hadden we een drumstick bevestigd, in de hoop dat daar belangstelling voor was.
Als eerste kwam daar een lichtgekleurde buizerd op af.


Uit een veel groter aantal platen heb ik dit drietal gekozen.

Behalve koolmezen en vinken was er zoals zo vaak minstens  één roodborstje.

We hebben even de illusie gehad middelste bonte spechten te zien, 
maar het bleek om jonge grote bonte spechten te gaan. 
Jammer, maar het was niet anders.

Heggenmussen zagen we vaak vlak voor de hut rondhippen.
 zoals deze jonge vogel. 
Ze zaten vaak op voor ons lastige plekken, maar dat hoort er nu eenmaal bij.

Groenlingen  had ik al een tijdje niet meer gezien. 
Hier kwamen we goed aan onze trekken.

Zwartkoppen zie ik maar af en toe. 
Het is altijd prettig als je behalve de meer gangbare soorten bij een hut ook een minder voorspelbare bezoeker ziet.

Het werd zelfs nog beter. 
Voor het eerst zag ik een tuinfluiter vanuit een hut.
De kans dat je een tuinfluiter ergens tegenkomt zonder hem te herkennen vind ik behoorlijk groot. 
Kleine bruine vogeltjes zijn er tenslotte nogal veel.

's Middags kwam er tenslotte nog een donkere buizerd langs, 
duidelijk verschillend van de buizerd die we eerder hadden gezien. 

Met zijn tweeën zorgden ze ervoor dat er weinig van de drumsticks overbleef.

Al met al waren we tevreden met het bezoek aan deze hut. 
We maakten al plannen voor een volgend uitstapje, maar dat zal er helaas niet van komen.

Tot besluit laat ik nog enkele platen zien die gemaakt zijn vanuit hutten waar we samen geweest zijn.

Drunen, 2019

Ilperveld, 2023

Ilperveld, 2023

Vledder, 2023

Waterland, 2025


Bob, R.I.P.

zondag 6 juli 2025

Zwaantjes


Als je een broedende zwaan op het nest ziet zitten is het verstandig om wat afstand te houden, 
zeker als het mannetje ook nog in de buurt is. 
Als de zwaantjes uit het ei gekropen zijn is het nog meer oppassen. 
Ik heb wel gemerkt dat het verschil maakt of de zwanen in de vrije natuur voorkomen 
of dat ze wat meer aan mensen gewend zijn. 
Voorzichtigheid blijft echter altijd belangrijk.

Dit jaar had ik geluk.
Op het terrein van mijn schoonzus was een paartje knobbelzwanen gaan nestelen op een plek
 waar ik mijn auto tamelijk dichtbij het nest kon parkeren.
 Vanuit de auto ben je blijkbaar niet bedreigend en loop je geen risico te worden aangevallen.

In 2013 had ik nog meer geluk. 
Ik was namelijk op tijd om een aantal kleine zwaantjes uit het ei te zien komen.

Een paar uur later waren er al enkele zwaantjes behoorlijk opgedroogd.

Een dag later, droog en veilig onder moeders vleugel. 

Dit jaar was ik weliswaar op tijd bij het nest, maar een dag eerder was nog beter geweest. 
Je moet echter blij zijn als je zo'n kans krijgt, je kan niet alles hebben.
Bij het naar het nest rijden werd ik al snel opgewacht door het blazende mannetje, maar daar bleef het bij. 
Toen ik geparkeerd had keerde de rust terug.

De zwanen hadden overal takken vandaan gesleept die nogal eens hinderlijk in beeld kwamen.
Je gaat echter niet de auto uit om ze even weg te halen. 😀

En daar zitten ze dan, een dag oud, nieuwsgierig om zich heen kijkend, op 2-3 meter afstand van de auto.

Wat zijn ze in een dag al veel veranderd.

Bij windkracht 4 moet je ook nog rekening houden met bewegende rietstengels,
die vaak in beeld kwamen en bovendien voor ongewenste schaduwen zorgden.

Bescherming bij moeder zoeken hoort er ook bij, zeker als je de jongste en kleinste bent.

Aanvankelijk bleven ze dichtbij moeder zwaan, vooral net nadat ik mijn auto had geparkeerd.
Langzaam maar zeker durfden ze meer.

Hier durfden ze al een meter van het nest weg te gaan, waarbij er één duidelijk het meeste lef had.

De durfal was al wat verder.
Hier is goed te zien hoeveel takken er rond de zwaantjes op de grond lagen.

Voor dit zwaantje was het een echte avontuurlijke ontdekkingsreis.
Het is natuurlijk jammer dat ik geen plaatjes kon maken vanuit een lager standpunt, 
maar ik had genoeg ontzag voor de rondscharrelende vader zwaan.

Deze pul kwam hier tot minder dan 2 meter van de auto. 
Ik moest mijn 200 mm lens gebruiken om deze platen te kunnen maken.
Beeld van bovenaf moet je dan maar voor lief nemen.

Hier was ik weer terug naar mijn 100-400 mm lens, want lang op dezelfde plek blijven was er voor de jeugd niet bij.
De auto had ik inmiddels op een iets andere plek neergezet.

Nog een laatste plaat van dag 1.
Toen er niet veel meer gebeurde ben ik naar huis gegaan.
Ik ben er 's middags ongeveer van half 3 tot 4 uur geweest.
De volgende dag hoorde ik dat het gezin om ca. 5 uur het nest had verlaten en het water was ingegaan. 

De volgende morgen ben ik nog eens gaan kijken. 
De familie was niet op een fotografisch aantrekkelijke plek te zien. 
Het tij keerde echter en gedurende een minuut of 20 waren ze behoorlijk goed te zien, zwemmend in de brede sloot.

Omdat ze in die sloot waren kon ik nu wel de auto uit,
natuurlijk de ouders goed in de gaten houdend.

De kleintjes slobberden rustig in het water

Dit was wel wat ik wilde.
Moeder zwaan bleef bij haar kroost in de buurt, 
vader zwaan kwam steeds dichterbij bij de oever waar ik was naar wat eetbaars zoeken, heel rustig.
Moeder was niet gediend van mijn aanwezigheid, want toen zij naar dezelfde oever zwom begon ze direct te blazen.
Ik ben toen wel even wat verder achteruit gegaan.
Ze had haar punt gemaakt, verder niets aan de hand.
Ik kon zelfs weer wat dichterbij komen.

Het is wel opvallend hoe hun donskleed al snel vervuilt, binnen een dag.

De familie verplaatste zich voortdurend slobberend of op een andere wijze wat eten zoekend door de sloot.

Zo hebben ouders het graag.
Toen moeder wat verder zwom volgden haar kinderen allemaal braaf.

Geen twijfel mogelijk, de ouders beschermen de kleine zwaantjes optimaal.

Ze zwommen verder, steeds verder bij mij vandaan.
Wie weet krijg ik volgend jaar een nieuwe kans.

Door mijn vakantie ben ik een tijd niet actief geweest met bloggen.
Vanaf 7 juli zal ik weer blogs gaan bekijken.