In de maanden augustus en september zie je in het duingebied het aantal vlinders en libellen afnemen.
Veel trekvogels zijn al aan hun reis begonnen en wat vogels betreft zie je daardoor voornamelijk de gebruikelijke bewoners.
Bij deze maanden horen ook spinnen, waarbij mijn aandacht zoals ieder jaar vooral uitgaat naar tijgerspinnen.In augustus ging ik op zoek naar boomkikkers, maar die vond ik aanvankelijk niet.
Op een boomtak zat wel een bruin kikkertje (Rana temporaria) met naast zich een insect dat veel lijkt op een eendagsvlieg.
Ook al heet hij bruine kikker, hij toonde zich een echte boomkikker.
In de steeds krachtiger wordende zonnestralen zat hij zich op te warmen.
En jawel, er waren toch nog enkele echte boomkikkers (Hyla arborea).
Ik vond er een drietal.
Al met al heb ik er dit jaar erg weinig gezien.
En nu maar gissen naar de verklaring.
Zuidelijke spitskopjes (Conocephalus fuscus) daarentegen waren volop aanwezig,
in tegenstelling tot hun grote familielid de grote groene sabelsprinkhaan.
Het voelde toch wat verontrustend dat er zo weinig grote sprinkhanen te zien waren.
Bij de spitskopjes verbaas ik mij telkens weer over de in verhouding enorm lange voelsprieten.
Sommige soorten leren het nooit.
Juffers laten zich telkens weer verleiden door zonnedauw.
Deze watersnuffel (Enallagma cyathigerum) had een voorkeur voor de bloemknoppen van de ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia).
Enkele juffers en libellen horen echt bij de nazomer,
zoals heidelibellen en de hier afgebeelde bruine winterjuffer (Sympecma fusca).
En daar is zij dan, een vrouwelijke tijgerspin (Argiope bruennichi).
In de AWD gedijen ze goed.
Het is altijd boeiend om te zien hoe ze een prooi vangen en in hoog tempo inpakken.
Eenmaal gevangen heeft een juffer of sprinkhaan geen schijn van kans.
Ik heb ze in de loop der jaren vaak gefotografeerd, maar steeds ben ik weer op zoek naar een originele plaat.
Of mij dat gelukt is betwijfel ik.
Ik had op 8 augustus een plek gevonden waar niet alleen veel spinnen waren maar zelfs al enkele cocons.
Ook teken (Ixodida) vonden het een aantrekkelijke habitat want thuisgekomen vond ik er 11 op mijn lijf.
Gelukkig had ik dat snel door en heb er geen last van gehad.
Het scheelt wel als je er alert op bent en ze binnen 24 uur verwijderd,
als ze nog nauwelijks groter dan een speldenknop zijn.Roodborsttapuiten (Saxicola rubicola) horen echt bij het duingebied.
Alleen in de wintermaanden zie ik ze weinig.
Als een blauwvleugelsprinkhaan (Oedipoda caerulescens) zijn vleugels spreidt bij een sprong,
zie je pas hoe mooi hij is.
Het is mij helaas nog nooit gelukt om die blauwe vleugels op de foto te krijgen.
Icarusblauwtjes heb ik de laatste tijd wel vaker laten zien.
Ze behoren tot de weinige vlinders die ik regelmatig ben tegengekomen.
Hier heb ik al jaren op lopen azen: een tijgerspin bij haar cocon.
Het maken van zo'n cocon is een geweldige prestatie van de spin.
Ze bewoog nog maar heel traag en zal ongetwijfeld vlakbij het eind van haar leven zijn geweest.
Deze plaat heb ik in 2014 gemaakt.
Ik had mij toen niet gerealiseerd hoe bijzonder het was.
De spin is waarschijnlijk ergens door gestoord geweest en heeft haar werk onderbroken,
waardoor de oranje eitjes zichtbaar waren.
Een dag later zag ik dat ze haar werk niet had afgemaakt.
Ik heb dit nooit meer gezien.
Het zijn echte standvogels die je vaak in het gebied ziet.
Ze bedelden voortdurend bij hun ouders om voedsel, terwijl ze dat ongetwijfeld zelf ook wel konden vinden.
Tafeleenden (Aythya ferina) zijn meestal in gezelschap van krakeenden, kuifeenden en meerkoeten te vinden.
Deze kleine was helemaal alleen en dook regelmatig onder zoals het een dodaars betaamt.
Een andere jonge dodaars zocht hem/haar op een gegeven moment op.
Een andere jonge dodaars zocht hem/haar op een gegeven moment op.
Waarschijnlijk zijn ze uit hetzelfde legsel afkomstig.
Met een bijzonder en opvallend beeld sluit ik deze editie af.
Waternet, de beheerder van de AWD, heeft in september bodemonderzoek gedaan met behulp van een helikopter waaronder meetapparatuur hing.
Het doel was op innovatieve wijze de bodem in kaart te brengen en na analyse geschikte locaties te vinden voor uitbreiding van de drinkwatervoorziening.
Daarnaast heeft het onderzoek ten doel om vanuit de lucht nieuwe kansen voor natuurontwikkeling te onderzoeken.
De laatste meetdatum was op 13 september, toevallig de dag dat ik dit gezien heb.
De helikopter vloog volgens een bepaald patroon over het gebied en ik heb hem dan ook meerdere keren over zien vliegen.
Voor geïnteresseerden is op deze website hierover meer te lezen:
https://awd.waternet.nl/beheer/projecten/65-bodemonderzoek-met-helikopter/#/