vrijdag 24 juli 2020

Libellen en juffers in juli 2020


Juffers en libellen kunnen voor mooie plaatjes zorgen.
Ze moeten dan wel een beetje meewerken.
's Morgens vroeg krijg je er vaak goede kansen voor als ze nog niet opgewarmd zijn.
Als ze eenmaal vliegen wordt het een heel lastige opgave om er scherpe plaatjes van te maken.
Ook als ze uitsluipen kan ik hun tempo goed bijhouden, net als wanneer ze een bezoekje aan zonnedauw gebracht hebben.
De bovenstaande juffer is daar een goed voorbeeld van.

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.

Maar…… de lightbox werkt bij mij in Google Chrome niet. 

Als je ze toch groter wilt zien moet je stuk voor stuk op elke foto klikken.

Bloggers wegen zijn ondoorgrondelijk.


Grote keizerlibellen (Anax imperator) zie je vaak met grote snelheid langs riet of bloemen schieten, 
op zoek naar een prooi.
Als ze even pauzeren doen ze dat vaak op een onmogelijke plek, laag in de begroeiing.
Deze vrouwelijke grote keizerlibel had een heidelibel te pakken gekregen.
 Ik mocht niet mopperen dat ze haar vangst op deze manier aan mij liet zien.
Jammer voor de heidelibel, maar wel een aantrekkelijk hapje voor deze dame en een aansprekend moment van de harde werkelijkheid voor mij.
Ook vuurlibellen (Crocothemis erythraeazoeken graag een plekje laag bij de grond, 
waardoor het niet eenvoudig is om een plaatje met een mooie achtergrond te krijgen.
Lantaarntjes (Ischnura elegans) paarden in juli of hun leven ervan af hing.
In zekere zin is dat natuurlijk ook zo want het voortbestaan van de soort is natuurlijk mede van hun inspanningen afhankelijk.
Deze mannelijke gewone oeverlibel (Orthetrum cancellatrum) heeft ook al een voorliefde voor de grond.
Natuurlijk zie je ze ook wel eens op takken zitten, maar het viel mij op dat ze het graag laag bij de grond zochten.
Een vrouwelijke soortgenoot dreef op haar rug in een kanaaltje.
Zat haar leven er na het afzetten van eitjes op of had ze een ongelukkige noodlanding gemaakt?
Het resultaat is hetzelfde.
Obsidentify wist hier geen raad mee: 
als eerste keus werd een schaatsenrijder onbekend (Gerridae indet.) met 52% zekerheid voorgesteld!
Deze zuidelijke keizerlibel (Anax parthenope) heeft iets niet goed gedaan. 
Ze houdt zich vast aan een stengel, maar het achterlijf zit helemaal onder water.
Was ze te zwaar voor de stengel of was die stengel alleen maar een houvast in de hoop toch nog uit het water te komen?
Een steenrode heidelibel (Sympetrum vulgatum) hing net als veel soortgenoten ongestoord aan een stengel, 
de vleugels nog niet volledig droog.
Zoals uit het bovenstaande al duidelijk is geworden hebben libellen en juffers het niet altijd makkelijk. 
Bedreigingen zijn er genoeg, zoals ook hier goed te zien is.
Een juffer was verstrikt geraakt in het web van een tijgerspin (Argiope bruennichi).
De spin maakt altijd een mooi pakketje van zijn prooi.
Ook de wat grotere libellen kunnen in het web verstrikt raken en zijn dan de klos.
Ze staan garant voor een voedzame maaltijd van de tijgerspin.
De spin heeft niet veel tafelmanieren nodig.
De prooi wordt ingekapseld en na verloop van tijd leeggezogen.
Alsof het niet genoeg is moeten vooral juffers ook nog proberen de aantrekkingskracht van zonnedauw te weerstaan.
Dit lantaarntje was weliswaar losgekomen van de zonnedauw maar slaagde er niet in om weg te vliegen.
Voor mij was het echter een welkome gelegenheid om er plaatjes van te maken zoals ik graag wilde.
Ik hoefde niet bang te zijn dat de juffer er vroegtijdig vandoor zou gaan.
Maar ook tengere grasjuffers (Ischnura pumilio) moeten daar op hun tellen passen.
Deze juffer deed dat niet en moest dat bezuren.
De kleverige blaadjes van de zonnedauw waren teveel voor de juffer.
Links onder op de foto zijn nog resten van de vleugels van een andere juffer te zien.


Het is wel duidelijk dat libellen en juffers niet alleen moeten oppassen voor hun natuurlijke vijanden, maar ook nog moeten opletten dat ze niet vast komen te zitten in het web van een spin of aan de blaadjes van zonnedauw.

Juli is ook de maand van de vlinders.
Daarom de volgende keer aandacht voor onder andere:
  

vrijdag 17 juli 2020

AWD - Juni 2020 deel 4 (slot)


Tot mijn eigen verrassing heb ik in juni in de AWD zoveel gezien dat het geen moeite kostte om er vier keer over te berichten.
Natuurlijk komen sommige soorten dan meerdere keren voor, 
maar dan toch weer verschillend genoeg om er over te bloggen.

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.

Maar…… de lightbox werkt bij mij in Google niet. 

Als je ze toch groter wilt zien moet je stuk voor stuk op elke foto klikken.

Bloggers wegen zijn ondoorgrondelijk.



Het wemelde van de kleine vuurvlinders (Lycaena phlaeas), rusteloos als altijd fladderend van de ene naar de andere bloem.
Maar zelfs vlinders zitten wel eens stil, al is het maar om nectar te zuigen uit de beschikbare bloemen.
Deze vlinder had een scheur in een van de vleugels, een teken dat zijn beste tijd erop zat.
Dit insect zag ik  meestal over het hoofd,
of ik besteedde er geen aandacht aan als ik ze tegenkwam.
Ze behoren tot de Pompilidae (Vliesvleugelen), een soort wespen.
Obsidentify geeft met 93% zekerheid aan dat dit een grote wantsendoder is, terwijl ik zelf dacht dat het een spinnendoder is.
Determinatie is allesbehalve eenvoudig.
Hierover bestaat geen enkel misverstand, het is een zuringspanner (Lithrya cruentaria).
Dit nachtvlindertje is ook overdag actief.
Deze deed het bij wijze van uitzondering eens rustig aan, meestal zijn ze erg beweeglijk.
Een bedauwde viervlek op een tak biedt de mogelijkheid om hem eens van alle kanten te bekijken
De tak in de ene hand, de camera in de andere, en dan maar hopen dat je scherpe plaatjes maakt.
Een statief was hierbij handig geweest, maar ik had alleen mijn monopod mee.
Het zal er wel komisch uitgezien hebben, maar ja, het was nog heel vroeg en dan zijn er meestal geen mensen in de buurt.
Voor een bedauwde strekspin moest ik wel even door de knieën.
Een stuk plastic onder mijn knieën was toen heel welkom in het natte gras.
Deze zware jongen kwam rustig naar mij toe lopen.
Het leek wel of hij zijn gewei wilde laten zien.
Toen hij zag dat ik het was veranderde hij van koers.
Een soortgenoot lag in de ochtendzon te herkauwen.
Zijn "nestharen" zijn mooi te zien.
Heidelibellen waren er in de tweede helft van juni volop.
Volgens Obsidentify is dit met ruim 72% zekerheid een Kempense heidelibel.
Bij deze libel geeft Obsidentify met bijna 78% zekerheid aan dat dit een heidelibel onbekend is.
Het stikte van deze heidelibellen.
Het zal mij verbazen als het verschillende soorten door elkaar zijn.
De moraal van dit verhaal: 
onderscheid maken tussen de verschillende soorten heidelibellen is zo simpel nog niet.
Zo nu en dan richt ik mij op de flora.
Door de zo nu en dan overvloedige regenval gedijt ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia) toch redelijk goed.
Het kan veel beter, zoals in het verleden wel gebleken is, maar het handhaaft zich wel.
Als eerste de bloeiwijze.
Het lukte mij om er een redelijk rustig plaatje van te maken.
Ik hoopte dat er een juffer of ander insect aan de blaadjes zou kleven, maar dat was deze keer niet het geval.
Er klom een heel klein padje overheen, maar daar wist de zonnedauw geen raad mee. 
Nu ik toch uit mijn comfortzone ben ga ik er nog even mee door.
Op zoek naar orchideeën - helaas zonder succes - zag ik deze bloemetjes.
Ik hoopte dat het een orchideeënsoort was, maar dat bleek niet het geval.
Het is gewone brunel (Prunella vulgaris), een algemeen voorkomend plantje.
Het spinnetje was een welkome passant.
Niet onverwacht was de invloed van het zonlicht op de kleur.
Ik moest wel behoorlijk mijn best doen om storende stengeltjes te vermijden.
Ook nu was ik niet de enige die belangstelling voor de bloemen had.
Ik heb geprobeerd in de nabewerking het stengeltje linksonder weg te halen, maar daar werd het beeld niet mooier van.
Wellicht ben ik hier niet bedreven genoeg in.
De volgende keer maar wat tuingereedschap gebruiken.
Nog een laatste als afscheid van de maand juni.

In totaal ben ik in juni 12 keer in de AWD geweest, een aantal keren wandelend met mijn vrouw, maar meestal alleen.
Mede hierdoor heb ik zoveel gezien.
Bij deze bedank ik iedereen die mijn blog bezocht heeft en vooral degenen die een reactie erop hebben achtergelaten.




vrijdag 10 juli 2020

AWD - Juni 2020 deel 3

Juni brengt over het algemeen veel variatie.
Bij mij is het echter met vogels vaak wat minder.
Het heeft er natuurlijk ook mee te maken dat ik zoveel andere onderwerpen tegenkom, zowel uit flora als fauna, 
die ik ook interessant vind.
De ouverture is voor een watersnuffel (Enallagma cyathigerum), althans, volgens Obsidentify (60,3%).

Het loont de moeite om de beelden in de vergroting te bekijken.

Maar…… de lightbox werkt bij mij in Google niet.

Als je ze toch groter wilt zien moet je stuk voor stuk op elke foto klikken.

Bloggers wegen zijn ondoorgrondelijk.


Vogels zag ik vanzelfsprekend wel, zoals deze boomleeuwerik (Lullula arborea).
In het open duingebied werd ik echter veel te gemakkelijk door de vogels opgemerkt, 
waardoor ze wegvlogen als ik te dichtbij kwam naar hun zin.
Ik had niet verwacht dat er een zestal boerenzwaluwen (Hirundo rustica) in een boom even uitrustten van het op insecten jagen.
Maar ook hier gold, tot hier en niet verder.
Een uitzondering was deze keer een vrouwtje roodborsttapuit (Saxicola rubicola).
Ze hield mij goed in de gaten, zocht regelmatig een andere tak, maar vloog niet ver weg.
Het mannetje heb ik niet gezien maar ik was ook tevreden bij het zien van dit mooie vrouwtje.
Hiermee was het gedaan met beelden van vogels. 
Terwijl ik op iets heel anders stond te letten, viel mijn oog op een zandhagedis die op jacht bleek te zijn.
(In de vergroting zijn de details beter te zien)
Ze had een soort kever gegrepen, volgens mij een anomala dubia, een soort bladsprietkever.
Jammer dat ik niet dichterbij kon komen zonder de hagedis te verjagen.
Het zijn toch aardige waarnemingsplaatjes.
Met libellen heb ik mij daarentegen uitgebreid kunnen vermaken.
Op plaatsen waar 's morgens vroeg de zon niet zo snel alles verwarmde zag ik regelmatig libellen zich opwarmen.
Ook al zijn het meestal viervlekken, het daagt toch uit om er een mooi plaatje van te maken.
Juffers sla ik niet over.
Dit is een azuurwaterjuffer (Coenagrion puella), nog niet klaar om het luchtruim te kiezen.
Het uitsluipen ging maar door.
Het was alleen jammer dat ik het niet vanaf het prilste begin gezien heb, 
maar wie weet komt er nog zo'n moment.
Bij het langzaam maar zeker krachtiger worden van het zonlicht ontstond er een heel ander sfeertje.
Obsidentify had moeite met deze juffer.
Ik denk dat het een lantaarntje (Ischnura elegans) is.
Dat geldt ook voor deze juffer.
Sommige juffers lijken zoveel op andere dat er vaak 3 of 4 namen worden genoemd door Obsidentify.
Nu wordt de naamgeving een stuk makkelijker.
Hier duikt een zandhagedis op, op zoek naar een vrouwtje.
Ik was niet van plan om nog meer aandacht aan deze hagedissen te besteden, maar het liep anders.
Het bovenstaande mannetje kreeg gezelschap van twee (!) vrouwtjes.
Hij maakte avances naar een van de dames, die toch niet echt in hem geïnteresseerd bleek te zijn.
Zij hield het al gauw voor gezien.
De andere dame had toen het rijk alleen.
Niet veel later had hij haar in haar achterlijf vastgebeten waarna een ingewikkelde kluwen ontstond.
Paren is duidelijk zo simpel nog niet.
Ze keek op een bepaald moment in mijn richting, alsof ze wilde zeggen "Doe iets, het heeft nu wel lang genoeg geduurd".
Aan alles komt een eind, ook in dit geval. 
Zonder mijn bemoeienis was het opeens voorbij en was zij snel verdwenen.
Hij kwam achter een boomstronk tevoorschijn, trots rondkijkend .
Het leek wel of hij wilde zeggen "Mijn dag kan niet meer stuk".

Van een heel andere orde is het laatste plaatje.
Ik wandelde op een dag uit het duin terug in de richting van de parkeerplaats.
Zoals bijna altijd liep ik niet op een gangbaar pad, maar dwars door het gebied.
In de AWD is dat toegestaan, waardoor je een grotere kans op onverwachte ontmoetingen hebt.
En wat zag ik tot mijn grote verrassing?
Damhertkalfjes, een tweeling!
Dit had ik nog nooit eerder meegemaakt.
Ze bleven nog liggen ook!

Het was een geweldige afsluiting van die ochtend.


Voor de goede orde moet ik, wellicht ten overvloede, zeggen dat ik alles wat ik in een post opneem niet allemaal op dezelfde dag heb gezien.
Het is niet voor niets een maandoverzicht.