vrijdag 29 januari 2016

Op glad ijs

Hebben wij de winter van 2015-2016 al achter de rug?
In het westen van Nederland heeft het enkele dagen voldoende gevroren om een laagje ijs op het water te vormen.
Je moest er snel bij zijn om vogels te kunnen fotograferen die zich op het ijs bevonden.
Wilde ganzen waagden zich op het ijs, knobbelzwanen ook.

Ik laat eerst de belevenissen zien van een aantal knobbelzwanen.
Het begon rustig.
Behalve dit tweetal tamelijk jonge knobbelzwanen zwommen er grote zaagbekken, krakeenden en wilde eenden rond het ijs.
De rust werd verstoord door een tweetal volwassen knobbelzwanen, waarvan er hier één een landing maakt op het ijs.
De mannelijke nieuwkomer ging direct achter de twee jonge zwanen aan, die uit het water de kant op vluchtten. 
Hij er dreigend achteraan als een echte macho.
Wilde hij zijn vrouwtje imponeren?
Hij wilde duidelijk laten zien dat hij nu de baas was en dat hij hun aanwezigheid niet tolereerde.
Ook al stond ik er behoorlijk dichtbij, geen enkele zwaan keurde mij een blik waardig.
De jonge zwanen zochten het ijs weer op en baanden zich zo goed en kwaad als ze konden een weg naar een veilige plek.
De mannelijke uitdager staakte zijn reeds ingezette achtervolging en zocht zijn partner op.
Hielden zij crisisoverleg?
Hun plan van actie was duidelijk: AANVALLEN!
Het viel echter niet mee. Het ijs was niet erg dik en de zwanen zakten er steeds door.
Eén van de jongere dieren vluchtte uit het wak, het ijs weer op.
De jacht werd nu met volle overgave geopend.
Een niets ontziende aanval met de nodige glijpartijen was het resultaat.
Spannend!
Door al dat geweld ging het toch nog vrij dunne ijslaagje kapot.
Met enige moeite was de uitdager ook op het ijs geklommen en zette opnieuw de achtervolging in.
Je kunt je wel voorstellen dat de jonge zwaan hier niet blij mee was.
Door hun krachtige afzet trapten ze beiden door het ijslaagje heen.
De jonge zwaan ontsnapte en ging op de wieken.
De achtervolger stelde zich hiermee tevreden en landde al weer gauw.
De tweede jonge zwaan was intussen aan de overkant van het kanaal de kant op gevlucht.
Voorzichtig waagde hij zich zo onopvallend mogelijk weer in het water en daarna op het ijs.
Dat was een misrekening want hij werd al snel opgemerkt door de tweede nieuwkomer.
Toen dezer dreigend achter hem aan kwam wist hij het wel.
WEGWEZEN!
De beide jonge vogels landden kort na elkaar een paar honderd meter verder weer op het ijs.
Ze gleden hierbij een aantal meters over het ijs, zoals ik later zag aan de glijsporen.
Misschien was het ijs daar wat dikker, want ze zakten er niet doorheen.
Ze kwamen er tot rust en gingen, nadat ze zich grondig gepoetst hadden, eens lekker een dutje doen.
Ook het paar dat het wak had overgenomen besteedde uitgebreid aandacht aan een opknapbeurt.
De rust was volledig teruggekeerd, het leek wel of er niets gebeurd was.
Waarom verdroegen ze elkaar niet?
Er was plaats genoeg voor beide stellen.

Wilde zwanen en knobbelzwanen zijn ook geen vrienden.
De wilde zwanen waar ik nu een aantal beelden van laat zien hadden het rijk alleen.
Ik heb ze op een andere dag op een andere plek gezien.
Hoe sereen wil je het hebben?
Kort nadat ik ze een poosje had bekeken stonden ze op.
Blijkbaar hielden ze niet van een paparazzo.
Ook als je denkt dat ze slapen weten ze heel goed dat je er bent.
Een meevaller was dat ze ook van een zonnetje hielden, want ze zochten een plek op waar het licht veel warmer was.
Samen maakten de twee volwassen vogels een korte ochtendwandeling.
De jongste van het drietal hield het voor gezien en besloot een andere plek te gaan zoeken.
De twee volwassen zwanen volgden even later zijn voorbeeld.

Ik hoop dat dit niet alleen een lang verhaal geworden is, maar ook dat het heeft kunnen boeien.
Voor mij behoren deze twee momenten beslist tot de hoogtepunten van de huidige "winter".

zaterdag 23 januari 2016

AWD - januari 2016 deel 1

Normaal gesproken maak ik een overzicht met de mooiste en/of meest bijzondere beelden van een maand.
Januari heeft tot nu toe al zo veel te bieden dat ik besloten heb om er twee overzichten aan te wijden.
De eerste twee weken, waar het nu over zal gaan, kenmerkten zich in het westen van Nederland door enkele zonnige dagen,
die afgewisseld werden door veel dagen met wind en regen. 
Aan de hand van de beelden die ik nu laat zien kan dus de volledig verkeerde indruk ontstaan dat het twee prachtige weken waren.

Grote zaagbekken zijn al een aantal weken ruim vertegenwoordigd in de AWD.
Bovenstaande opname is gemaakt op een vroege ochtend, toen de zon nog maar net op was.
Daardoor hebben de buik en borst van de vogel de boterkleurige tint gekregen.
Knobbelzwanen behoren tot de vaste bewoners.
Bij wijze van uitzondering zwom er een alleen.
Kraaien duiken niet zo vaak in een blog op.
Daar zorgen ze ook zelf voor omdat ze vaak moeilijk te benaderen zijn.
Deze kraai werkte mee en bleef lange tijd in een struik naast mijn pad zitten.
 
De gele kwikstaart had ik graag van wat dichterbij gefotografeerd.
Omdat ik hem zelden goed kan fotograferen krijgt hij deze keer toch een plek omdat ik het een mooie waarneming van een wintergast vind.
Dit jonge damhert is gezegend met een vlotte stoelgang.
Terwijl hij van de duindoorns snoept komen de onbruikbare bestanddelen er bij wijze van spreken direct weer uit.
Kuifeendjes zijn ook stamgasten in de AWD.  Ze horen bij het "meubilair".
Deze keer zijn de mannen aan de beurt.
Mevrouw grote zaagbek had hier de wind mee.
Jammer, haar kapsel raakte er wel van in de war. Vrouwen zijn daar meestal niet blij mee.
Knobbelzwanen zijn vaak behoorlijk benaderbaar.
Dat gold ook voor deze jonge vogel, die druk aan het foerageren was.
Bij de eerste foto stond de witbalans op zonnig, bij de tweede op neutraal (AWB).
Wat is mooier?
Naar mijn mening geeft de tweede foto de werkelijkheid het best weer.
Voor de verandering eens een vos die niet in de omgeving van het overbekende ontmoetingspunt van de rugzakvossen rondhing.
Omgeven door takken lag hij lekker in de zon. 
Het kostte wel wat moeite om een plaatje te maken waarop zijn kop niet verscholen ging achter takken.
Wilde zwanen horen bij de vertrouwde wintergasten in de AWD.
Ze waren zich op hun gemak aan het opknappen toen hun aandacht ergens door getrokken werd.
Ze gingen even later op de wieken.
Ik had gezien dat ze niet veel verder weer landden.
Tot mijn geluk hadden ze een gunstige plek op het land uitgekozen.
Ik mocht tamelijk dichtbij komen, waardoor ik o.a. deze foto heb kunnen maken.
Alweer een vos die aan mensen gewend is.
De vos was alleen, ik was alleen.
Zij zat lekker in het zonnetje te dommelen.
Als je de reputatie hebt rugzakvos te zijn, dan kom je vanzelfsprekend even kijken of er iets te halen is.
Dat was er niet.
Ze leek mij enigszins verwijtend aan te kijken.
Toen er een andere bezoeker dichterbij kwam, werd haar aandacht onmiddellijk getrokken.
Voor mij tijd om verder te gaan.
Aan de overkant van een kanaaltje, in het voor ons verboden gebied, lag deze vos lekker in het zonnetje.
Ik ging tegenover haar zitten, met het water tussen ons.
Ik was benieuwd hoe ze zou reageren als ze het geknisper hoorde wanneer ik mijn pakje brood zou openmaken.
Zou ze in het water springen en naar mij toekomen?
Jammer genoeg deed ze dat niet, hoewel het leek dat het haar moeite kostte.
Ze liep namelijk wel naar de uiterste rand van de oever, waar ze naar mij bleef staan kijken.
Misschien had ze door dat ze toch niets zou krijgen.
Blijkbaar zag ze toen in de verte iets wat haar meer interesseerde, want ze liep weg, op drie poten.
Op de foto is te zien dat ze niet op haar linkerachterpoot stond.
Tussen een aantal meerkoeten zwom een eenzame krooneend.
Hij schreeuwde niet, maar geeuwde uitgebreid.
Met deze foto van een krooneend sluit ik deel 1 af.
In deel 2 zullen zeker beelden komen die aan de winter doen denken, ook al hebben wij daar in West-Nederland veel minder van meegekregen dan in andere delen van het land.

zaterdag 16 januari 2016

Zwartbuikwaterspreeuw in de AWD

In december werd melding gedaan van een zwartbuikwaterspreeuw in de AWD.  
Voor het laatst had ik waterspreeuwen gezien tijdens de winter van 2010-2011, 
dus het sprak voor zich dat ik er weer naar op zoek ging.
Zwartbuikwaterspreeuwen die  in Nederland opduiken zijn echte dwaalgasten die afkomstig zijn uit Noord-Europa.
Roodbuikwaterspreeuwen, die bijvoorbeeld in Engeland voorkomen, worden hier nagenoeg nooit waargenomen.
De eerste poging leverde niets op.
Ik hoorde wel waar de vogel zich verstopte om de nacht door te brengen, maar daar verscheen hij steeds pas  laat in de middag. 
Het was dan niet licht genoeg om foto's te maken.
De tweede poging was het raak, en wel op 30 december.
Ook nu had ik graag wat betere lichtomstandigheden gehad, 
maar naast veel bewogen foto's had ik gelukkig ook een aantal geslaagde opnamen.
Lager dan ISO 800 kon ik niet gaan, want alles wat ik bij ISO 400 probeerde was bewogen.
De zwartbuikwaterspreeuw (Cinclus cinclus cinclus) zoekt zijn voedsel in stromend water,
soms onder water zwemmend, soms vanaf de kant.
Deze keer bleef hij op de kant.
Zijn Engelse naam is white-throated dipper.
Dipper verwijst natuurlijk naar de manier waarop hij voedsel zoekt.
Grappig is dat hij steeds ritmisch op en neer beweegt als hij langs de waterkant staat.
Het is net alsof hij met knikkende knieën naar het water kijkt
Af en toe zag ik dat hij een prooi te pakken had.
Bij ISO 800 en diafragma 7,1 leverde dat een te trage sluitertijd op om daarvan scherpe opnamen te maken.
Hij schoof steeds een stukje op langs de oever, zich weinig aantrekkend van de fotografen.
Er waren naast mij nog drie anderen die, liggend op de kant, probeerden foto's te maken van deze waterspreeuw.
Wat een verschil met het aantal bezoekers bij de velduilen in Zevenhuizen.
Soms kon je de witte oogleden zien. Dat gebeurt alleen als hij met zijn ogen knippert.
Onder water beschermt hij zijn ogen met een transparant vlies als hij op jacht is naar een prooi.
Ze eten larven en insecten die in het water leven.
Het is natuurlijk mooi dat je kan zien hoe hij vist, maar een stukje zwemmen had ik ook graag gezien.
Mooie beelden van een zwemmende waterspreeuw had ik hier door het snelstromende water waarschijnlijk niet kunnen maken.
De zon was intussen een beetje doorgekomen maar de waterspreeuw zat steeds op een schaduwrijke plaats, helaas.
Hij liet zich ongeveer een half uur uitgebreid bewonderen.
Hoe mooi zou het geweest zijn als de achtergrond mooier was dan wat ik nu meemaakte.
Je moet het echter doen met de geboden mogelijkheden en daar was ik dik tevreden mee.
Het is tenslotte de natuurlijke omgeving voor waterspreeuwen.
Hier is hij bijna aan het eind van het stuk oever gekomen waar hij naar voedsel had gezocht.
Wat nu?
Teruglopen langs de waterlijn of opvliegen?
Hij koos ervoor een stukje omhoog te vliegen naar een zonniger plek.
Wat een mooie plaat had het kunnen worden als ik aan de andere kant had gezeten.
De kleuren zouden in het op de vogel vallende zonlicht veel mooier geweest zijn.

Na even rondkijken vloog hij weg.
Ik heb hem niet meer terug gezien.