zaterdag 24 augustus 2024

Boomkikkers en egels

Soms is er sprake van een bijzonder toeval. 
In de vorige aflevering op mijn blog besloot ik met een egel die in mijn terugblik op de maand juli zou voorkomen. 
René wees mij in zijn reactie op deze post dat we in 2013 samen ook een keer een egel in de AWD waren tegengekomen. 
Ik kon mij dat nog goed herinneren en heb dat gelijk in mijn archief opgezocht. 
En jawel, in juni 2013 gingen we samen op zoek naar boomkikkers, die ik nog nooit eerder had gezien. 
We vonden ze inderdaad. 
Later die morgen zagen we een egel, vrij ongebruikelijk zo rond het middaguur.
Dit jaar had ik op 15 juli opnieuw boomkikkers gefotografeerd. 
Toen ik daar wegliep kwam mij op het smalle bospaadje een egel tegemoet!
De kring was rond, al had het wel 11 jaar geduurd.

Hier volgt nu mijn (uitgebreide) overzicht van de maand juli.

Het spreekt voor zich dat ik moet beginnen met boomkikkers.
Ze waren nog piepklein - volwassen boomkikkers heb ik niet gezien -  en dus behoorlijk lastig om te vinden.

Ze zaten niet op boomtakken maar op de bladeren van varens. 
Groen op groen (ton-sur-ton voor de liefhebbers) en daardoor lastig om er een aansprekende plaat van te maken.

Een nieuwsgierige zandhagedis klom tussen de varens en bleef als het ware rustig kijken waar ik mee bezig was. 
Ik heb ook deze plaat met mijn macrolens gemaakt, zonder te croppen.

Maar er waren nog meer nieuwsgierigen.  
Grote groene sabelsprinkhanen  had ik voor het laatst gezien in 2021.
Nu vond ik er een aantal, zowel mannetjes als vrouwtjes.

De eerste twee platen laten een mannetje zien. 
Ze zijn makkelijk te herkennen omdat ze geen grote legboor hebben.
Met tegenlicht wordt er van alles zichtbaar wat anders niet opvalt.
Met een beetje geduld krijg je ze wel zó voor je lens dat je de platen kan maken die je wilt. 
Geduld is wel nodig want ze houden ook wel van verstoppertje spelen.
Hier is goed te zien dat de legboor van de vrouwtjes een flink formaat heeft.

In de vegetatie leefde nog veel meer, meer dan ik op de plaat heb gezet. 
Links zie je een rietkruisspin, rechtsboven een gewone pendelvlieg en rechtsonder de bekende tijgerspin.

Toen ik in dat gebiedje genoeg had gezien ging ik verder, 
waarbij vrijwel direct mijn aandacht getrokken werd door deze egel die mij tegemoet kwam.

Toen er een vogel overvloog werd zijn/haar aandacht direct getrokken, 
waarbij ik zowaar de tanden kon zien (in de vergroting).
Dat was nieuw voor mij.

Nog een laatste blik, waarna we beiden onze eigen weg gingen.
Een dag kan slechter beginnen.

De volgende beelden zijn verspreid over de maand juli gemaakt.

Allereerst een vuurlibel.

Niet alle vuurlibellen hadden goed opgelet, tot genoegen van spinnen zoals de tijgerspin.
Ze waren behoorlijk talrijk.
Het schijnt dat door de klimaatopwarming hun aantal de laatste jaren aanzienlijk is toegenomen.

Betrapt, een vrouwelijke grote keizerlibel.

Het verschil tussen beide seksen is duidelijk.

Deze scène heeft geen uitleg nodig.

Natuurlijk waren er ook vlinders, al waren de hoeveelheden wat aan de magere kant.
Allereerst een dagpauwoog.
Een korte periode, halverwege juli, zag ik er behoorlijk veel. 

Linksboven: een distelvlinder
Rechtsboven: een kleine vuurvlinder
Linksonder: een kleine parelmoervlinder
Rechtsonder: een gewoon dikkopje

De distelvlinder heb ik bij ons in de tuin gefotografeerd.

Na de st. jakobsvlinders in het voorjaar is het in juli de beurt aan de st. jansvlinders.
Ze hebben dezelfde kleuren, maar een ander patroon.


Ook st. jansvlinders zijn er met hun kop niet altijd bij en laten zich vangen in het web van een tijgerspin.

Wellicht had de vorige vlinder wel een aantrekkelijke partner gezien en onvoldoende opgelet.
Ze waren er in ieder geval wel druk mee.

Nogmaals

Juli is de maand van de keizersmantels.

In één van hun favoriete terreinen liepen enkele damherten met hun mooie zomervacht en bastgewei.

Aanvankelijk geen vlinders, een beetje te vroeg en niet warm genoeg blijkbaar, maar wel een sprinkhaantje of krekel uit de Chorthippus Biguttulus groep (sorry, ik verzin die namen niet).
Blijkbaar lijken de leden van de groep zoveel op elkaar dat naamgeving lastig is.
Deze kleine zal het een zorg geweest zijn.

Hier kwam ik voor, de keizersmantel.

In totaal zag ik er 7.
Dat is wel eens meer geweest, maar het is bekend dat vlinders het niet makkelijk hebben.
Bloemen genoeg, maar toch wilden deze twee een keer samen van dezelfde bloem genieten.

Qua vogels was het voor mij weer een rustige maand.
Deze blauwe reiger verdient hier wel een plaats.

En dan toch weer zonnedauw.

Voor de variatie had dit lantaarntje belangstelling voor de bloemknoppen van de zonnedauw.

Omdat de kleuren rood en blauw zo'n mooie combinatie opleverden laat ik toch een juffertje in het rood zien.

Tenslotte een onverwacht toetje.
Toen ik in mijn archief aan het zoeken was kwam ik een dino tegen.


Iemand was in 2013 creatief geweest met het skelet van een damhert, met dit als resultaat.
Omdat het zo bijzonder is sluit ik met deze plaat af.

Ik wil iedereen bedanken voor het geduld om deze post tot het eind te bekijken.
Daarnaast is mijn dank groot aan iedereen die mijn blog regelmatig bekijkt en er eventueel ook nog op gereageerd heeft.
 

vrijdag 9 augustus 2024

(Zonne)dauw


Het zal inmiddels wel bekend zijn dat ik vrijwel nooit de natuur in trek met de auto. 
OK, ik ga wel met de auto naar een parkeerplaats, maar fotograferen vanuit de auto heb ik zelden gedaan.
Meestal is het rugzak op, de draagband van mijn camera om mijn nek en lopen maar. 
In een gebied als de AWD kan dat ook bijna niet anders, want fietsen is niet toegestaan (op een enkele uitzondering na).
In de AWD mag je vrijwel overal van de paden af en kan je zo je eigen weg zoeken.

Deze keer laat ik zien wat de mooiste momenten in de maand juni waren.
Druppels overheersten.

Ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia) heeft altijd een onweerstaanbare aantrekkingskracht op mij gehad.
Maar wel heel anders dan op juffers.
De zonnedauw verwelkomt juffers en kleine insecten graag als voedselbron.

Ook al is het plantje erg fotogeniek, 
ik maak er toch bij voorkeur plaatjes van als er een insect aan de kleverige druppeltjes vastzit.

Als het 's nachts flink afgekoeld is dan heb je een grote kans om insecten te vinden die bedekt zijn met dauwdruppels.
Deze heidelibel, waarschijnlijk een bloedrode (Sympetrum sanguineum), is daar een mooi voorbeeld van.

Bij het struinen door de begroeiing moet je dan wel accepteren dat je broekspijpen tot aan je knieën nat kunnen worden van de dauw.

Het blijft een uitdaging om een mooie compositie te vinden.
Deze bevalt mij wel.

Spinnen leggen graag een voedselvoorraad aan.
Deze juffer is daar het bewijs van.

Volgens waarneming.nl zou dit een roodoogjuffer (Erythrommakunnen zijn. 
Erg overtuigd ben ik niet want ik heb deze juffersoort wel eens met duidelijke rode ogen gezien.

Na een koele nacht ga ik graag op zoek naar libellen, juffers en vlinders in de hoop dat ze nog bedekt zijn met dauwdruppels.
Ze blijven dan ook lekker rustig zitten.
 Ik krijg dan tijd genoeg om er op mijn gemak plaatjes van te maken die naar mijn zin zijn.
Het is dan meestal ook nog heel stil, nauwelijks andere bezoekers, 
waardoor het vaak lijkt of ik daar helemaal alleen ben.
Daar houd ik van.
Juffers, zoals deze watersnuffel (Enallagma cyathigerum), hebben dan nog wat tijd nodig om op te warmen als ze bedekt zijn met druppels.
Dat maakt ze voor mij een aantrekkelijk onderwerp. 

Een onverwachte ontmoeting had ik met de rups van de kleine beer (Phragmatobia fuliginosa).
De rups zag ik voor het eerst, het kleine rode nachtvlindertje heb ik ook maar één keer gezien.

Dit is trouwens de enige link met vlinders in deze aflevering.
Ik heb teleurstellend weinig vlinders in juni gezien.
Gelukkig werd dat wat beter in juli.

Steenrode heidelibellen (Sympetrum vulgatum) hingen op veel plaatsen aan de stengels van pitrus.
Ze waren dezelfde morgen uitgeslopen en hingen nu in het zonnetje te drogen.
in mei waren het vooral viervlekken, in juni heidelibellen.
 
Hier is het omhulsel te zien waaruit de libel gekropen was.
Op beschaduwde plekken gebeurde nog weinig, op zonnige plekken kwamen de libellen tevoorschijn.

Hier is een combinatie te zien, waarvan ik heel wat voorbeelden kon vinden.

De libellen waren actief, de watervogels deden het rustig aan.
De vaste bewoners - kuifeenden, tafeleenden en krakeenden - dobberden op het water.
Meerkoeten en dodaarsjes waren wat onrustiger, blauwe reigers bekeken alles bijna onverstoorbaar.
De hele omgeving langs en op het water straalde rust uit.

Deze libel is een soort die ik niet snel van zo dichtbij tegenkom:
een zuidelijke keizerlibel (Anax parthenope)

Het was een buitenkans om hem eens goed te bekijken.

In de zon droogden de vleugels natuurlijk tamelijk snel op.

Al wandelend kwam ik bij het gebied waar de ronde zonnedauw groeit. 
Een lantaarntje (Ischnura elegans) zat maar een klein beetje vast aan een kleverig druppeltje van zonnedauw.
Hij keek mij aan alsof hij wilde zeggen: "Maak me los".
Dat heb ik gedaan nadat ik een aantal foto's gemaakt had.
 Het was echter helemaal niet zeker dat hij daardoor langer zou blijven leven.

Het is daar wel oppassen voor teken, die in de maanden juni en juli actiever worden.
Zeker nu grassen in het duingebied door het natte voorjaar en de mindere begrazing door damherten het veel beter doen dan in voorafgaande jaren is de kans op een tekenbeet groter geworden.

Teruglopend door een gebied dat inmiddels weer toegankelijk was na een tijdelijke sluiting zag ik deze
grote keizerlibel (Anax imperator), 
die voor de verandering een keer geen haast had.

De mannelijke damherten krijgen steeds mooiere bastgeweien, de hindes hebben inmiddels kalfjes.
Twee keer heb ik een kalfje gevonden dat ergens alleen verscholen lag. 
Ze had mij eerder in de gaten dan ik haar, waardoor ze er zo snel vandoor ging dat een foto maken dit jaar weer niet lukte.
Op het gebied van vogels was er in juni nauwelijks iets te beleven.

In mijn overzicht van de maand juli komt o.a. deze onverwachte duinbewoner voorbij.