maandag 30 januari 2017

Afrika - Okavango Delta

Tijdens onze reis door Zuid-Afrika, Zimbabwe en Botswana hebben we veel olifanten gezien.
Zonder te overdrijven kan ik wel zeggen dat het er honderden zijn geweest.
Ook tijdens onze trip de Okavango Delta in speelden zij een belangrijke rol.
Vanuit ons hotel in Maun (Botswana) werden we eerst naar een minihaventje gebracht.
Daar lag een flink aantal mokoro's op ons te wachten.
Mokoro's werden vroeger gemaakt van boomstammen die uitgehold werden.
Omdat het veel bomen kost om ze te maken is men overgestapt op boten van glasvezel.
Die gaan ook nog langer mee dan houten mokoro's.
Met een matras in je rug en een fles water binnen handbereik zit je best comfortabel op een plastic stoeltje in de mokoro,
die voortgedreven wordt door een zgn. poler (m/v).
Ik heb al eerder verteld over nijlpaarden die we op korte afstand passeerden.
Ze besteedden nauwelijks aandacht aan ons.
Onderweg werden olifanten gespot.
We mochten de boot uit om ze beter te kunnen bekijken.
Spannend werd het toen het tweetal met flinke vaart in onze richting stormde.
Het was een schijnaanval, want zij denderden op niet al te grote afstand langs ons.
Ze wilden even laten zien dat zij hier de baas waren.
Echt aanvallen doen ze niet zo snel, intimideren gaat er - normaal gesproken - aan vooraf.
We moesten wel met zijn allen dichtbij elkaar gaan staan.
De rust keerde snel terug.
Het tweetal sjokte rustig naar de moerassige rietvelden waar ze luidruchtig doorheen plonsden.
Het is wel duidelijk hoe hij over ons dacht.
Wij gingen weer onze mokoro in en wilden onze tocht vervolgen.
De olifanten waren echter vrij dicht bij de vaargeul gekomen.
Natuurlijk wil je dan niet verrast worden door overstekende olifanten.
De polers trokken hun schoenen uit en sloegen de schoenzolen tegen elkaar; bovendien maakten ze nog wat  bezwerende geluiden.
Daar hielden de olifanten niet van: ze dropen af.
Door de smalle vaargeulen varend zag je overal prachtige libellen, waaronder libellen met dwarsbanden op de vleugels
(misschien wel bandgrondlibellen)
Er was echter geen mogelijkheid om ze uitgebreid te fotograferen.
Bij onze kampeerplaats gekomen werden de mokoro's uitgeladen en aan land getrokken.
Natuurlijk loop je dan ook wat rond in de omgeving van het kamp.
Daar lag een aantal flinke botten van, jawel, een olifant.
Wat zijn ze groot en zwaar!
Bij deze wervel had ik het idee dat ik bekeken werd: ogen en mond wijd open.
Kwam het door de warmte  (meer dan 40 °C)?
Blijkbaar komen olifanten hier ook nog wel eens een voorouder bezoeken, gelet op de tamelijk verse olifantenmest die naast een wervel lag.
's Middags zaten we in de schaduw toen op enige afstand, aan de andere kant van de vaargeul, twee olifanten opdoemden.
Ze bleven aan die kant en vereerden ons niet met een bezoek.
Rechts op de foto is een flinke termietenheuvel te zien.
Aan het eind van de middag maakten we een bushwalk, waarbij we voornamelijk op afstand wat vogels, olifanten en bavianen zagen.
De zonsondergang was weer schitterend.
Als je goed kijkt zie je silhouetten van olifanten tussen de begroeiing.
Zonsopkomsten zijn óók mooi.
Bijzonder was dat er in dit geval gekraak te horen was dat veroorzaakt werd door zo'n 15 olifanten die via de vaargeul vlakbij het kamp gekomen waren.
En hier zijn ze, jong en oud.
Ze hadden ons natuurlijk ook opgemerkt en besloten verder te lopen.
Af en toe trompetterend liepen ze netjes om ons kamp heen.
Dat gevoegd bij de geluiden van een hyena en een nijlpaard tijdens de nacht geeft je echt het gevoel dat je midden in de natuur van Afrika bent.
Overdag konden we vrijwel niets doen door de hitte. 
Behalve met zwemmen vond ik ook afleiding met plaatjes schieten van libellen.
Hieronder nog twee voorbeelden.
Jammer genoeg waren de bijzondere libellen die ik op de weg naar het kamp toe gezien had hier niet te vinden.

Aan het eind van de middag volgde nog een sundowner mokoro tocht.
Aalscholvers hadden al een geschikte plek voor de avond en nacht gevonden.
De zonsondergang was weer schitterend.
Een passend beeld om een bijzondere trip mee te besluiten.


dinsdag 24 januari 2017

Over ruige rijp en kikkers op ijs

Ruige rijp is een bijzonder fenomeen.
Bij een hoge relatieve vochtigheid (meer dan 90%) die bijvoorbeeld bij mist voorkomt kunnen - als het voldoende vriest - tegen de wind in tamelijk lange naaldvormige ijskristallen ontstaan.
Op 18 januari kon je dit natuurverschijnsel volop bewonderen.
Ik had puur geluk dat ik dit verschijnsel in de AWD aantrof, want ik had er niet alleen niet op gerekend, ik had er zelfs nog nooit van gehoord.
Een wereld die je normaal gesproken vertrouwd voorkomt krijgt opeens een onverwachte, sprookjesachtige uitstraling.
Je komt ogen tekort en tegelijkertijd valt het niet mee om een keuze te maken voor een compositie.
Het resultaat is dat je onvermijdelijk met een grote hoeveelheid beelden thuiskomt waaruit het niet eenvoudig is om een keuze te maken.
Het maken van een beeldverslag voor mijn blog was dan ook een lastige opgave.
 De aanvankelijk nog wat grijze achtergrond, veroorzaakt door de nog niet geheel opgetrokken mist, zorgde voor een serene sfeer.
Dat het zonnetje soms aarzelend doorkwam was een meevaller.
Ik was er vooral opuit getrokken om damherten en/of reeën in deze winterse entourage te fotograferen.
Ik werd op mijn wenken bediend.
Dit damhert besteedde vrijwel geen aandacht aan mij.
IJskoude snacks smaakten hem opperbest.
Voor een aangename verrassing zorgde een groepje goudhaantjes, 
waarvan er één bereid was korte tijd op een mooi gedecoreerde tak te blijven zitten.
Zo zal ik een goudhaantje niet snel weer fotograferen.
Ook  reeën gaven acte de présence, een tweetal deze keer.
Een fraai winters decor met de grassen en bomen in een bijzondere tooi.
Ze zochten op hun gemak naar voedsel, soms even naar mij kijkend.
Wat zal er in hun koppie omgaan?
Aandacht voor wandelaars hebben ze altijd, maar ze gaan rustig door met eten zoeken als ze zich niet bedreigd voelen.
Dit is ongetwijfeld haar eerste winter.
Nieuwsgierig keek ze af en toe in mijn richting, zonder een spoortje onrust.

Op 19 januari was al dit moois nog niet voorbij.
Een goede reden om er een dag opuit te trekken.
In de buurt van een wak kan het voorkomen dat er vogels op het ijs staan of liggen.
Op deze nog schaduwrijke plek stond een wintertaling niet ver van een wak.
Ook op waterplanten hadden de kristallen zich fraai afgezet.
Vooral de lengte van de naalden is opmerkelijk.
Nog een voorbeeld.
Deze kleumende blauwe reiger in een winters landschap straalt uit dat hij toch liever wat warmer weer heeft.
Ineengedoken stond hij lange tijd roerloos.
Veel vaarten en kanalen waren dichtgevroren.
Dat verhoogde de kans om weer eens een roerdomp te zien.
In het riet aan de linkerzijde bleek zich inderdaad een roerdomp te verschuilen.
Het was absoluut onmogelijk om er een foto van te maken.
Pal tegen de zon in ging hij plotseling op de wieken.
Later zag ik er nog een, opnieuw voltrekt onverwacht uit het riet opvliegend.
Aan de rand van een groot wak stond een paartje wilde eenden  te twijfelen of ze zouden gaan zwemmen of niet.
In dat wak hadden zich allerlei vogels verzameld.
Hier is mooi te zien hoe klein een dodaars is vergeleken met een brilduiker.
Een brilduiker vrouwtje wapperde een paar keer flink met haar vleugels.
De in haar omgeving zwemmende dodaarzen, meerkoeten, wilde eenden, fuut en brilduikers reageerden daar niet op.
Haar partner deed even later hetzelfde.
Om te voorkomen dat de beelden teveel op elkaar zouden lijken heb ik hier gekozen voor een nagenoeg symmetrisch beeld.
Toen ik een stuk verder was gelopen viel mijn oog op deze "besuikerde" plant.
Het zonlicht viel er precies op, terwijl de omgeving in de schaduw bleef.
Soms biedt het op een zelfde plaats blijven kans op aantrekkelijke beelden.
Als je een wandeling maakt kan je weer op een geheel andere manier verrast worden.
Twee knobbelzwanen waren ijverig aan het zoeken naar waterplanten. 
Dit beeld doet mij steeds denken aan stronken witlof die in het water gestoken zijn.
Ik wilde zoveel mogelijk symmetrie in dit beeld krijgen.
Het heeft wel een tijdje geduurd voordat dit naar mijn zin gelukt was.
Een knobbelzwaan op het ijs hoort er vanzelfsprekend ook bij.
Het kostte hem behoorlijk wat moeite om op het ijs te klimmen.
Na al die inspanning beviel het blijkbaar toch niet, want hij ging weer snel te water.

De meest opmerkelijke waarneming heb ik voor het laatst gewaard:
Frozen.
Wie rekent er nu op een kikker op het ijs, vastgevroren, met ijskristallen op zijn snuit?
Nog vreemder was dat er een paar meter van hem verwijderd nog een bevroren kikker op het ijs zat.
Wat bezielt kikkers om hun winterslaap te onderbreken en zich op het ijs te wagen?
Ik ben benieuwd wie een verklaring heeft voor dit opvallende verschijnsel.
Het was in ieder een bijzondere waarneming tijdens een wandeling door een zeer stil deel van de AWD.
Zo heb ik het graag.