zaterdag 7 november 2020

AWD - Oktober 2020




Oktober is de maand van de damhertenbronst, van paddenstoelen en van de komst van wintergasten. 
Deze onderwerpen zullen stuk voor stuk, de een wat uitgebreider dan de ander, aan bod komen.

Het duo gewone vuurzwammetjes (Hygrocybe miniata) mag het bal openen.
 


Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.

Maar…… de lightbox werkt bij mij in Google Chrome niet. 

Als je ze toch groter wilt zien moet je stuk voor stuk op elke foto klikken.

Bloggers wegen zijn nog steeds ondoorgrondelijk.









Heksenboter (Fuligo septica) heb ik kort geleden ook al een keer laten zien, maar deze exemplaren vond ik mooi genoeg om in deze post op te nemen.

Zoals zo vaak was ik op zoek naar iets heel anders, maar als dat niet lukt blijkt er vaak iets anders voor in de plaats te komen.




De gele kleur knalde er wel uit in een omgeving waar bomen en verdorde varens overheersten.
Grote parasolzwammen (Macrolepiota procera) kan je niet over het hoofd zien, 
en zeker dit exemplaar niet dat een hoed van ca. 20 cm had. 
Ik heb ze ooit gezien met een doorsnede van 30 cm.
Het damhert (Dama dama) liep zonder op of om te kijken op een vroege, zonnige morgen voorbij.
Hij was in gedachten leek het.
Hij kwam wat futloos over, wellicht een blauwtje gelopen. 
Andere herten lieten zich in de wijde omgeving duidelijk horen.
Zandtulpjes (Peziza ammophila) waren het doel van een wandeling naar de woestijn.
Ik vond ze al gauw, waarbij ze in de schaduw toch heel anders ogen dan in de zon.
Mijn macrolens was in de revisie, dus ik moest het doen met mijn 18-200 mm lens.
Het viel mij niet tegen, hoewel het met de macrolens ongetwijfeld beter gegaan zou zijn.
Door heel voorzichtig het zand wat weg te halen werd een klein beetje steel zichtbaar.
Als het zonlicht er doorheen valt zien ze er weer anders uit.
Van dit zeldzame zwammetje, dat in het duingebied zijn habitat heeft, vond ik  in totaal zo'n 20 exemplaren.
Zoals altijd waren de duinfranjehoedjes weer ruim vertegenwoordigd.
Een betrekkelijk zeldzame bewoner van het duin is de duinstinkzwam (Phallus hadriani).
Tussen het helmgras vond ik er een tiental, op een paar na allemaal in staat van verval.
Een enkeling stond vrij genoeg om er een plaatje van te maken.
Dit was duidelijk de jongste van het stel.
Met een beetje moeite kon ik hem zo fotograferen dat hij niet in de volle zon stond.
Op de terugweg viel mij deze zwam op, in eerste instantie door de kleur.
Het bleek een dennenvoetzwam (Phaeolus schweinitziite zijn.
Ik kende deze zwam niet, maar vond vooral de vorm wel interessant.
Op een andere dag zag ik deze aalscholver (Phalacrocorax carbo) op een paal zitten om zijn veren te drogen.
Op zich niet zo heel bijzonder, maar hij stond er wel mooi bij.
Ik had liever wel een andere achtergrond gehad.
En hoe moet je dit uitleggen?
Word ik uitgelachen of zat de aalscholver uitgebreid te gapen?
Ik was die morgen op zoek gegaan naar zwartwordende wasplaatjes (Hygrocybe conica).
Ik heb ze gevonden en was vooral met dit plaatje heel tevreden.
Er waren er nog meer, maar helaas waren de volledig zwarte al te ver in een vervallen staat.
Op een andere plek vond ik er nog meer.
Deze was al veel groter, en de kleur begon al meer richting zwart te neigen.
Kortom, nog steeds niet de volledig zwarte, misschien nog in november.
Waarneming.nl stelt als naam voor dit zwammetje schubbige fopzwam (Laccaria proxima) voor .
Het zwammetje stond moederziel tussen mosjes.
Ik had al voortdurend koperwieken en kramsvogels zien vliegen, 
dus een poging wagen om ze te fotograferen lag voor de hand.
En voilà, een kramsvogel (Turdus pilaris) en zo waar in de vlucht.
Ik had geluk dat ik een aantal kramsvogels goed kon benaderen door via een dalletje en verscholen achter begroeiing dichterbij te komen.
Daar kon ik enkele kramsvogels goed zien, snoepend van de bessen.
Zo zat het eens een keer volledig mee, want deze vogels geven niet zo makkelijk zulke kansen om ze te benaderen.
Het maakt ook duidelijk waarom ze naar Nederland afgezakt zijn.
Nog eentje om te laten zien hoe mooi ze zijn in deze entourage in het zonlicht.
Nog een plaatje van de swingende gewone vuurzwammetjes waarmee ik deze post begonnen ben. 
Libellen waren er niet veel meer in oktober.
Een van de weinigen die ik nog zag was op een blad in het water terecht gekomen.
Jammer, maar helaas.

Oktober, damhertenbronst.
Hoog tijd om er iets van te laten zien.
Wat heb ik dit veel gezien, indrukwekkend!
Ze waren aan het burlen (of beter gezegd knörren zoals het genoemd schijnt te moeten worden)
of hun leven ervan af hing.
Hier draait alles om: het veroveren van de hindes.
Of deze aanpak gewerkt heeft betwijfel ik want de hinde was razendsnel en volgens mij buiten bereik van dit begerige hert.
Ik heb het dit jaar zó mooi meegemaakt dat ik er een aparte post aan zal wijden.
Dit hert kwam al burlend uit een dalletje tevoorschijn: ik zat op de eerste rij.
Op een dag waren er tientallen herten, veel gevechten en één toeschouwer.
Wat wil je nog meer?


zaterdag 31 oktober 2020

Marters

Het heeft wat langer geduurd dan ik had verwacht maar hier zijn ze dan:
 de steenmarter en de boommarter.
Het is en blijft een bijzondere ervaring om in het donker wild te observeren en te fotograferen.
Ik kan het iedereen aanraden, al is het wel wat kostbaar vergeleken met andere hutten (info: Wildernistrek )
Fotograferen is daar een kunst op zich.
Er wordt weliswaar verlicht, maar ik heb voornamelijk gefotografeerd met ISO 6400 - net als bij de beelden van de egel en kerkuil in een vorige post - en bovendien enkele stops onderbelichting om een geschikte sluitertijd te krijgen.
In de nabewerking kan je wel weer corrigeren voor de onderbelichting.
Het speelt natuurlijk bovendien een rol hoe gevoelig je lens is. 
Mijn maximale diafragma was overigens 5,6.
  

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.

Maar…… de lightbox werkt bij mij in Google Chrome niet. 

Als je ze toch groter wilt zien moet je stuk voor stuk op elke foto klikken.

Bloggers wegen zijn nog steeds ondoorgrondelijk.


Ik ben begonnen met een steenmarter.
Hier is dan de boommarter (Martes martes) die ik nog nooit eerder had gezien.
 De oren zijn duidelijk groter dan van de steenmarter en daarnaast is de gelere borstvlek een goed middel om ze te onderscheiden.
Marters en bunzings zijn gek op eieren.
Er zijn er daarom een aantal verstopt.
De marters weten natuurlijk precies waar ze moeten zijn, want ze komen hier dagelijks.
Toen wij net gekomen waren zagen we in de schemer bunzings heen en weer schieten.
Toen de verlichting aan ging zagen we nog één keer een bunzing snel verdwijnen, maar terugkomen was er niet meer bij,
in tegenstelling tot bij een eerder bezoek.
Voordat de boommarters zich lieten zien hield een egel ons een tijdje bezig, zoals ik in een eerdere post al heb beschreven.
Maar als er dan een boommarter prachtig in beeld komt is het duidelijk waarom je gekomen bent.
Wat een schitterende dieren.
Nadat de boommarters weer verdwenen waren  bleven egels actief, 
terwijl er ook nog als volstrekte verrassing een kerkuil opdook, zoals ik al eerder heb laten zien.
Maar ook de steenmarters (Martes foina) kwamen op het voer af.
Ze zochten naar eieren en naar ander verstopt lekkers.
Je weet nooit wanneer ze komen maar ze schijnen werkelijk iedere avond te verschijnen.
Gelijk hebben ze, want er is altijd iets te eten.
Ook dassen zijn er regelmatig te zien, maar niet op deze avond.
De marters waren heel erg waakzaam en watervlug.
Onverwacht doken ze uit de duisternis op, waarbij hun kop en borst mooi verlicht werd.
Het kon soms een flinke tijd duren voordat er weer een marter opdook.
Geduld werd echter keer op keer beloond.
Egels, ratten en de kerkuil zorgden voor zoveel afleiding dat je toch geen kans kreeg om je te vervelen.
Waakzaam moest je uiteraard voortdurend zijn.
De neus van steenmarters is wat meer vleeskleurig terwijl die van volwassen boommarters zwart is. 
Om het makkelijk te maken is de neus van jonge boommarters ook vleeskleurig.
Je hoeft natuurlijk niet iedere keer maximaal in te zoomen.
Het verschil tussen beide soorten marters is zo mooi te zien.
Na een tijdje zonder actie was er ineens weer een boommarter, 
op zoek naar iets eetbaars in de holle boomstam waar ook steenmarters en bunzings graag zochten.
Ze scharrelden ook even vóór de boomstam.
Op een gegeven moment dook er één net naast het venster van de hut op, vlakbij dus, 
maar zo onverwacht dat het niet lukte om er een plaatje van te maken.
Zo krijg je weer een heel ander beeld, als je de omgeving er meer bij betrekt.
Je kan aan de kop goed zien dat het geduchte roofdieren zijn.
Ze worden niet bedreigd, maar er kan flink op gejaagd worden als ze overlast veroorzaken.
Wat een bijzonder moment als er twee tegelijk verschijnen. 
Je hoopt dan dat ze op hetzelfde moment onze kant op kijken maar dat zat er niet in.
Uiteindelijk werd het erg rustig en werd het tijd om naar ons vakantieverblijf te gaan dat gelukkig in de buurt lag.
In de omgeving was het al flink mistig geworden maar daar hadden we in de hut niets van gemerkt.

Het was opnieuw een bijzondere avond geworden.