Madagaskar staat onder andere bekend om zijn lemuren, waarvan de bovenstaande bamboe lemuur een goed voorbeeld is.
Bamboe lemuren zijn echte knuffeldieren, die zich overigens niet laten knuffelen.
Onze eerste dag in het regenwoud begon zoals je eigenlijk al kon verwachten.
Het was zwaar bewolkt en het regende af en toe, gelukkig niet erg hard.
De paden waren glibberig en vaak steil, het woud was behoorlijk dicht begroeid.
De verkenner van onze gids bracht ons bij de eerste lemuren.
Het waren bruine lemuren (Brown lemur, Lemur fulvus).
Ze zaten vrij hoog in de bomen en keken onderzoekend naar beneden.
Fotograferen was lastig omdat je vaak takken en bladeren in beeld had.
Dit was het meest geslaagde beeld.
Van verre hoorden we al het geroep van de indri's (in het Latijn Indri indri geheten).
Het zijn de grootste nog levende lemuren.
Opvallend is dat ze een zeer korte staart hebben, anders dan andere lemuren.
Ze waren uiterst behendig bij het springen van tak naar tak en van boom naar boom.
Ze leven vooral hoog in de bomen en je moet dan ook wat geluk hebben om ze goed in beeld te krijgen.
Gelukkig was het droog toen we ze zagen, al was ISO 800 en twee stops onderbelichting nodig om een redelijke sluitertijd te krijgen.
De vrouwtjes krijgen slechts een keer per 2 tot 3 jaar een jong.
Zo vormen zich groepjes van ca. 5 dieren, bestaande uit een mannetje, vrouwtje en enkele jongen.
De jongen zijn pas volwassen als ze zo'n 7 jaar oud zijn.
Pas dan verlaten zij hun ouders.
Indri's kunnen indrukwekkend, krachtig en langdurig huilen, waardoor je ze al op een flinke afstand minutenlang kunt horen.
Het is voor hun een belangrijke manier om te communiceren.
Het was prachtig om te zien, maar we waren ook onder de indruk van het volume.
Van de indri's werden we door onze verkenner naar een derde soort gebracht, diadeemsifaka's.
De gids nam mij mee van het paadje af, over glibberige steile stukken bosgrond, naar een plekje waar ik de sifaka's het best kon zien.
Wat een schitterende dieren zijn deze diadeemsifaka's (Diademed sifaka, Propithecus diadema).
En dan te bedenken dat ik maar op een paar meter afstand stond.
Daar sta je dan, vrijwel oog in oog met een diadeemsifaka.
Door de vrij vaak vallende motregen en door de combinatie van hoge temperatuur en vochtigheid was mijn shirt nat; mijn broek was besmeurd, mijn hartslag ongetwijfeld hoog, maar wát een moment.
Ze waren met zijn vijven.
Toen ze zich genoeg over ons verwonderd hadden gingen ze er atletisch slingerend snel vandoor.
's Middags werd het zonnig.
In een ander natuurpark maakten we kennis met een groepje bamboe lemuren (Grey bamboo lemur, Hapalemur griseus), die ook wel grijze halfmaki's genoemd worden
Ze waren goed benaderbaar, waardoor je op je gemak een goede compositie kon zoeken.
Vanzelfsprekend hadden ze daar ook vaak maling aan en gingen ze verkassen wanneer je net wilde afdrukken.
Deze soort wordt ook wel de oostelijke grijze halfmaki genoemd.
Het is een ondersoort die alléén waargenomen is in het gebied waar wij geweest zijn.
Deze acrobaat is een bonte vari (black-and-white ruffed lemur, Varecia variegata).
Ook al denk je aanvankelijk dat je een indri ziet, dan helpt de lange staart je uit de droom.
Deze bonte vari (of maki zoals ook vaak gezegd wordt) vond dit blijkbaar een makkelijke pose.
Sifaka's maken vaak grote sprongen, die aan dansen doen denken.
Door de mindere lichtcondities heb ik er alleen een aardige waarnemingsplaat van kunnen maken.
Ze dansen trouwens omdat hun achterpoten in verhouding tot hun voorpoten lang zijn, waardoor dit de makkelijkste manier van voortbewegen is.
Deze diadeemsifaka zat aan de overkant van een riviertje te kijken naar wat er op onze oever gebeurde.
Een heel bijzondere soort is de gouden bamboemaki (Golden bamboo lemur, Hapalemur aureus).
Pas in 1986 heeft men ontdekt dat het om een nog niet eerder gedetermineerde soort ging.
Hij leeft in het Ranomafana NP en staat op de rode lijst van bedreigde dieren (zoals vele andere lemuren).
Met reuzenpanda's hebben gouden bamboemaki's gemeen dat bamboe het grootste deel van hun voedsel vormt.
Met reuzenpanda's hebben gouden bamboemaki's gemeen dat bamboe het grootste deel van hun voedsel vormt.
Mede omdat hij zo hoog in de bomen zat was het heel lastig om hem te fotograferen.
Dichte begroeiing, takken en bladeren voor de lens, moeilijk begaanbare grond, de spanning, de hoge temperatuur en vochtigheid, en natuurlijke andere fotografen die onbedoeld in de weg liepen zorgden er wel voor dat je flink je best moest doen.
Als je er dan een behoorlijke plaat aan overgehouden hebt ben je uiteraard dik tevreden.
Tot besluit van dit eerste deel is er nog de Milne-Edwards sifaka (Propithecus edwardsi).
Ook deze sifaka is een bewoner van het Ranomafana NP.
Op het oog doen deze sifaka's weer denken aan indri's en bonte vari's maar ze verschillen er toch van.
Hij is zoals te verwachten was vernoemd naar een natuuronderzoeker.
De koek is hiermee nog niet op.