Augustus is niet alleen de maand van vlinders, maar ook van spinnen met de tijgerspin als mijn favoriete blikvanger.
Daarnaast begint ook de bronst langzaam maar zeker het gedrag van de damherten te beïnvloeden.
Als derde hoofdonderwerp van dit deel 2 zet ik ook de boomkikkers in het zonnetje (natuurlijk niet letterlijk).
In dit maandoverzicht geeft het bovenstaande beeld goed weer hoe het er begin augustus met de damherten voorstaat:
hun gewei is nog volledig met bast bedekt.
Ze hebben wel last van vliegen.
Dit drietal heren liep enigszins verstoord weg toen ik te dicht bij de plek kwam waar ze lagen te rusten.
Veel haast hadden ze echter niet.
Hier kwam ik voor, de tijgerspin (Argiope bruennichi).
Een twintigtal dames had op een aantal verschillende plaatsen hun kenmerkende web gemaakt.
Zoals bekend zijn de vrouwtjes veel groter dan de mannetjes.
De mannetjes moeten zelfs oppassen dat zij niet door een vrouwtje verslonden worden.
Dat geldt ook voor sprinkhanen en juffers.
Als ze in het web van de spin terechtkomen worden ze in verbluffend korte tijd ingepakt en bewaard tot een geschikt moment om als maaltijd te dienen.
Deze spin had een flinke prooi te pakken, waarschijnlijk een juffer.
Tot mijn verrassing kwam ik een fuut (Podiceps cristatus) tegen met twee jongen aan boord.
Hier is er één ten dele zichtbaar.
Terwijl de ene fuut op de kinderen paste zorgde de andere voor het eten.
Deze keer was het een flinke baars (Perca fluviatilis).
Enkele dagen later weer terug naar de tijgerspinnen.
Zoals te zien is was ik er vroeg bij.
Het aantal was inmiddels meer dan verdubbeld.
Ze hebben absoluut geen belangstelling voor mensen, niet eens om ze eens lekker te kriebelen.
Ze trekken zich terug als je te dichtbij komt.
Ook zonder dauwdruppeltjes zijn ze mooi.
Je moet trouwens wel je best doen om geen storende pitrusstengels in beeld te krijgen.
Nu ze toch een keer de aandacht krijgen moeten ze ook mooi in beeld komen,
indien mogelijk met hun typerende web of met een prooi.
Nog een laatste om het hoofdstuk spinnen mooi af te ronden.
Ook de boomkikkers (Hyla arborea) verdienden mijn aandacht in augustus.
Het is een hele toer om zo'n kikkertje op de plaat te krijgen zonder dat de huid te veel glanst door de zon.
Ook al zitten ze veel stil, ze zijn toch beweeglijker dan de volwassen kikkers.
Op de plaat lijkt het heel wat, maar de kleine is nauwelijks groter dan een vingernagel (ca 1,5 cm).
Hier hoopte ik steeds op, een kikkertje in beweging en daardoor een andere houding dan meestal.
Veilig in zijn eigen oerwoud, enigszins beschermd tegen de felle zon.
Deze volwassen kikker (4-5 cm) had een plek in de volle zon opgezocht op een braam.
Dit kan hij heel lang volhouden, afhankelijk van de zonnekracht.
Ik heb hier alleen een waarnemingsplaat van.
De jeugd is altijd beweeglijker, of het nu gaat om mensen of dieren.
Als ze stil blijven zitten ebt mijn belangstelling na een tijdje weg.
Nog even een keer een stukje klauteren, op zoek naar een plek op een varenblad met riant uitzicht.
Gevonden!
De damherten voelden aan het eind van de maand dat de bast van hun gewei eraf moest.
Dat betekende schuren tegen boomstammen,
waardoor de vellen aan hun gewei hingen en de bloedvaten in de bastlaag stuk gingen.
Het gewei kleurde rood, de vellen bast en soms ook grassen hingen eraan.
Sommige mensen denken als ze dit zien dat het hert gevochten heeft,
zoals ik merkte.
Niet iedereen weet welke veranderingen de geweien van de damherten moeten ondergaan voordat de bronst begint.
Nu nog de finishing touch en dan ziet hij er tiptop uit.
Natuurlijk moet hij ook nog voldoende reserves opbouwen voordat de bronst kan beginnen.
Hiermee ben ik nog niet door mijn beelden van augustus heen.
De volgende keer gaat het om gevleugelde dieren, maar niet over vogels.