Dat je in de natuur soms onverwachte ontmoetingen kunt hebben weet iedereen.
Alle beelden die ik hier laat zien zijn in juli gemaakt.
Alle beelden die ik hier laat zien zijn in juli gemaakt.
Zo was daar op een vroege ochtend deze julikever (Polyphylla fullo) die bezig was de weg waarop ik liep over te steken.
Julikevers zijn vooral actief van zonsondergang tot middernacht.
Overdag zal je ze maar zelden zien omdat ze dan ergens rustig wachten tot de zon weer onder gaat.
Deze dame - te herkennen aan de voelsprieten met 5 bladen (mannetjes hebben 7 bladen) - was wat lang aan het stappen geweest en ging pas rond half 8 naar haar rustplaats.
Ik heb haar op een veilige plaats in de berm gezet.
Is dit geen prachtig voorbeeld van een damhertengezinnetje?
Bijzonder is het wel, want hoe vaak zie je een hinde met kalf die gezelschap heeft van een mannelijke begeleider?
Bovendien is de bronsttijd nog lang niet aangebroken.
Het ligt meer voor de hand dat het een nieuwe aanbidder van de hinde is dan dat het de vader van het kalf is.
Hij liet het niet bij aanbidden.
Wat moet je hier nu van denken?
Het hert herhaalde dit standje meerdere malen.
Het kalfje stond er vol verbazing naar te kijken, soms wendde het haar kop af.
Is dit seksuele voorlichting voor damherten?
En de hinde? Zij graasde rustig verder alsof het de normaalste zaak van de wereld was.
Snoeken weten wel hoe zij aan een smakelijk maaltje kunnen komen.
Zij gaan vlak voor de openingen van de buizen liggen die kanaaltjes met elkaar verbinden.
Zij liggen klaar, nog net niet met hun bek open, om daar de veel voorkomende kleinere vissen te verschalken.
Boomkikkers zorgen er wel voor dat ze in een beeldverslag niet ontbreken.
Nu de baby kikkertjes veel aandacht opeisen, hebben ze déze pose bedacht.
Met zijn tweeën op een tak, en een onverschrokken vlieg die op de rug van één van de twee landt.
Op een vroege morgen met tamelijk lichtarme omstandigheden zag ik plotseling een reekalfje.
Voor mij is dat altijd een hoogtepunt van de zomer.
Het was eerst alleen, maar zocht snel zijn moeder op toen het mij in de gaten kreeg.
Nadat het even had mogen drinken gingen ze verder.
Moeder wilde liever geen pottenkijkers bij haar en haar kind in de buurt.
Ze zochten de beschuttende omgeving van de bijna manshoge varens op.
Dit soort waarnemingen zijn voor mij echt de krenten in de pap.
De kwaliteit van de beelden is niet super, vooral omdat ik ISO 800 en 1600 heb moeten gebruiken.
Tijdens een rustpauze klom dit "rupsje" op mijn camera.
Een duidelijker verzoek om op de foto te mogen kon ik nauwelijks krijgen.
Voorzichtig heb ik hem op een varen gezet.
Het blijkt de larve van een bladwesp (Trichiocampus grandis, ook wel Cladius grandis genoemd) te zijn.
Deze larven lijken veel op rupsen, maar verschillen ervan door het aantal poten.
(zie verder www.vlindernet.nl voor meer info)
Zandhagedissen blijken goed te kunnen klimmen.
Deze dame was in een bramenstruik geklommen en was zeker 2 meter boven de grond.
Voor rijpe bramen was zij te vroeg, maar waarschijnlijk zitten er veel smakelijke insecten in de struik.
Mannetjes doen er niet voor onder.
Deze zandhagedissenman was in pitrus en andere grassen geklommen en bevond zich ook zeker een meter boven de grond.
Op een dag liep ik rond een uur of 2 langs het Zwarteveldkanaal naar de uitgang.
Ik was niet meer van plan foto's te maken omdat het licht al veel te hard was.
De aalscholver gedroeg zich echter zodanig dat ik toch maar wat plaatjes gemaakt heb.
De vogel zat zich op de kant te drogen maar ging het water in toen hij mij aan zag komen.
Even later begon hij op een bijzondere manier te zwemmen, zoals ik nog niet eerder gezien had.
Zou hij denken dat hij zo niet opviel?
Nadat hij ondergedoken was kwam hij boven met een flink aantal waterplanten op zijn rug.
Het stoorde hem niet, maar ik vond het er wel komisch uitzien.
Na een volgende duik was hij weer helemaal schoon.
Juli is de maand van de reeënbronst.
's Morgens vroeg zag ik op een flinke afstand twee reeën mijn pad oversteken.
Natuurlijk hoopte ik op een bok en een geit.
Voorzichtig kon ik ze benaderen, verscholen achter hoge varens.
Het bleken twee geiten te zijn.
Toen ik opgemerkt werd gingen ze er vandoor, maar ..............
..... ze renden niet weg. Ze renden een paar rondjes.
Het was heel grappig om te zien, maar met een bronst had het niets te maken.
Wellicht waren ze gewoon speels.
Ze speelden ook graag verstoppertje.
Wie ziet de tweede ree?
Twee weken later was ik weer in hetzelfde gebied.
Twee reebokken struinden door het gebied, helaas alleen, en niet bij elkaar in de buurt.
Tot mijn grote verrassing zag ik twee keer een reegeit met een kalf.
Dat vind ik heel goed nieuws voor de reeënstand.
Is er ooit wel eens een hoger gehalte aan geweien per m² geweest?
Wanneer damherten wat onrustig of geïrriteerd zijn dan laten ze dat duidelijk zien door hun staart omhoog te doen en een deel van hun darminhoud te lozen.
De boodschap is hier niet mis te verstaan:
"Uw tijd is om, u kunt wel gaan!"
Overdag zal je ze maar zelden zien omdat ze dan ergens rustig wachten tot de zon weer onder gaat.
Deze dame - te herkennen aan de voelsprieten met 5 bladen (mannetjes hebben 7 bladen) - was wat lang aan het stappen geweest en ging pas rond half 8 naar haar rustplaats.
Ik heb haar op een veilige plaats in de berm gezet.
Is dit geen prachtig voorbeeld van een damhertengezinnetje?
Bijzonder is het wel, want hoe vaak zie je een hinde met kalf die gezelschap heeft van een mannelijke begeleider?
Bovendien is de bronsttijd nog lang niet aangebroken.
Het ligt meer voor de hand dat het een nieuwe aanbidder van de hinde is dan dat het de vader van het kalf is.
Hij liet het niet bij aanbidden.
Wat moet je hier nu van denken?
Het hert herhaalde dit standje meerdere malen.
Het kalfje stond er vol verbazing naar te kijken, soms wendde het haar kop af.
Is dit seksuele voorlichting voor damherten?
En de hinde? Zij graasde rustig verder alsof het de normaalste zaak van de wereld was.
Snoeken weten wel hoe zij aan een smakelijk maaltje kunnen komen.
Zij gaan vlak voor de openingen van de buizen liggen die kanaaltjes met elkaar verbinden.
Zij liggen klaar, nog net niet met hun bek open, om daar de veel voorkomende kleinere vissen te verschalken.
Boomkikkers zorgen er wel voor dat ze in een beeldverslag niet ontbreken.
Nu de baby kikkertjes veel aandacht opeisen, hebben ze déze pose bedacht.
Met zijn tweeën op een tak, en een onverschrokken vlieg die op de rug van één van de twee landt.
Op een vroege morgen met tamelijk lichtarme omstandigheden zag ik plotseling een reekalfje.
Voor mij is dat altijd een hoogtepunt van de zomer.
Het was eerst alleen, maar zocht snel zijn moeder op toen het mij in de gaten kreeg.
Nadat het even had mogen drinken gingen ze verder.
Moeder wilde liever geen pottenkijkers bij haar en haar kind in de buurt.
Ze zochten de beschuttende omgeving van de bijna manshoge varens op.
Dit soort waarnemingen zijn voor mij echt de krenten in de pap.
De kwaliteit van de beelden is niet super, vooral omdat ik ISO 800 en 1600 heb moeten gebruiken.
Tijdens een rustpauze klom dit "rupsje" op mijn camera.
Een duidelijker verzoek om op de foto te mogen kon ik nauwelijks krijgen.
Voorzichtig heb ik hem op een varen gezet.
Het blijkt de larve van een bladwesp (Trichiocampus grandis, ook wel Cladius grandis genoemd) te zijn.
Deze larven lijken veel op rupsen, maar verschillen ervan door het aantal poten.
(zie verder www.vlindernet.nl voor meer info)
Zandhagedissen blijken goed te kunnen klimmen.
Deze dame was in een bramenstruik geklommen en was zeker 2 meter boven de grond.
Voor rijpe bramen was zij te vroeg, maar waarschijnlijk zitten er veel smakelijke insecten in de struik.
Mannetjes doen er niet voor onder.
Deze zandhagedissenman was in pitrus en andere grassen geklommen en bevond zich ook zeker een meter boven de grond.
Op een dag liep ik rond een uur of 2 langs het Zwarteveldkanaal naar de uitgang.
Ik was niet meer van plan foto's te maken omdat het licht al veel te hard was.
De aalscholver gedroeg zich echter zodanig dat ik toch maar wat plaatjes gemaakt heb.
De vogel zat zich op de kant te drogen maar ging het water in toen hij mij aan zag komen.
Even later begon hij op een bijzondere manier te zwemmen, zoals ik nog niet eerder gezien had.
Zou hij denken dat hij zo niet opviel?
Nadat hij ondergedoken was kwam hij boven met een flink aantal waterplanten op zijn rug.
Het stoorde hem niet, maar ik vond het er wel komisch uitzien.
Na een volgende duik was hij weer helemaal schoon.
Juli is de maand van de reeënbronst.
's Morgens vroeg zag ik op een flinke afstand twee reeën mijn pad oversteken.
Natuurlijk hoopte ik op een bok en een geit.
Voorzichtig kon ik ze benaderen, verscholen achter hoge varens.
Het bleken twee geiten te zijn.
Toen ik opgemerkt werd gingen ze er vandoor, maar ..............
..... ze renden niet weg. Ze renden een paar rondjes.
Het was heel grappig om te zien, maar met een bronst had het niets te maken.
Wellicht waren ze gewoon speels.
Ze speelden ook graag verstoppertje.
Wie ziet de tweede ree?
Twee weken later was ik weer in hetzelfde gebied.
Twee reebokken struinden door het gebied, helaas alleen, en niet bij elkaar in de buurt.
Tot mijn grote verrassing zag ik twee keer een reegeit met een kalf.
Dat vind ik heel goed nieuws voor de reeënstand.
Is er ooit wel eens een hoger gehalte aan geweien per m² geweest?
Aan dit beeld is duidelijk te zien dat er sprake is van een testosteron gestuurd gezelschap.
Wanneer damherten wat onrustig of geïrriteerd zijn dan laten ze dat duidelijk zien door hun staart omhoog te doen en een deel van hun darminhoud te lozen.
De boodschap is hier niet mis te verstaan:
"Uw tijd is om, u kunt wel gaan!"