woensdag 31 maart 2021

Zuidpier - Januari 2021

Het ene bezoek aan de Zuidpier van IJmuiden is het andere niet.
Ook al heb ik al het een en ander laten zien van de maand februari, januari mag niet overgeslagen worden.

Mijn volgers weten inmiddels wel dat bij mij de Lightbox in Google Chrome niet werkt.

Er zit niets anders op dan op iedere foto te klikken als je een vergroting wilt zien.

Sorry, ik heb nog steeds geen beter alternatief.

Scholeksters zijn vaste gasten bij de Zuidpier.


Hetzelfde geldt voor oeverpiepers.

 
Ze maken het je echter niet makkelijk als je er een plaatje van wil maken, 
want ze zijn over het algemeen erg druk bezig met van alles en nog wat. 
Daar hoort bij dat ze overal maar heel kort blijven.


Interessanter wordt het als er kuifduikers (Podiceps aurituste zien zijn, een soort die je hier niet jaarlijks ziet.

Ik had deze kuifduiker liever aan de andere kant van de pier gezien, 
want dan valt het licht mooier op de vogels.
Desondanks is het rode oogje mooi te zien.
Zwarte zee-eenden (Melanitta nigra) zitten meestal verder weg dan ik zou willen.
Dat was ook deze keer het geval.
Behalve mannetjes waren deze keer ook de vrouwtjes van de partij.
Ze zijn meer bruin dan zwart, zoals de mannetjes.
Ik trof het goed met sneeuwgorzen (Plectrophenas nivalis).
Deze gors scharrelde wat tussen de begroeiing op het strand in de vroege ochtend.
Wat ochtendgymnastiek tussendoor.
Roepen om gezelschap hielp niet: er kwamen geen andere gorzen om deze eenling gezelschap te houden.
Toen ik weer terugkwam van een wandeling over de pier waren er meerdere sneeuwgorzen.
De kleuren waren in het zonnetje veel warmer dan in de schaduw.
Deze gors hield er wel van om even in de spotlight te staan.
Terug naar de schaduw.
Er was een groepje van zo'n zes sneeuwgorzen, 
waarvan deze de moeite nam om even dichtbij te komen.
Nog een laatste, voordat ik naar de slotbeelden ga.
Jammer dat deze vogels hier nooit in hun zomerkleed te zien zijn.
Ik kan het weten, want ik heb ze ooit in de zomer in IJsland gezien.
De laatste platen zijn van een drieteenstrandloper (Calidris alba).
Ook ik heb flink moeten onderbelichten,

Het zonlicht was in januari al flink hard en fel, dus onderbelichten was absoluut noodzakelijk.
Zo krijg je weer eens wat andere platen van dit populaire vogeltje.
Drieteentjes lopen graag op de grote rotsblokken die als versteviging van de pier gebruikt worden.
 Dat geeft je de kans om er op een makkelijke manier plaatjes van te maken als je ze toch op ooghoogte wilt fotograferen.


Inmiddels ben ik nog twee keer naar de Zuidpier geweest, 
maar het is er nog niet van gekomen om de beelden uit te zoeken.

Maar eerst aandacht voor deze schoonheid:

dinsdag 23 maart 2021

AWD - Februari 2021

Behalve beelden van de winterse periode van februari was er af en toe nog wel wat meer te zien.
Voor mij was de kleine bonte specht (Dryobatus minor) de verrassing van de maand.

Mijn volgers weten inmiddels wel dat bij mij de Lightbox in Google Chrome niet werkt.

Er zit niets anders op dan op iedere foto te klikken als je een vergroting wilt zien.

Sorry, ik heb nog steeds geen beter alternatief.

Tijdens een wandeling in een heel rustig gedeelte van de AWD hoorden we deze specht ijverig kloppen op een stam.
Aanvankelijk zat hij aan de, van mij uit gezien, rechterkant van de boom.
Niet helemaal ideaal, maar ik was al blij dat we deze vogel zagen.
De startfoto laat zien dat ik uiteindelijk toch helemaal tevreden kon zijn.
Grote zilverreigers (Ardea Alba) zie ik de laatste tijd wel vaker in dit gebied.
Meestal zijn ze heel oplettend en niet makkelijk te benaderen.
De wintermaanden eisten wel hun tol. 
Twee keer zag ik een dode grote zilverreiger, waarvan er een al door vermoedelijk een vos was aangevreten. 
De poten lagen namelijk los van het lichaam.
Een dodaars (Tachybaptus ruficollis) krijg je niet zo makkelijk op de foto,
zeker niet als je niet vanuit een schuilhut fotografeert.
Dit minifuutje is zeer schuw en verstopt zich graag tussen het riet.
Deze kuifeend (Aythya fuligula)  trok mijn aandacht door zijn opmerkelijke witte verenpak.
Vergelijk hem maar eens met een soortgenoot in de meer gebruikelijke kleurenverdeling.
Slobeenden (Spatula clypeata) zie ik in de AWD meestal alleen maar van een flinke afstand. 
Ze zijn dan vaak erg schuw en gaan bij het minste of geringste op de vleugels.
Dit mannetje had maar één doel, nogal voorspelbaar .......
Achter het vrouwtje aan, dat bij hem wegzwom.
Het slotakkoord is voor de brilduiker (Bucephala clangula).
Ik vind ze mooi en laat ze misschien wel te vaak zien op mijn blog.
Toch krijgen ze weer alle aandacht, omdat ze die deze keer ook weer verdienen vind ik.
Hier is zijn partner.
Zoals bekend zijn het mannetje en vrouwtje heel verschillend.
Als er maar een beetje zon is en de temperatuur niet te laag krijgt het mannetje lentekriebels, 
zeker als er een concurrent in de buurt is.
Met dit gedrag probeert hij de aandacht van het vrouwtje te trekken.
Hij trof het, want zij leek geïnteresseerd toe te kijken.
Hij wist van geen ophouden.
Hij vond zelfs nog tijd om zijn verenpak wat op te poetsen.
Je moet toch een beetje knap voor de dag komen als je indruk op je partner wilt maken.
Plotseling werd de rust verstoord.
Een ander mannetje had belangstelling voor zijn vrouwtje.
Dat kon hij niet tolereren, de indringer moest natuurlijk weggejaagd worden.
Hij hield niet van half werk.
Als het niet boven water kon, dan maar grotendeels eronder.
De indringer had al gauw door dat hij geen kans maakte.
Hij ging ervandoor.
Volgende keer beter.
Hij ontsnapte ternauwernood aan zijn belager, die hem nog bijna bij zijn staart pakte.
Zo snel mogelijk zocht hij een veilig heenkomen en verdween naar een ander kanaal.

De rust keerde terug.
Het is inmiddels maart, een enkele brilduiker en grote zaagbek is nog niet vertrokken naar het noorden.
Het is een stille maand, zoals maart eigenlijk altijd is in het duingebied.
Wij wachten nu op de zomergasten.

maandag 15 maart 2021

19 Februari Wisenten

Wisenten behoren tot de dieren die onlosmakelijk met Midden- en Oost-Europa te maken hebben. 
Ze leefden in de Kaukasus en in het oerbos van Bialowieska. 
De soort die in de Kaukasus leefde is inmiddels uitgestorven. 
Van de laaglandwisenten  (Bison bonasus bonasuswerden er in 1919 nog wel sporen gevonden maar levende wisenten zag men daar niet meer.
In wildparken waren nog slechts 7 dieren over.
Via fokprogramma's is het aantal weer toegenomen. 
In een aantal wildparken in verschillende landen zijn er inmiddels weer wisenten in het wild uitgezet. 
In 1952 kwamen ze weer terug in het oerbos van Bialowieska.
  In Nederland werden ze o.a. in 1975 uitgezet in het Natuurpark Lelystad en in 2007 op het Kraansvlak, 
deel uitmakend van het Nationale Park Zuid-Kennemerland.

Mijn volgers weten inmiddels wel dat de Lightbox in Google Chrome niet werkt.

Er zit niets anders op dan op iedere foto te klikken als je een vergroting wilt zien.

Sorry, ik heb geen beter alternatief
Als je geluk hebt kan je de wisenten zien langs het pad dat op het Kraansvlak is uitgezet.
Het pad nodigt toch al uit tot een mooie duinwandeling, maar de wisenten geven er wel een extra tintje aan.
Succes is echter niet verzekerd.
Tijdens onze eerste wandeling van het winterseizoen, in november, zagen we ze niet, maar tijdens de tweede wel.
In de verte zagen we op een hoogte in het duin een wisent op de uitkijk staan.
Vrijwel aan het eind van het wisentenpad, aan de kant van Zandvoort, troffen we de andere 12 dieren, 
die rustig stonden te grazen.
Natuurlijk keken ze ons onderzoekend aan.
Je moet er niet aan denken als zo'n oerrund zich aan je stoort en op je af komt denderen.
Gelukkig waren ze zeer ontspannen.
Er wordt geadviseerd minstens 50 meter afstand te houden, maar ongemerkt waren we toch wat dichterbij gekomen.
Natuurlijk let je steeds goed op hoe de dieren zich gedragen.
Ze waren heel duidelijk op hun gemak en gingen rustig door met grazen.
Om de dieren niet te verontrusten hebben we wel meer afstand genomen.
Dit is een beeld zoals we dat het grootste deel van de tijd dat we er waren zagen.

Wisenten zijn grote grazers die het terrein open houden omdat ze voorkomen dat struiken en bomen het laten dichtgroeien.
Natuurlijk zorgen ze ook voor een aanzienlijke hoeveelheid mest.
Ook de tamelijk jonge dieren stralen uit dat ze niet met zich laten spotten.
Het is overigens heel prettig dat men niet besloten heeft om de dieren een oormerk te geven.
Één koe heeft een band met zender om de nek.
De zender werkt overigens allesbehalve optimaal.
Van 1 maart tot 1 september mag je het gebied niet meer in, omdat dan de kalveren geboren worden.
In een aantal landen - onder andere Polen, Rusland, Wit-Rusland, Oekraïne - leven de dieren weer in het wild. 
In de oerbossen van Bialowieska krijgen ze weer met een nieuwe bedreiging te maken.
De Poolse regering laat delen van het oerbos kappen, omdat men vindt dat de letterzetter (lps typographus), een kevertje, een bedreiging zou zijn voor de bossen (in het bijzonder voor de fijnsparren).
Het Nationaal Park Bialowieska behoort tot het Unesco natuurwerelderfgoed.
Ondanks dat het Europese Hof van Justitie een noodverbod op houtkap heeft opgelegd, omdat de biodiversiteit van bossen veel meer bedreigd wordt door de houtkap dan door de letterzetter, gaat deze houtkap toch door.
De Poolse regering lijkt commerciële belangen zwaarder te laten wegen.
Het hek op de achtergrond - 1.20 meter hoog - maakt duidelijk dat je de dieren toch van dichtbij kan zien als je langs het hek wandelt als het wisentenpad in het voorjaar en de zomer niet toegankelijk is.
Samen met een viertal Schotse Hooglanders en een kudde Konikpaarden houden de wisenten het duingebied zodanig onder controle dat het niet dicht kan groeien.
Daarnaast is het voor ons een geweldige kans om wisenten van dichtbij te zien.
Nog belangrijker is dat de dieren die op de Rode Lijst staan tegen uitsterven beschermd werden en worden.